Er staat een harde wind en de golven slaan over het vlot heen, terwijl we hier over de Wolga varen. Ook bij de andere vlotten is dit het geval. Alles is nat en de dekens, die we van de huisvrouwen hebben gekregen blijken kwalitatief niet al te best te zijn, ze houden het vocht in elk geval niet tegen.Het verhaal gaat, dat de pastoor de ingezamelde dekens voor eigen winst verkocht heeft en ons met rommel heeft opgescheept en waar blijven de oliepakken en de matrozenmutsen, die ze ons beloofd hebben? Het meest heb ik nog medelijden met de geiten, hun vacht is werkelijk doorweekt en het is net alsof ze mij allemaal met een licht verwijtende blik aankijken. Ik had dit ook niet verwacht, ik dacht na de kou van de Oeral hebben we het ergste gehad, maar deze nattigheid is veel erger. De rivier is hier zo breed, dat we nauwelijks de oevers kunnen zien, bovendien is de stroomsnelheid ontzettend groot, als hier een herder of een geit over boord valt, dan zijn we die definitief kwijt. De geiten hebben ook weinig ruimte op de vlotten, want om een voor mij onduidelijke reden vervoeren we ook nog honderden kisten met knoflook, gemberpoeder, peper en vaten met ketjap. Waar dat nu weer goed voor is? Wij krijgen het in elk geval niet bij ons eten, dat zijn nog steeds bruine bonen met af en toe een ananas.
De geitenherder
Geen opmerkingen:
Een reactie posten