zaterdag, oktober 31, 2009

Finzen Gevangen

Kaart van de Nederlandse dialecten, Fryslân is weggelaten behalve de steden, die als taaleilandjes staan aangegeven. Ook de eilanden zijn gedeeltelijk weg.

Woorden worden bedacht om iets over de wereld te zeggen. Maar taalelementen staan niet alleen in relatie tot de wereld, ze hebben ook interne betrekkingen. Zinnen richten zich naar grammatica, niet naar natuurwetten, en de wereldgeschiedenis gaat niet, zoals de geschiedschrijving ons wil doen geloven, te werk volgens een of andere onnaspeurbare enscenering. Maar al te graag dragen wij structuren van de taal over op de wereld der feiten. Het resultaat is een logomorf, dat wil zeggen op de taal afgestemd, wereldbeeld met (in onze taal) drie geslachten, meerdere werkwoordstijden, bedrijvende en lijdende vorm en uitdrukkingsmogelijkheden die beantwoorden aan de woordvoorraad. Het domme van deze valse sluitrede is, dat wij er niet aan kunnen ontkomen. Taal is een gevangenis met onzichtbare muren waarin ons voorstellingsvermogen levenslang zit opgesloten.


Friedhelm Moser


Die laatste zin is interessant, “taal is een gevangenis”. Dit klinkt negatief, positiever zegt men wel “de taal is het huis, waarin je woont” en die huizen kunnen verschillend zijn. Iemand die tweetalig is, heeft ook wel het idee, dat hij in twee werelden leeft en in zoverre kan Doarmer zich wel iets bij de woorden van Moser voorstellen. En natuurlijk zegt Wittgenstein “de grenzen van mijn taal, zijn de grenzen van mijn wereld”, maar om dan meteen van gevangenis te spreken? Het suggereert in elk geval, dat er meer is dan wij in woorden kunnen uitdrukken. Wat de taal betreft gelooft Moser niet, dat logica de mens gelukkiger maakt. Hij zegt,”de mens is nu eenmaal een sloddervos, een onberekenbaar wezen, een beminnelijke chaoot, een Odysseus zonder Ithaca, een kompas zonder Noorden, een vogel zonder nest. Zijn wegwijzer is de weerhaan”. De mens is dus eigenlijk een doarmer.

Yn’e fûle faasje In volle vaart

zoon H. op snelheid

vrijdag, oktober 30, 2009

Hjerstige lins Herfstige rust

Ik sjoch dy yn it hjerstich jûnsrea
tusken fallen apels,
reelizzend foar de smots.
Ik hear dy, laitsjend en dy fernuverjend
oer in podde dy’t hast ûnsichtber
troch de giele blêden hipt.
Ik rûk dy tusken de wietige rook
fan beammen en gers.
Ik fiel de waarmte fan dyn lea
en ik wit:
De simmer hat efkes lins,
mar komt perfoarst werom.

dinsdag, oktober 27, 2009

Ferjitte Vergeten

Betrachte die Herde, die an dir vorüber weidet: sie weiß nicht, was gestern , was heute ist, springt umher, frißt , ruht , verdaut ,springt wieder, und so vom Morgen bis zur Nacht und von Tage zu Tage, kurz angebunden mit ihrer Lust und Unlust, nämlich an den Pflock des Augenblicks, und deshalb weder schwermütig noch überdrüssig. Dies zu sehen geht dem Menschen hart ein, weil er seines Menschentums sich vor dem Tiere brüstet und doch nach seinem Glücke eifersüchtig hinblickt – denn das will er allein, gleich dem Tiere weder überdrüssig noch unter Schmerzen zu leben, und will es doch vergebens, weil er es nicht will wie das Tier. Der Mensch fragt wohl einmal das Tier: warum redest du mir nicht von deinem Glücke und siehst mich nur an? Das Tier will auch antworten und sagen: das kommt daher, daß ich immer gleich vergesse, was ich sagen wollte – da vergaß es aber auch schon diese Antwort und schwieg: so daß der Mensch sich darob wunderte.

Nietzsche

zondag, oktober 25, 2009

Dize Nevel

Juster wie Doarmer tegearre mei oare Friezen yn’e stêd U. It wie tige nijsgjirrich, it stânbyld fan W. op in hynder mei in Frysk sealtektsjerkje yn syn hân, de beammen lâns de grêften mei harren rea-brúne hjerstblêden , de midsieuwske tsjerken en nei ôfrin it smoute petear, mar bytiden eaze it slim. Faaks is it dêrtroch kommen, mar yn elts gefal hjoed wie Doarmer in bytsje heal en seach hy de wrâld yn in dize.

vrijdag, oktober 23, 2009

Liene Lenen

Het verschijnsel, dat schrijvers tekst van een ander onder eigen naam publiceren bestaat misschien al sinds de uitvinding van het schrift , maar ook het omgekeerde komt voor, namelijk, dat men voor het uitgeven van eigen werk een beroemde naam leent om zo de kans te vergroten dat het gelezen wordt. Voor dat laatste kan men zelfs sympathie opbrengen. De schrijver in kwestie vindt “de boodschap” blijkbaar zo belangrijk, dat over hij over zijn eigen ego heenstapt, een echte idealist dus. Een bekend voorbeeld is een 5e eeuwse christelijke theoloog/filosoof, die nu de Pseudo-Dionysius wordt genoemd, maar die zich in zijn werk presenteerde als Dionysius de Areopagiet, een door de apostel Paulus bekeerde rechter uit Athene. Dit lenen van een “bijbelse” naam heeft wel succes gehad, want in de Middeleeuwen had zijn werk veel invloed. Een paar weken geleden werd Doarmer bij zijn bezoek aan de stad L. met een soortgelijk verschijnsel geconfronteerd. Hier betrof het een zogenaamde vertaling , terwijl het in werkelijkheid waarschijnlijk om eigen werk gaat. Op zich een compromis, men leent een beroemde naam, maar als vertaler blijft ook het eigen ego gespaard. Ja, de minsken fine wat út!

donderdag, oktober 22, 2009

Op’e grutte pôle Op het grote eiland


In het dorp B. betrapte Doarmer deze geit, die samen met een aantal soortgenoten bezig was pakken stro naar binnen te werken . Aangezien hij niet wist of het hier een typische “eilander” gewoonte betrof, aarzelde hij om in te grijpen. Doarmer had per slot van rekening ook gezien, dat men met behulp van paarden een boot de zee introk. Op zo’n eiland hebben beesten duidelijk een andere functie. Ook de taal op het eiland was interessant. Naast Duits werd er ook Nederlands gesproken en dit Nederlands had een licht “zangerige”klank, zodat Doarmer af en toe de neiging had om Fries te spreken.

maandag, oktober 19, 2009

De fjoertoer De vuurtoren

nieuwe werkplek van Doarmer

zondag, oktober 18, 2009

Wetteleazens Wetteloosheid

De begeerten en andere menselijke hartstochten zijn op zichzelf niet zondig. En de handelingen die uit deze hartstochten voortkomen zijn dat evenmin, tot de daders een wet kennen die ze verbiedt. Zolang er geen wetten zijn gemaakt, is dit echter niet mogelijk; en er kunnen pas wetten worden gemaakt als men het eens is over de persoon die ze moet maken…………….Recht en onrecht zijn geen eigenschappen van lichaam of geest. Als dat zo was, zouden we ze ook moeten aantreffen bij iemand die alleen op de wereld is, net als zintuigen en hartstochten. Het zijn eigenschappen die betrekking hebben op mensen in de samenleving, en niet in afzondering. Uit deze toestand volgt verder dat er geen bezit of eigendom bestaat, geen duidelijk onderscheiden mijn en dijn; maar dat alles wat iemand krijgen kan van hem is, zo lang als hij het weet te behouden. Tot zover de ellendige toestand waar de mens zuiver door de natuur in verkeert.

Thomas Hobbes (1588-1679)

Doarmer is het helemaal eens met Hobbes, er moeten regels zijn, want anders krijg je een gekkenboel. Natuurlijk worden die regels wel eens overtreden, want de mens is gelukkig niet perfect, maar dat wil niet zeggen, dat je daarom die regels moet afschaffen. Doarmer heeft dan ook moeite met die zogenaamde vrijbuiters, die wel claimen dat ze antiburgerlijk zijn, maar daarin blijven steken of hooguit als alternatief een door drank of ander genotsmiddel verdoofd bestaan aanbieden.

zaterdag, oktober 17, 2009

Gjin ambysje Geen ambitie

Vandaag las Doarmer een artikel waarin van een volk gezegd wordt, dat het een laag ambitieniveau heeft. Dit zou o.a. blijken uit het feit, dat ze “lagere”schooltypes bezoeken, terwijl hun examenresultaten hoger zijn, typische onderpresteerders dus. Aangezien Doarmer zelf ook tot dit volk behoort, wil hij toch even reageren. Zou het niet kunnen zijn, dat dit volk het behalen van een diploma iets meer relativeert, is dat het enige waar het om gaat in het leven, begint het mens-zijn bij het HAVO-diploma? Bovendien uit hun geschiedenis blijkt helemaal niet dat ze zo weinig ambities hebben , wie heeft per slot van rekening de Romeinen tegengehouden en zouden ze talrijker zijn, dan kon de rest er goed last van krijgen, want ze zijn niet te beroerd om carrière te maken en bijvoorbeeld een bank op te richten.

donderdag, oktober 15, 2009

In dûmny Een dominee

Ga naar de volgende site. Ga naar media, dan You Tube en tenslotte Zelle. U maakt dan kennis met een uitzonderlijke dominee en dat wordt wel eens tijd na al die paters en pastoors!!!!

woensdag, oktober 14, 2009

Jitris eat en neat Nog eens iets en niets

Dialoog tussen christen en heiden

C: Ik weet dat alles wat ik weet, God niet is en dat alles wat ik begrijp, niet op Hem gelijkt, maar dat Hij alles te boven gaat.
H: Niets is dus God.
C: Niets is Hij niet, want dit niets heeft de naam ‘niets’.
H: Als Hij niet niets is,is Hij dus iets.
C: Hij is evenmin iets. Want iets is niet alles. God is echter niet eerder iets dan alles.
H: Wonderlijke dingen beweer je: de God die jij aanbidt, is niet niets en ook niet iets. Dat kan geen verstand vatten.
………………………
C: Hij is niet niets, noch is Hij niet, noch is Hij en is Hij niet tegelijk, maar Hij is de bron en de oorsprong van alle beginselen van zijn en niet-zijn.
H: Is God de bron van de beginselen van zijn en niet-zijn?
C: Nee.
H: Zojuist heb je dat gezegd.
C: Ik heb iets waars gezegd, toen ik dat zei, en nu zeg ik iets waars, nu ik het ontken.

Cusanus ( 1401- 1464)

dinsdag, oktober 13, 2009

Healwiis Ongerijmd

Wij trachten de vraag naar het Niets te stellen. Wat is het Niets?Reeds in de eerste aanloop tot deze vraag doet zich iets ongewoons aan ons voor. Als wij de vraag aldus stellen, poneren wij het Niets bij voorbaat als iets wat zus of zo ‘is’ - als een zijnde. Maar daarvan verschilt het toch juist te enen male. Als wij naar het Niets vragen – naar wat en hoe dat Niets is – dan slaat het onderzochte in zijn tegendeel om. De vraag berooft zich aldus zelf van haar eigen onderwerp. Dienovereenkomstig is ook ieder antwoord op deze vraag van huis uit onmogelijk, want het neemt noodzakelijkerwijs deze vorm aan: het Niets ‘is’ dit of dat. Ten aanzien van het Niets zijn vraag en antwoord op dezelfde wijze ongerijmd.
Heidegger
Wat is het Niets? Het Niets “is” dus nooit.

zondag, oktober 11, 2009

De kaai De sleutel

Jou my de kaai ,
doch it hoeden, wifkjend,mar eangje net.
Dan sil ik de wei iepenje,
de mei tateblom beseame wei nei dyn siel,
en sil ik heinebalje mei dyn tinzen,
sadat hja in part fan my wurde sille
en gearwoeksen dûnsje wy fierder
yn in ivich no.
Sil ik, sille wy…………

zaterdag, oktober 10, 2009

Kwytreitsje Kwijtraken

Want als het punt is bereikt dat je iets weggeeft omdat je het toch niet meer vast kunt houden, dan is het bijna altijd beter dat kwijt te raken door geweld dan door angst voor geweld. Want als je toegeeft uit angst, dan doe je dat om een oorlog te vermijden, en meestal komt die dan toch. Als je namelijk iemand door een duidelijk laffe opstelling zijn zin hebt gegeven, dan zal die het daar niet bij laten: hij zal je nog meer af willen nemen, zich nog agressiever gaan gedragen, en nog minder respect voor je krijgen…… Als je daarentegen ,zodra de bedoelingen van je tegenstander duidelijk worden, voorbereidingen treft voor een krachtmeting, ook al ben je minder sterk, dan zal die respect voor je krijgen.
Machiavelli: Discorsi, gedachten over politiek en staat (ca.1519)

vrijdag, oktober 09, 2009

It ûntwyk Het toevluchtsoord

Rijke mensen hebben dat goed begrepen: wil je kunnen genieten dan moet je vooral niet werken. Zo ken ik een ondernemer die vindt dat iedereen tot op hoge leeftijd dient door te werken, maar voor zichzelf al zijn exit ruim voor zijn 65e geregeld heeft. Kijk, dat toont wijsheid……..Kun je werkelijk niet ontsnappen aan het werk dan is het zaak om er geestelijk en emotioneel afstand van te nemen. Je overleeft de mismatch het best door te doen alsof je hart voor de zaak hebt, terwijl je zelf heel goed weet dat het ergens anders ligt. Veel mensen die in de komende jaren gedwongen zullen worden om onder slechtere arbeidsomstandigheden langer te werken zullen tot deze remedie hun toevlucht nemen.

Joep Schrijvers

donderdag, oktober 08, 2009

In reinige hjerstjûn Een regenachtige herfstavond

Drie dames uit de kunsthandel in discussie over de prijs van een schilderij. Geld speelt in die wereld geen rol!

Gisteravond bezocht Doarmer in het dorp W. een lezing over een schilder en het meest interessante aan deze schilder is dat hij uit het onderw. kwam maar het krijtje heeft verruild voor de penseel , hetgeen bewijst dat mensen uit het onderw. toch ook wel iets anders kunnen. Ook het publiek was interessant, iedereen uit W. of de wijde omgeving, die op kunstzinnig gebied maar iets “voorstelt”, was aanwezig, de gemiddelde leeftijd was dus ook dusdanig, dat Doarmer, hoewel al op leeftijd, zich een kind voelde, hetgeen bewijst dat jonge mensen nog geen esthetisch gevoel hebben ontwikkeld. De schilder had zich gespecialiseerd in het schilderen van vee en het was te merken, dat de mevrouw, die de lezing verzorgde, hierin niet zo thuis was, dus koeien, stieren en pinken werden wel eens verwisseld, hetgeen bewijst, dat je zulk werk toch weer beter aan boeren of hun afstammelingen kunt overlaten. Tenslotte de schilder in kwestie bleek een halve Fries te zijn, hetgeen bewijst, dat…… Ja, zo’n regenachtige herfstavond in een zaaltje ergens in een dorp levert heel wat nieuwe inzichten op.

dinsdag, oktober 06, 2009

Gjin foet oan'e grûn Geen voet aan de grond


Yn stee fan In plaats van

‘Max Salter’, zei Polly,’ je staat nu al twintig minuten te verkondigen dat we niet bestaan. Dat is toch een zinloze onderneming? Of je hebt ongelijk, en dan sta je onze tijd te verspillen. Of je hebt gelijk – en waarom zou je dan de moeite nemen tegen ons te praten? Je had altijd al idealistische neigingen.’
‘O?’Ben was verbaasd. Max wekte niet echt de indruk dat hij streed voor een betere wereld.
‘Hier betekent idealisme dat je ervan uitgaat dat niets bestaat, behalve in de ervaringen van de menselijke geest, of ideeën,’ legde Lila uit. ‘Er zijn geen vaste voorwerpen die blijven bestaan als we ze niet ervaren; in plaats daarvan is de wereld niets meer dan een constructie die uit deze ervaringen is samengesteld. De bewering dat een boom bestaat, betekent eenvoudig “ er is een boom gezien”.’
Lucie Eyre

zondag, oktober 04, 2009

Befiemje Omvatten

Tijdens het rennen ren ik gewoon. In principe loop ik in een leegte. Of misschien moet ik zeggen dat ik loop om een leegte te creëren. Vanzelfsprekend glippen in die leegte ook af en toe spontaan gedachten binnen. De menselijke geest kan immers niet volledig leeg zijn. De psyche is niet sterk en ook niet coherent genoeg om een leegte te omvatten. Toch blijven de gedachten die tijdens het hardlopen mijn geest binnendringen ongeschikt aan de leegte. Ze zijn geconstrueerd op basis van leegheid, niet op basis van inhoud.
Murakami

zaterdag, oktober 03, 2009

Patsje Zoenen

Nu, payerke, nu! com, pay my den red!
Ick liaeu du wirste nein payen sed.
Al jough ick dy tusen patkes deis
Allijckewol seiste: jitte reis.

Al ick dy sjoch mey’t geel cruus hijr,
Een dey wirt my wol tusen jijr.
So jerne woe ick witte, oft æck de wird is,
Dat de monen binne, lijck de stirt is.

Twee “erotische” versjes uit ca. 1600

vrijdag, oktober 02, 2009

Ynmoedich laitsje Ernstig lachen

Televisiereclames proberen ons ook aan het lachen te maken, maar bij Nietzsche gaat het veel dieper dan grappig zijn. Bij hem is het iets existentieels. Je moet om jezelf kunnen lachen in het licht van de onzinnigheid van het bestaan, in de wetenschap van je eigen sterfelijkheid. Voorbij de grenzen van je eigen zelfrespect wordt lachen bij Nietzsche een vorm van therapie. Vrolijke wetenschap betekent dat je als wetenschapper om je eigen waarheid moet kunnen lachen; het hele leven als een mop. Die mop moet je niet luchtig opvatten. Nietzsche wist dat het leven ook lijden was. Het is een enorm gevecht om alsnog om het bestaan te kunnen lachen…… Vooral in zijn latere werk is hij in gevecht met ‘het kuddedier’ , de massa….. Het is een keuze die iedereen moet maken; kies je voor de veiligheid of kies je voor een risicovol bestaan. Zelf heb ik het geluk dat ik nooit een goede baan heb gehad waar een bepaalde aanpassing voor nodig is. In onze cultuur is werken een soort religie. Dat merkte Nietzsche ook.

N. Helsloot