vrijdag, februari 29, 2008

Oer kij, bargen en gers Over koeien, varkens en gras

Een plat voorbeeld. Koeien en varkens zijn succesvolle replicanten.Er zijn er in Nederland meer van dan mensen. Mensen denken dat zij vee houden – maar is het omgekeerde niet het geval?Koeien en varkens vermenigvuldigen zich door mensen te manipuleren: zij leveren voedingsstoffen als lokstoffen, draperen zich aanvallig in de wei, en presenteren zich na hun dood als biefstukken en karbonades. Een stap verder. Gras gebruikt zowel koeien als mensen om zichzelf te vermenigvuldigen. Het is een innovatief gewas dat door begrazing niet wegkwijnt, zoals de meeste andere, maar zich vermeerdert. Het manipuleert het rundvee, maar ook de menselijke perceptie – door zich zo aanlokkelijk mogelijk voor te doen dat mensen steeds meer weiden, grasvelden en sportcomplexen uit de grond stampen.

Gelijkvormigheid kan alleen voorwerp van verlangen zijn binnen de bestaanswijze van de vermenigvuldiging wanneer degenen die ernaar verlangen door andere instanties gedrogeerd zijn. Gelijkvormigheid kan nimmer het doel zijn van een replicant – die zou uitsterven. Degenen die naar gelijkheid verlangen zijn gedrogeerde vehikels.

Th. Oudemans

Kwispelpôt Kwispedoor


donderdag, februari 28, 2008

Promkje Pruimen

Gisteren is Doarmer bij de kapper geweest en zo’n bezoek roept bij hem steeds een nostalgisch gevoel op, want lang geleden, toen Doarmer nog maar net aan zijn zwerftocht door de droom begonnen was, nam zijn pake (=opa) hem vaak mee naar de kapper. Voor die pake, een vrolijke kerel van in de tachtig, was het kappersbezoek een sociaal gebeuren, hij liet zich daar scheren en knippen , hoewel alleen een kenner in staat was dat laatste achteraf vast te stellen. Doarmer kon dat toen nog niet en hij zei wel eens tegen zijn pake, dat knippen nog helemaal niet nodig was. Maar daar ging het pake niet om. De kapper , Hotze ,was gevestigd in een soort kiosk in de plaats H. gelegen aan het water naast de kerk. De kiosk was meestal gevuld met leeftijdsgenoten van pake en ze hadden alle tijd van de wereld. Ze keken naar de schepen, ze vertelden sterke verhalen en ze kauwden pruimtabak, net als Hotze zelf , want in die tijd had je nog cultuur. Doarmer kreeg soms het idee, dat een aantal van hen permanent in de kiosk woonde. Fascinerend vond hij ook de zelfbewuste manier waarop Hotze het grote en gevaarlijke scheermes hanteerde. Dat was nog eens scheren en de oude mannen, die hun keel uitstaken waren beslist niet zielig, zij hadden hun leven geleefd en vonden dat ze nu het recht hadden om er commentaar op te leveren en aan alles kon je merken, dat ze ook nu nog voor niemand aan de kant gingen. Waar zijn die oude mannen eigenlijk gebleven en waar die kappers? Doarmer moest gisteren eerst een telefonische afspraak maken en men vroeg hem door wie hij geknipt wilde worden, door Moniek of Chantal. Hij had bijna geantwoord , het maakt mij niets uit, zolang ze maar pruimtabak kauwen.

dinsdag, februari 26, 2008

It petear Het gesprek

Jan Z., werkzaam in het onderw., wordt tijdens een functioneringsgesprek geconfronteerd met zijn tekortkomingen. Jan is vastgeroest en zijn hele lichaamstaal verraadt een totaal gebrek aan flexibiliteit. Als Jan niet oppast zal hij vervangen worden door een andere soort.

maandag, februari 25, 2008

Yn'e widze In de wieg

Bijkans in de wieg geeft men ons reeds zware woorden en waarden mede: “ Goed” en “Kwaad” – zo heet deze uitzet. Om der wille van hen vergeeft men ons, dat wij leven.
En daarvoor laat men de kinderkens tot zich komen, dat men hen bijtijds verhindere zichzelf te beminnen: aldus arbeidt de geest der zwaarte.
En wij – wij torsen getrouwelijk, wat men ons meegeeft, op harde schouders en over ruwe bergen! En zweten wij, dan zegt men ons:” Ja, het leven is zwaar te dragen!”
Alleen de mens is voor zichzelf zwaar om te dragen! Dat komt, omdat hij te veel wat hem vreemd is op zijn schouders torst. Als de kameel, zo knielt hij neder en laat zich opladen, braaf……

“Dit – is nu mijn weg, - waar is de uwe? Zo antwoordde ik hun, die mij “ naar de weg “ vroegen. Die weg namelijk – bestaat niet!

Nietzsche: Zarathustra

zondag, februari 24, 2008

It reau Het gereedschap




Dit is het gerei van Doarmer. Ze hebben ook namen, de bovenste heet ook Doarmer, de middelste heet Ljurk (=leeuwerik) en onderste is De Lytse (= de kleine). Samen zitten ze in een thuisnetwerk met de naam Tegearre (=samen).


zaterdag, februari 23, 2008

Trijelûd Drieklank

Mit Donnern und himmlischen Feuerwerken muß man zu schlaffen und schlafenden Sinnen reden.
Aber der Schönheit Stimme redet leise: sie schleicht sich nur in die aufgewecktesten Seelen.
Leise erbebte und lachte mir heut mein Schild; das ist der Schönheit heiliges Lachen und Beben.
Űber euch, ihr Tugendhaften, lachte heut meine Schönheit. Und also kam ihre Stimme zu mir: Sie wollen noch- bezahlt sein!“
Ihr wollt noch bezahlt sein, ihr Tugendhaften! Wollt Lohn für Tugend und Himmel für Erden und Ewiges für euer Heute haben?
Und nun zürnt ihr mir, daß ich lehre, es gibt keinen Lohn- und Zahlmeister? Und wahrlich , ich lehre nicht einmal, daß Tugend ihr eigener Lohn ist.

Met donder en hemels vuurwerk moet men spreken tot slappe en slapende zinnen.
Doch de stem der schoonheid spreekt zacht: Zij sluipt slechts binnen in de wakkerste zielen.
Zacht trilde en lachte heden mijn schild: der schoonheid heilig lachen en trillen.
Om u, o deugdzamen, lachte heden mijn schoonheid. En zo sprak haar stem mij toe: “ Zij willen nog – betaald zijn!”
Gij wilt nog betaald zijn, gij deugdzamen! Gij wilt hebben loon voor deugd en hemel voor aarde en het eeuwige voor uw heden?
En thans wordt gij toornig op mij, omdat ik leer, dat er geen loon- en betaalmeester bestaat? En ik leer zowaar niet eens, dat deugd loon vindt in zichzelf.

Mei tongerslach en himelsk fjoerwurk moat men tsjin sloppe en sliepende sinnnen prate.
Mar skientme’stimme praat sêft; hja slûpt inkeld yn’e allerskerpste sielen.
Sêft beve en lake hjoed myn skyld; dat is skientmes hillich laitsjen en beevjen.
Om jim, minsken fan deugd, lake hjoed myn skientme. En dit lústere har stimme my yn:” Hja wolle noch- betelle wurde!”
Jim wolle noch betelle wurde, jim deugdminsken! Wolle jim lean foar deugd, en himel foar ierde en it ivige foar jim hjoed ha?
En no binne jim lilk op my , omdat ik lear, der is gjin boekhâlder dy’t jim deltelt? En wier, ik lear sels net dat deugd syn eigen beleanning is.

Friedrich Nietzsche

woensdag, februari 20, 2008

Libbensliif In levende lijve


Relativens Relativiteit

Gisteravond heeft Doarmer in gezelschap van de huisvrouw te H. de jaarlijkse verplichte bijscholingsavond voor verkeersregelaars in het buitengebied bezocht. Het ging deze keer over tijd en ruimte in het heelal en er kwamen allerlei dingen aan de orde, die in het dagelijkse leven van een verkeersregelaar een grote rol spelen, zoals het gegeven dat men nooit ziet wat er nu is, aangezien het licht toch even onderweg is, weliswaar met een snelheid van 300 000 km/sec maar toch… Men ziet altijd het verleden en bij een beroep waarin het op de details aankomt, is dat toch belangrijk te weten. Verkeersregelaars hebben te maken met bewegingen, ja , en als dan de tijd rekt en de ruimte krimpt, dan mag je dat niet negeren, om maar te zwijgen van basale zaken zoals de zwaartekracht. En hoe klein is de kleinste afstand (Planck-lengte) en hoe zit het met het Higgsveld? Kortom kennis, zonder welke het beroep eenvoudig niet uit te oefenen is. Tot grote vreugde van de huisvrouw en Doarmer kwam zelfs de kerkvader Augustinus nog ter sprake en toen het over de big bang ging was het precies het scheppingsverhaal en zo.

zondag, februari 17, 2008

Mar in namme Slechts een naam

Voor Doarmer is de middeleeuwse filosoof William van Ockham (ca. 1285 – 1349) een interessante denker. Hij is bekend geworden met “het scheermes” van Ockham : entia non multiplicanda sine necessitate (= begrippen moeten niet vermeerderd worden zonder dat dit nodig is). Ockham is een echte nominalist, d.w.z. voor hem zijn alleen de individuele dingen werkelijk en bestaan de algemene begrippen ( de universalia) alleen in onze geest. Dus als er geen individuele paarden bestaan,” bestaat” er ook geen algemeen begrip paard. Hoewel ze niet bestaan, spelen deze universalia wel een rol in onze taal. De taal kan iets maken dat er daarvoor nog niet was. De Franciscaan Ockham kwam in conflict met de kerk en dat was eigenlijk ook wel logisch, want als je zijn opvattingen consequent loslaat op een aantal christelijke opvattingen zoals de Drie-eenheid, dan zou je tot verrassende conclusie’s kunnen komen. De opvattingen van Ockham hebben o.a. Berkeley beïnvloed.

zaterdag, februari 16, 2008

No en hjir Nu en hier


De mens ging werken zonder zingen -
geen weet waarom, geen weet voor wien.
Onschuld en schoonheid, eerstelingen,
zijn werelds vijanden sindsdien.
Hebt gij, verrukt in huiveringen,
vannacht hun eersteling gezien?

Hij sprong te voorschijn, stond, en rilde
van drift en heldere onschuld, waar
een ronde maan de sneeuw der stilte
bescheen, en plots werd ik gewaar
de rechte lange hoorn, die trilde
van schoonheid en van doodsgevaar.

Laat zo 't gedicht geboren wezen
in een besprongen " nu en hier",
wanneer - een volle droom, gerezen
boven de sneeuw van het papier -
de schrijfstift trilt van lust en vrezen,
hoorn van dat wild, onschuldig dier.

A.Roland Holst

donderdag, februari 14, 2008

De sinne sjen De zon zien

Wij geloven, dat de zon er altijd is, maar ik zie haar slechts zo nu en dan: ik zie haar ‘s nachts niet, noch wanneer het bewolkt is, noch wanneer ik met iets anders bezig ben. Maar soms kan ik haar zien. Al de keren, dat ik de zon zie, lijken in zekere zin op elkander, waardoor ik als klein kind in staat ben geweest het woord “zon” bij de juiste gelegenheden te gebruiken. Sommige van de dingen, die de verschillende keren, dat ik de zon zie, gemeen hebben, ben ik mij duidelijk bewust: ik moet bijvoorbeeld mijn ogen open hebben, en ze naar het juiste punt richten. Maar er zijn nog andere punten van overeenstemming, welke zover wij kunnen nagaan, niet van ons afhankelijk zijn: wanneer we de zon zien, is zij bijna altijd rond en helder en warm. De weinige keren, dat dit niet het geval is, kunnen gemakkelijk worden verklaard door mist, of door een zonsverduistering. Het nuchtere verstand zegt dus: er bestaat een voorwerp, dat rond, licht en warm is ; de gebeurtenis, die wij “de zon zien” noemen bestaat uit een verhouding tussen mij en dit object, en wanneer deze verhouding bestaat, neem ik het object waar.
Maar op dit punt komt de natuurkunde tussen beide op een uiterst onaangename wijze. Zij verzekert ons, dat de zon niet “licht” is in de zin, die wij gewoonlijk aan dat woord hechten ; zij is een bron van lichtstralen welke een bepaalde invloed uitoefenen ogen, zenuwen en hersens, maar wanneer deze werking ontbreekt, doordat de lichtstralen niet op een levend organisme stuiten, is er niets wat we met enig recht “licht” kunnen noemen.

Bertrand Russell

woensdag, februari 13, 2008

Fergonklikens Vergankelijkheid

De enige vorm van eeuwigheid die wij begrijpen, is het telkens herhaalde uitstel van een definitief en eeuwig afscheid. Wij leven in dit uitstel, in de dimensie van de voorlopigheid. De eeuwigheid is niet de vervulling van ons diepste verlangen, maar onze nachtmerrie. Zelfs al zouden wij erin slagen ons leven zolang te rekken dat het nooit eindigt, dan nog zou niet de eeuwigheid, maar de vergankelijkheid, de reeks van momenten, ons element zijn. ……. Wij hebben als het ware de eeuwigheid nodig als idee, om de vergankelijkheid als werkelijkheid te kunnen ervaren…… De grote woorden van hemel en eeuwigheid zijn belangrijk in het ritme van het leven, maar zij danken hun belang voor een deel hieraan dat zij kunnen worden ontkend……. Het onwaarschijnlijke (het leven!) kan niet lang duren; daarom is het , in tijd uitgedrukt, vergankelijk. De eeuwigheid is veel waarschijnlijker, maar de prijs voor deze waarschijnlijkheid is gebrek aan leven.

Cornelis Verhoeven

dinsdag, februari 12, 2008

In dwêste stjer Een gedoofde ster

Van nu af aan doe ik niets meer, omdat alles wat ik zou doen het hun gemakkelijker zou maken. Ik verroer me niet, ik wacht, ik zal me vertonen als een ster die al gedoofd is maar toch licht blijft uitzenden, omdat hij zo ontzettend ver staat. Vanaf nu zal mijn manier van werken bestaan uit niet-werken, mijn manier van communiceren uit niet-communiceren.

Sandro Veronesi: Kalme Chaos

maandag, februari 11, 2008

Oerdwealsk Overmoedig

hyne wyrd fornam,
syþðan he for wlenco wean ahsode,
fæðe to Frisum.

Beowulf (8e eeuw)

het blinde lot nam hem weg,
toen hij uit overmoed om ellende vroeg,
een vete met de Friezen.

Sêd Verzadigd

Nur einen Sommer gönnt, ihr Gewaltigen!
Und einen Herbst zu reifem Gesange mir,
Daß williger mein Herz, vom süßen
Spiele gesättigt, dann mir sterbe.

Die Seele, der im Leben ihr göttlich Recht
Nicht ward, sie ruht auch drunten im Orkus nicht;
Doch ist mir einst das Heil'ge, das am
Herzen mir liegt, das Gedicht, gelungen.

Willkommen dann, o Stille der Schattenwelt!
Zufrieden bin ich, wenn auch mein Saitenspiel
Mich nicht hinabgeleitet; Einmal
Lebt' ich, wie Götter, und mehr bedarf's nicht.

Friedrich Hölderlin

Aan deze woorden van de dichter Hölderlin moest Doarmer gisteren denken, toen hij in de eerste voorzichtig-warme zonnestralen van het jaar rende. Alles benaderde de perfectie, en het was zelfs alsof de zwaartekracht mild was geworden, waardoor een gevoel van vliegen ontstond. Eenmaal gelopen te hebben als een god, meer is niet nodig, dan is het hart door het zoete spel verzadigd.

zaterdag, februari 09, 2008

Hoeden Omzichtig

Het in-de-wereld-zijn gaat allereerst op in de bezorgde wereld. Het bezorgen wordt geleid door de omzichtigheid die het terhandene ontdekt en in zijn ontdektheid bewaart. De omzichtigheid leidt iedere inbreng of bezigheid in de juiste baan, verschaft de middelen om iets uit te voeren, biedt de juiste gelegenheid en bepaalt het geschikte moment. Het bezorgen kan tot rust komen door de bezigheden te onderbreken om uit te rusten, of als het werk gedaan is. In de rust houdt het bezorgen niet op, maar de omzichtigheid wordt wel vrij, zij is niet meer aan de wereld van het werk gebonden. In het uitrusten legt de zorg zich toe op de bevrijde omzichtigheid. Het omzichtig ontdekken van de wereld van het werk heeft het zijnskarakter van het ont-verren. De bevrijde omzichtigheid heeft niets meer omhanden wat naderbij moet worden gebracht. Maar omdat ze er naar haar aard op is gericht het verre naderbij te brengen, verschaft ze zich daartoe nieuwe mogelijkheden; dat houdt in dat ze ertoe neigt zich van het meest nabije terhandene af te wenden en zich op de verre en vreemde wereld te richten.

Heidegger: Zijn en Tijd

Ja, zo schrijft deze filosoof nu eenmaal, en als dat dan ook nog vertaald moet worden! Maar soms is hij heel duidelijk. Zo vindt Doarmer zijn uitspraak “ man selbst gehört zu den Anderen und verfestigt ihre Macht ” heel mooi. Heidegger heeft het dan over de heerschappij van „men“ , een heerschappij, die nivelleert en keuzevrijheden wegneemt, maar waartoe een ieder ook zelf behoort.

vrijdag, februari 08, 2008

Lyts tanklietsje Klein dankliedje

Ik tankje Jo foar’t abrikoaske,
it hûdsje ferwielen sêft
mar dochs mei teare krêft
en ek foar’t paradyslik roaske.

Ik dank U voor het abrikoosje,
het huidje fluwelen zacht
maar toch met tere kracht
en ook voor het paradijselijk roosje.

donderdag, februari 07, 2008

Prûs Charmant

Waar liggen de grenzen? In haar strijd voor de Friese taal gaat Jildau uit Longerhou, bekend van de “praat maar Fries lipjes”, wel heel ver. Hoewel zij niet brildragend is, heeft ze toch een bril met gewoon glas aangeschaft, zodat zij hierop de sticker “praat maar Fries” kan plakken. “Zo is het voor iedereen duidelijk zichtbaar”, zei ze, “ en loop ik geen gevaar dat ik in het Hollands of zo word aangesproken, want als ik de hele dag Hollands moet spreken, krijg ik hoofdpijn”. En dat vindt Doarmer nog eens hart voor de zaak hebben en overigens de bril staat haar heel charmant.

woensdag, februari 06, 2008

Lytsachtsje Minachten

Als in die sector (het onderw.!) iemand wordt onderscheiden, worden zijn of haar verdiensten, zoals ik al eerder opmerkte, steevast en met een bijna bewonderswaardige consequentheid gelokaliseerd in buitenschoolse activiteiten en in het verenigingsleven, nooit voorzover ik weet in de klas. Zelfs van een enthousiaste docent wordt dan plechtig en kwetsend gezegd, dat hij of zij “ meer doet dan alleen maar lesgeven”. Het lijkt wel of er helemaal geen andere dan een wat rituele waardering is voor het geven van onderw--- (censuur!) en ik betwijfel eerlijk gezegd, of dat alleen maar schijn is. Ik denk eigenlijk dat heel wat minachting, bazigheid en superioriteit op dit terrein regelrecht voortkomt uit een diepe ongeïnteresseerdheid.

Cornelis Verhoeven

Helaas heeft het Weblog Toezicht bovenstaande tekst moeten censureren, omdat de heer V. de schokkende gewoonte heeft bepaalde taboe woorden voluit te schrijven en aangezien deze weblog ook jonge lezers heeft, blijft er niets anders over dan in te grijpen. Dit heeft de strekking van het citaat uiteraard niet veranderd.

dinsdag, februari 05, 2008

Tegearre trilje Samen trillen

Wie soll ich meine Seele halten, daß
sie nicht an deine rührt? Wie soll ich sie
hinheben über dich zu andern Dingen?
Ach gerne möcht ich sie bei irgendwas
Verlorenem im Dunkel unterbringen
an einer fremden stillen Stelle, die
nicht weiterschwingt, wenn deine Tiefen schwingen.
Doch alles, was uns anrührt, dich und mich,
nimmt uns zusammen wie ein Bogenstrich,
der aus zwei Saiten eine Stimme zieht.
Auf welches Instrument sind wir gespannt?
Und welcher Geiger hat uns in der Hand?
O süßes Lied.

Rainer Maria Rilke

maandag, februari 04, 2008

Omsealje Pas op de plaats maken

Het ritardando is een beweging die niets voorbijgaat, een pas op de plaats. Het doel dat door deze beweging moet worden bereikt, is al bereikt als de beweging begint....... Om iets te verwerven behoeft men zich niet daarheen te begeven. We hebben alles al. Het leven is geen weg, maar een pas op de plaats. De snelle beweging ergens heen is een passeren, negeren van alles wat ligt tussen het uitgangspunt en het doel, tussen twee ficties in, dus van alles wat reëel is. “Alles liegt am Weg”, zegt Heidegger. We zijn op weg om wat aan de weg ligt, niet om het te passeren, maar om het in bezit te nemen. Aan het einde van de weg vinden we niets nieuws: dan hebben we alles.

Cornelis Verhoeven

zondag, februari 03, 2008

Gysten Haastig

De haast van de mensen is een van de bronnen van de verwondering wanneer de aandacht van het denken zich op de mens en zijn cultuur richt. In die haast openbaart zich de absurditeit van een cultuur zonder enthousiaste contemplatie, zonder genot, maar vol van gewelddadige bedrijvigheid, waarin de ijver de lust vervangt.

Cornelis Verhoeven

zaterdag, februari 02, 2008

Reitsje Raken

We zeggen bijvoorbeeld: “ De tafel staat “bij” de deur “, “de stoel “raakt” de muur”. Maar van een “raken” of “aanraken” kan strikt genomen nooit sprake zijn, niet omdat we bij nader toezien altijd een tussenruimte tussen stoel en muur kunnen vaststellen, maar omdat de stoel de muur principieel niet kan raken, ook al zou de tussenruimte nihil zijn. Dit zou namelijk veronderstellen dat de muur zich “ aan” de stoel zou kunnen voordoen. Een zijnde kan een binnen de wereld voorhanden zijnde alleen raken als het van huis uit de zijnsaard heeft van het in-zijn, als er met zijn er-zijn al zoiets als wereld is ontdekt, van waaruit een zijnde zich in de aanraking kan manifesteren en zo in zijn voorhandenzijn toegankelijk kan worden.

Martin Heidegger: Zijn en Tijd.

vrijdag, februari 01, 2008

Ferwûndere as in bern Verwonderd als een kind

De eerste van alle wijsgerige vragen, voortkomend uit de verwondering over het bestaan van de dingen, de vraag waarom er iets is en niet veeleer niets, kan op verschillende manieren worden ervaren en gesteld. De vreugde om het bestaan is zeker de meest positieve wijze waarop deze verwondering de mens kan overvallen….. Wat is dan het bestaan, waarvan de loutere ervaring aldus een vaag , maar onaantastbaar gevoel van geluk teweegbrengt in degene wie deze ervaring overkomt? Wat dat ook zij, het is iets volstrekts, waaraan niet is te ontkomen en waar alle individuele intenties machteloos tegenover staan. Maar een bepaald aspect van dit volstrekte zouden we kunnen omschrijven als de bloei. Het bloeien is dan te zien als de wijze waarop het bestaan zijn volstrektheid openbaart. Omdat deze ervaring in het grensgebied van de mystiek ligt en de mysticus degene is die zich het minst geneert om zich hierover uit te spreken, haal ik hier een vers aan van Angelus Silesius. Hij zegt over het bloeien van een roos:

“Die Ros’ ist ohn’ Warum, sie blühet weil sie blühet,
sie achtet nicht ihrer selbst, sie fragt nicht ob man sie sieht“

Cornelis Verhoeven

Op audiïnsje Op audiëntie

Voor de heilige trap van de S. Michele dei Frisoni