De
taal is misschien niet, zoals Aristoteles beweerde, die neutrale en
gepacificeerde plek waar mensen elkaar in woorden tarten; evenmin is het, zoals
de marxisten beweren, een politiek instrument waarvan onderdrukkers en
onderdrukten zich beurtelings bedienen; ook is het daarom nog niet, zoals
aanhangers van Foucauld zeggen, een inzet, de beslissende inzet zelfs, in de strijd
om de macht. Het is werkelijk macht, de vorm zelf van de macht, volkomen
gevormd uit macht tot in de eenvoudigste vormen van haar retorische wendingen.
Bernard-Henri
Lévy