vrijdag, juni 30, 2006

Het antwoord It andert

Hier volgen enkele antwoorden, maar op welke vragen?

Citaat Dr.Oetker “ What is the question?

Primulastraat 36 in Almere

De tweede kanarie

Compleet afgevinkt

Een abrikoosje

Het groene ventiel

Een 5.84 , maar er zit wel een 5.93 in

De tsjerke fan Allingawier

donderdag, juni 29, 2006

woensdag, juni 28, 2006

De fietser

Proeven Priuwe

Nea giet de poarte iepen.Te heech foar har it finster
Om mear te sjen fan d’ierde as in fiere dize:
It wetter, yn blauwe bôgen, omearmet it bosk en glinstert
Mei reeën dy’t rank en fûgels dy’t read út grien ferrize.

Fan it libben kin sy neat beskriuwe,
Mar moai moat it wêze, want fjoerich baarnt der in begearen;
In langstme om earmen te fielen en lippen te priuwen.
Har tútsjen fynt neat as d’eigen skouder; rûn en koel en tear.

In fado sjongen troch Nynke Laverman

dinsdag, juni 27, 2006

Beweging

Credendum est Deum esse; quod ratione conspicuum est (= men moet geloven, dat God bestaat, wat vanuit de rede duidelijk is).
Dit citaat is ogenschijnlijk een tegenspraak: als men iets met de rede in kan zien, hoeft men niet te geloven. Betekent geloven immers niet: iets aannemen dat men niet inziet.
Oportet igitur primum movens esse, quod sit omnibus supremum; et hoc dicimus Deum (= Er moet derhalve een eerste bewegende zijn, dat boven alle bewegenden uitgaat en dit noemen wij God)
De kern is steeds deze: in de waarneembare wereld klimmen wij ter verklaring van wat is steeds van oorzaak naar oorzaak. Tot in het oneindige doorgaan heeft geen zin. Er is maar één manier om hieraan te ontkomen: te stellen, dat het eindige, beperkte, vergankelijke in laatste instantie afhangt van het oneindige, onbeperkte en onvergankelijke. Verder komt de filosoof in zijn denken niet. Maar als ik geloof in de God van de bijbel, die in haar eerste zin schrijft:” God schiep hemel en aarde “, dan zie ik dat wat de filosoof zoekt, gegeven is in de scheppende God van de bijbel.
Begrijpen en geloven vallen niet samen, maar behouden ieder hun eigen gebied.

Delfgaauw over Thomas van Aquino

maandag, juni 26, 2006

De waarheid

De waarheid is saai.
(uitspraak van een wandelaarster langs de Vecht)

Men moet bij de dwaling beginnen en deze in waarheid omzetten. Dat wil zeggen, men moet de bron van de dwaling blootleggen, anders helpt het horen van de waarheid ons niets. De waarheid kan niet doordringen als iets anders ervoor in de plaats komt. Om iemand van de waarheid te overtuigen kan men niet met het constateren van de waarheid volstaan, maar men moet de weg van de dwaling naar de waarheid vinden.

Ludwig Wittgenstein

zondag, juni 25, 2006

Over ethiek

Stel dat ik kan tennissen, en iemand onder u ziet mij spelen en zegt:”Nou, u speelt behoorlijk slecht”, en stel dat ik antwoord: “Ik weet het, ik speel slecht, maar ik wil ook niet beter spelen”, dan zou de ander alleen maar kunnen zeggen:”O, dan is het in orde”. Maar stel dat ik een van u een absurde leugen heb verteld, en hij komt naar mij toe en zegt:”U gedraagt u als een beest”, en dat ik zeg:” Ik weet, dat ik me slecht gedraag, maar ik wil me ook niet beter gedragen”, kan hij dan zeggen”O, dan is het in orde”? Zeker niet; hij zou zeggen:”Nou, u behoort u beter te gedragen”. Hier hebt u een absoluut waardeoordeel, terwijl het eerste geval een relatief oordeel betrof.
Wat ik nu wil beweren, is dat hoewel van alle relatieve waardeoordelen kan worden aangetoond dat ze louter verklaringen van feiten zijn, geen enkele feitenverklaring ooit een absoluut waardeoordeel kan zijn of kan impliceren. Laat ik dit uitleggen: stel dat een van u alwetend is en om die reden alle bewegingen van alle lichamen in de wereld, dood of levend, kent en dat hij van alle menselijke wezens die ooit hebben geleefd ook alle gemoedstoestanden kent, en stel dat deze man al zijn kennis in een groot boek opschrijft, dan bevat dit boek de volledige beschrijving van de wereld; wat ik nu wil beweren, is dat dit boek niets zou bevatten dat wij een ethisch oordeel zouden noemen, of iets dat logischerwijze zo’n oordeel zou impliceren.

Ludwig Wittgenstein

zaterdag, juni 24, 2006

De ontmoeting De moeting

Vandaag had ik een ontmoeting met Hem. Ik stond het verkeer te regelen op de noordelijke oever van de Vecht, toen Hij eraan kwam fietsen. Ik herkende Hem meteen en ik was ook niet verbaasd, dat Hij mij naar de weg vroeg. “Ik ben al mijn hele leven zoekende “ zei ik . “Dat weet ik toch en daardoor groei je ook”, antwoordde Hij vriendelijk,” maar nu wil ik dat jij mij eens de weg wijst, want daarvoor ben jij hier op aarde, om het verkeer te regelen in het buitengebied. Zijn dat daar jouw vrienden?” Hij wees op het bankje langs de weg waar mijn reisgenoten hadden plaatsgenomen om te zien hoe ik het verkeer regelde. “Charmante vrouwen” zei Hij met een kennersblik. “Ja”, antwoordde ik “ het bewijs dat U bestaat”. Hij glimlachte bij deze woorden en nadat ik Hem de weg had gewezen, Hij moest gewoon rechtdoor, fietste Hij verder richting D.

vrijdag, juni 23, 2006

Ûnder in beam

Lola

Onder de oranjeboom wast ze
katoenen luiers.
Haar ogen zijn groen
en haar stem violet.

Ach, liefde,
onder de bloeiende oranjeboom!

Het water van het gootje
glansde in de zon,
in het olijfgaardje
tjilpte een mus.

Ach, liefde,
onder de bloeiende oranjeboom!

Straks, als Lola
alle zeep heeft opgebruikt,
komen de stierenvechtertjes.

Ach, liefde,
onder de bloeiende oranje boom!

Frederico Garcia Lorca

Simmer

donderdag, juni 22, 2006

Fêstklammerje

Een man met een helder hoofd is hij die zich van die fantasmagorische (1) “ ideeën” bevrijdt en het leven rustig beziet en tegemoet treedt, zich rekenschap geeft van alles wat problematisch in haar is en gevoelt dat hij verdwaald is. Daar dit de zuivere waarheid is – namelijk, dat leven is gevoelen verdwaald te zijn – begint hij die dit aanvaardt reeds de plaats te onderscheiden waar hij zich bevindt, hij is reeds begonnen zijn eigen waarachtige realiteit te ontdekken, hij is reeds op bekende, vaste grond. Onwillekeurig zal hij als een drenkeling zoeken naar iets om zich aan vast te klampen en zijn tragische, zich alleen naar het wezenlijke richtende blik zal hem in de chaos des levens orde doen ontdekken. De enige ideeën die waarachtig zijn, zijn de ideeën van hen die zich voelden verzinken. Al het andere is rhetorica, stoplap, hol vertoon. Hij die niet waarachtig gevoelt dat hij verloren is, zal verloren gaan; dat wil zeggen, hij zal zichzelf nooit vinden, hij zal nooit zijn eigen werkelijkheid ontmoeten.

José Ortega Y Gasset

(1)= bedrieglijke

woensdag, juni 21, 2006

It hert ljept Het hart springt

O! ‘t hert ontfjluecht my beyd’ myn eagen troch,
ja ‘t rint uwt my yn dy,
it tjocht uwt my yn dy,
it ljeapt uwt my yn dy,
az ick dy sjog.

Gysbert Japix

dinsdag, juni 20, 2006

Een vergadering In gearkomste

Wonky wheels tiisdei
déjà vu, de keale muorren,
de wurden sûnder ein en betsjutting,
samar in wifkjend ynkommen, fernuvering,
gjalpen unwis taastend,
in tearke yn de stream, in amerij,
dan wer einleaze glêddens,
wonky wheels tiisdei.

Oersetting(Vertaling):
Wonky wheels dinsdag
déjà vu, de kale muren,
de woorden zonder einde en betekenis,
zomaar een aarzelend binnenkomen, verbazing,
kreten onzeker tastend,
een rimpeling in de stroom, een ogenblik,
dan weer eindeloze gladheid.
wonky wheels dinsdag.

In lokkich ein

Korte inhoud van het libretto van de opera "Orpheus en Eurydice" van Gluck:
Samen met een groep vrienden rouwt Orpheus om de dood van zijn geliefde Eurydice. Al gauw vraagt hij zijn vrienden zich terug te trekken, waarna hij alleen zijn klaagzang voortzet. Hij vervloekt de wrede goden van de onderwereld, die hem zijn jonge bruid ontnomen hebben.
Amor verschijnt en vertelt dat de goden zo met Orpheus' lot begaan zijn dat zij hem toestemming verlenen in het dodenrijk af te dalen om Eurydice te halen. Voorwaarde is echter dat hij haar niet aankijkt zolang zij beiden niet in de bovenwereld zijn teruggekeerd en ook mag hij haar niet vertellen over dit gebod. Orpheus is zich ten volle bewust van deze moeilijke opdracht. Eurydice zal hem blindelings moeten gehoorzamen. Het zal zeer zwaar zijn voor hen beiden, maar hij is vastbesloten deze beproeving te ondergaan.
Een koor van Furiën en geesten probeert Orpheus de toegang tot de onderwereld te ontzeggen. Steeds laten ze een bars "Nee" horen. Uiteindelijk laten ze zich toch door het prachtige spel van Orpheus op zijn lier vermurwen. De poorten van de onderwereld gaan open.
Orpheus is inmiddels op de Elyseïsche velden aangekomen. Hij zingt van de schoonheid ervan, maar wacht ondertussen ongeduldig op Eurydice. Zodra de gelukzalige zielen haar naar hem toe hebben gebracht, voert hij haar haastig weg. Terwijl hij haar hand vasthoudt, loopt Orpheus voor Eurydice uit door een duister labyrint. Zij is blij verrast hem weer te zien, maar haar vreugde wordt getemperd door zijn zwijgende houding, die zij als liefdeloosheid ervaart. Omdat hij halsstarrig blijft zwijgen en haar zelfs niet aankijkt, wordt zij nog wanhopiger. Orpheus doet zijn uiterste best zich aan zijn gelofte aan de goden te houden, maar als hij beseft dat hij op het punt staat haar kwijt te raken, kijkt hij om. Eurydice valt levenloos voor hem neer. Door verdriet en wroeging overmand, besluit hij zichzelf ook van het leven te beroven.
Net op tijd verschijnt Amor weer op het toneel. Hij zegt dat Orpheus nu wel genoeg voor Eurydice heeft geleden: zij wordt opnieuw uit de dood gewekt en het gelukkige paar keert terug naar de bovenwereld.
van het internet

maandag, juni 19, 2006

Aanbieding


Kriebeltruien van zeer goede kwaliteit te koop
Zeer geschikt voor boetetochten
De truien zijn er in de maten: S, M, L, XL en XXL
De winkelwaarde van de truien ligt boven de €40,-
Prijs per stuk: €30,00
Te bestellen via de pastoor te H.

In nij begjin

Het “boartersplak” is even weggeweest, maar zoals u ziet zijn wij er weer. De oorzaak van deze stilte was een bedevaart naar Kevelaer. De pastoor te H. had namelijk tegen Doarmer gezegd: ”Doarmer, het lijkt mij goed, dat jij gezien jouw vele zonden toch even een boetetocht onderneemt, het hoeft beslist niet ver te zijn, Rome is echt niet nodig, maar Kevelaer zou wel geschikt zijn.” En dus is Doarmer vrijdag te voet naar Kevelaer vertrokken, als extra boetedoening had hij in het drukkende weer een warme kriebeltrui aangetrokken. De tocht was zwaar, maar Doarmer heeft het volbracht, hij is als het ware gelouterd teruggekeerd en hij kan nu vol goede moed opnieuw zondigen.

donderdag, juni 15, 2006

De zeemeermin

Unieke opname:
zeemeermin op rotsblok langs de Vecht kijkt naar twee niets vermoedende duikers.

Het paralelle universum

Eind jaren 50 kwam de amerikaanse natuurkundige Hugh Everett met de zogenaamde Many World interpretatie van de quantummechanica. Volgens die theorie is de enige realistische interpretatie van de quantumtheorie dat paralelle universa bestaan die steeds veranderen als gevolg van quantummechanische gebeurtenissen. De theorie was goed doordacht maar werd niet erg serieus genomen. De quantummachanici waren niet zozeer bezig met verklaringen maar meer met voorspellingen. Toch raken steeds meer natuurkundigen er langzaam maar zeker van overtuigd dat de theorie niet zo vreemd is als die op het eerste gezicht lijkt.
Eén van de pleitbezorgers van de many worlds theorie is de Brit Dr. David Deutsch, 41 jaar, afgestudeerd in de natuurkunde, mathematica, de quantumveldtheorie, en astrofysica.Hij studeerde bij bekende namen als Bryce DeWitt, Archibald Wheeler en Roger Penrose. Deutsch was als kind al een zoeker naar verklaringen. Nu trekt hij die lijn door in al zijn bizarre consequenties. "De quantummechanica is uiterst succesvol in het doen van voorspellingen, in feite is er geen theorie die ooit zo succesvol is geweest", zo stelt Deutsch. "En als je de vergelijkingen van de quantumemchanica echt serieus wilt betrekken op de werkelijkheid dan kom je onvermijdelijk uit bij het feit dat er parallelle universa bestaan. Als ze uit de vergelijkingen naar voren komen moet je ze ook serieus nemen. Net als we gedaan hebben bij de atoomtheorie. Ook daar kwamen we uit op het krankzinnige idee dat elke kubieke centimeter water bestaat uit miljarden en miljarden atomen. Sommigen zagen dat als een metafysisch idee. Inmiddels hebben we ze zelf gemeten en gezien en weten we dat het de realiteit is."
Eindeloos veel parallelle universa die meer of minder op elkaar lijken. Universa waarin kopieën van onszelf rond lopen, kopieën die net iets anders zijn, onstaan door de (quantum)beslissingen die wij elk moment in ons leven maken. En ieder universum bestaat echt, in termen van materie en energie.
Het klinkt bizar en de vraag is waarom wij er als mens dan niets van merken. David Deutsch: "De interactie tussen de verschillende werelden is zeer zwak. Feitelijk kunnen alleen werelden die nauwelijks van elkaar verschillen - en dan moet je denken aan verschillen in de posities van een paar atomen met elkaar interfereren. Naarmate ze meer van elkaar verschillen wordt de interactie steeds moeilijker. Daarbij komt dat we als mens niet uitgerust zijn met zintuigen die dat kunnen waarnemen. Net als we niet uitgerust zijn met zintuigen om te voelen dat de aarde rond de zon draait. Alleen met behulp van zeer gevoelige instrumenten zijn we in staat de interactie waar te nemen. Om de vergelijking door te trekken. De beweging van de aarde kunnen we alleen waarnemen met een slinger van Foucault, zo kunnen we de interactie tussen parallelle universa waarnemen in Laser-interferentie exerimenten."
Van het internet

woensdag, juni 14, 2006

In ferjitten kertier

Vandaag is Doarmer zomaar een kwartier kwijtgeraakt. Het wordt steeds enger. Het tijd-ruimte continuüm is compleet in de war. Waar is dat kwartier nu weer gebleven? Doarmer kwam erachter omdat hij toevallig om 21.25 op de klok keek en het volgende moment was het 21.40 . Voor het eerst is dus de “ferjitten” tijd exact gemeten. Niet dat dit iets oplost, maar het is een begin. Merkwaardig was ook dat Doarmer om 21.40 een telefoon in zijn hand hield. Heeft hij gebeld of is hij gebeld en zo ja met wie? Is de tijd misschien via de telefoonlijn weggegleden. Het mysterie schreeuwt om een oplossing.

dinsdag, juni 13, 2006

In tútsje oars

Nea earder sjoen! In ienhoarn tútet steand (!) in tsjeppe faam.

De expeditie

Leden van de Vecht-expeditie op zoek naar de "grote modderkruiper" vlak voor de duik in de diepte.

maandag, juni 12, 2006

Het mondje It mûltsje

Rea-goune muwlkje,
ruwn-aerdigh’ djier,
ho komt, ho komt it by
dat y doz tuwickje;
dear’t hert iz fier
fen ljeafde njoencke my?
Ick sied, ick bried,
ick koyts ijn ljeafde fjoer,
iôn ljeafde wâlt my oer,
het stiet my ‘t ljeavjen djoer!
In y sjeane dat ick bin,
tor in uwt-terd ijn jôn min,
mar blieuwe allijcke stjoer.

Gysbert Japix

Vertaling:
Roodgouden mondje,
oprecht meisje,
hoe komt het toch,
dat gij zo spot;
Waar ’t hart verre is
van liefde jegens mij?
Ik zied, ik braad,
ik kook in liefdesvuur.
Mijn liefde voor u bruist over mij heen.
Wat is mij ’t minnen duur!
En gij ziet dat ik ben,
dor en uitgeteerd in mijn liefde voor u,
maar u blijft even stuurs.

De grote modderkruiper

Deze foto is met gevaar voor eigen leven gemaakt met een onderwatercamera in de Vecht. Terwijl I. het twee meter lange dier in bedwang hield, kon Doarmer het plaatje schieten. Meer beelden volgen binnenkort op deze weblog.

zondag, juni 11, 2006

De ein fan in lange dei

No star is o’er the lake,
its pale watch keeping,
the moon is half awake,
through gray mist creeping.

The last red leaves fall round
the porch of roses,
the clock hath ceased to sound,
the long day closes.

Sit by the silent hearth
in calm endeavour,
to count the sounds of mirth,
now dumb forever.

Heed not how hope believes
and fate disposes,
shadow is round the eaves,
the long day closes,
the lighted windows dim
are fading slowly,
the fire that was so trim
now quivers lowly.

Go to the dreamless bed
where grief reposes,
thy book of toil is read,
the long day closes.

Arthur Sullivan

Een vergeten avond In ferjitten jûn

Het is weer zover, Doarmer is weer een complete avond kwijt. Waarschijnlijk heeft de hitte een grote rol gespeeld en is zelfs de tijd gesmolten. Dit "wegsmelten" herinnert Doarmer zich nog vaag en voor de rest ............... Dat tijd kan wegsmelten is al sinds enkele jaren bekend , maar dat dit zulke vormen kan aannemen!

donderdag, juni 08, 2006

Sûnder wente

Woninglooze

Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,
Nooit vond ik ergens anders onderdak;
Voor de’ eigen haard gevoelde ik nooit een zwak,
Een tent werd door den stormwind meegenomen.

Alleen in mijn gedichten kan ik wonen.
Zoolang ik weet dat ik in wildernis,
In steppen, stad en woud dat onderkomen
Kan vinden, deert mij geen bekommernis.

Dat voor den nacht mij de oude kracht ontbreekt
En tevergeefs om zachte woorden smeekt,
Waarmee ’k weleer kon bouwen, en de aarde
Mij bergen moet en ik mij neerbuig naar de
Plek waar mijn graf in ’t donker openbreekt.

Slauerhoff

dinsdag, juni 06, 2006

Dúnstikel

Ströntistel es min bloom,
Ströntistel neem's uk mi.
Jü gröört üp dünemsön,
Ik üp des leewents-strön,
En proter haa wat biid!

J.Mungard (Noordfries gedicht)

maandag, juni 05, 2006

Jûnsljocht Avondlicht

Healwei âlven jûns yn juny,
ûnder in frjemd ljocht,
foar it wifkjend tsjuster,
fiel ik dij yn ‘e lije wyn,
hear ik dij yn dy lette fûgel,
rûk ik dij yn it wietige gers
en sjoch ik dij: oeral.

Een cirkel is nog geen bol

Gij schijnt een door het lot bepaalde noodzakelijkheid van alle dingen en handelingen aan te nemen: nu menen zij echter dat als men dit toegeeft en staande houdt, daarmee de zenuw van alle wetten, van iedere deugd en godsdienst wordt doorgesneden en dat dan alle beloningen en straffen zinloos zijn. Alles wat door dwang of noodzaak wordt opgelegd, is naar de mening van dezelfde mensen daardoor verontschuldigd. Op die manier zou volgens hun oordeel iedereen voor Gods aangezicht te verontschuldigen zijn. Als wij door het lot worden voortgedreven, en alle dingen, door een harde hand rondgewenteld, hun vaste onvermijdelijke baan volgen, dan zien zij niet welke plaats er over blijft voor schuld en straf.

Oldenburg in brief aan Spinoza

De enige reden waarom mensen voor God niet te verontschuldigen zijn is, dat ze in Gods macht zijn gelijk leem in de macht van de pottenbakker, die uit dezelfde klomp verschillende potten maakt, sommige tot eer, andere tot schande. Niemand kan zich tegenover God, dat wil zeggen tegenover de natuur, beklagen over het karakter en de aard die hij gekregen heeft. Evenals het namelijk van een cirkel dwaas zou zijn te klagen dat God hem niet de eigenschappen van een bol heeft gegeven……….

Antwoord van Spinoza

zondag, juni 04, 2006

Striidberens

Na zo gesproken te hebben gaf hij zijn zoon aan zijn lieve
vrouw in de armen; zij drukte het kind aan haar geurige boezem,
lachend onder haar tranen. Dat ziende, door meelij bewogen,
streelde hij zacht haar gezicht en sprak zich uit met deze woorden:
“Kom, arm kind, laat je droefheid om mij niet de overhand krijgen.
Niemand zendt me, in strijd met mijn lot, naar de woning van Hades.
Want geen mens – van geringe zo min als van edele afkomst -
kan aan het noodlot ontkomen dat bij zijn geboorte beschikt is.
Maar ga jij nu naar huis om je eigen werk te verrichten,
weven en spinnen, en geef aan de dienaressen de opdracht
zich aan het werk te begeven. De oorlog is ’t werk van de mannen,
allen – ikzelf allereerst – die in Troje het levenslicht zagen.”
Zo nu sprak Hektor, de stralende held, en zette zijn helm op
met de van manen vervaardigde helmbos; zijn vrouw ging naar huis toe,
telkens nog omziend, terwijl zij een stroom van tranen liet vloeien.

Uit : De Ilias

Waken Weitsje

De Zwitserse Garde op wacht voor de kerk van Hegebeintum.

zaterdag, juni 03, 2006

Het laatste orakel

Zegt aan de keizer dat de schoongetooide tempel in puin ligt.
Phoebus bezit geen loofhut meer, geen voorspellende laurier,
geen sprekende bron. Ook de stem van het water is verstomd.

(anoniem)

In 390 na Chr. werd het orakel van Delphi door de christelijke keizer Theodosius I gesloten

Jin frij fiele as in stien

Stel u voor, als ge wilt, dat de steen, terwijl hij voortgaat zich te bewegen, denkt en weet dat hij zich zoveel mogelijk inspant zijn beweging voort te zetten. Dan zal deze steen, aangezien hij zich alleen van dit pogen bewust is en daarin volstrekt niet onverschillig, toch zeker denken dat hij volkomen vrij is en om geen andere reden in zijn beweging volhardt dan omdat hij het wil!Welnu, dit is dan die befaamde menselijke vrijheid, waarop zich allen beroemen, en die alleen hierin bestaat dat de mensen zich van hun begeerte bewust zijn, terwijl ze de oorzaken waardoor ze gedetermineerd worden niet kennen. Zo gelooft de zuigeling dat hij in vrijheid naar de melk verlangt, de boze knaap dat hij wraak wil en de bange de vlucht.De beschonkene voorts gelooft dat hij vanuit een vrije beslissing van zijn geest datgene spreekt waarvan hij later, wanneer hij nuchter is, zou willen dat hij het verzwegen had.

Spinoza ( Hij beweert, dat de mens net zo vrij is als een steen die de lucht in geslingerd wordt )

vrijdag, juni 02, 2006

Schone gordijnen Skjinne gerdinen

Dingen die me lief zijn en genoegens die ik mezelf gun:
Een hete kop koffie ’s morgens.
Het lezen (zo langzaam mogelijk) van de krant.
Een regenbui zo nu en dan om de gevoelens schoon te spoelen.
De aarde aan je nieuwe hakken.
De zee ’s middags met wat wolken.
Anjers. Veel anjers.

En ook nog:
“De man die over de stad springt” van Chagall.
Oude houten trappen oplopen.
Mijn hand op je borst.
Bepaalde gedichten van Kavafis.

Maar vooral mijn hand op je borst.

Nasos Vayenas (Grieks dichter)

Weemoed

Ihr verblühet, süße Rosen,
Meine Liebe trug euch nicht;
Blühet, ach! dem Hoffnungslosen,
Dem der Gram die Seele bricht.

Jener Tage denk' ich trauernd,
Als ich, Engel, an dir hing,
Auf das erste Knöspchen lauernd,
Früh zu meinem Garten ging;

Alle Blüten, alle Früchte
Noch zu deinen Füßen trug,
Und vor deinem Angesichte
Hoffnung in dem Herzen schlug.

Ihr verblühet, süße Rosen,
Meine Liebe trug euch nicht;
Blühet, ach! dem Hoffnungslosen,
Dem der Gram die Seele bricht.

Goethe

donderdag, juni 01, 2006

Is it libben in dream?

“ Ik denk, dus ik besta “(1) van Descartes is misschien wel één van de meest gebruikte filosofische uitspraken. Volgens Descartes is dit het enige wat hij zeker weet, want veel van zijn opvattingen komen voort uit de zintuigen en die kunnen gemakkelijk misleid worden. Ook vraagt hij zich af of het leven, dat hij leidt wel “echt” is en niet slechts een deel van een droom. Is hij misschien het slachtoffer van een geweldige zinsbegoocheling? Worden zijn gedachten gemanipuleerd? Dit thema vindt men tegenwoordig ook in de film “The Matrix” . Maar zegt Descartes, elke keer dat ik denk, moet ik bestaan, want ik moet bestaan om misleid te kunnen worden.

(1) cogito ergo sum

In beam, Ginkgo

Dieses Baums Blatt, der von Osten
Meinem Garten anvertraut,
Gibt geheimen Sinn zu kosten,
Wie's den Wissenden erbaut.

Ist es ein lebendig Wesen,
Das sich in sich selbst getrennt?
Sind es zwei, die sich erlesen,
Dasz man sie als Eines kennt?

Solche Frage zu erwidern,
Fand ich wohl den rechten Sinn:
Fühlst du nicht an meinen Liedern,
Dasz ich Eins und doppelt bin?

Goethe