Difficilia quae pulchra
Erasmus
Wat moeten wij toch met al die vogels?
Uitgedost en opgedoft,
wiegend, dromend
door gebladerte omarmd.
Nu eens zingend op een tak
dan weer dansend
door nevelige voorjaarsweiden.
Eenzaam en in groepen
kleurrijk
en in stemmig zwart.
Wat moeten wij toch met al die vogels?
Bevrijd van zwaartekracht
kopje half in de wolken
zeilend op elke windvlaag,
reikend naar een horizon,
die geen einde is.
Wat moeten wij toch met al die vogels?
Nee......
liever blijf ik
met lome vleugels van melancholie,
aards..............
in onvervuld verlangen