dinsdag, februari 14, 2006

Een griezelverhaal uit de 21ste eeuw

1. Van beheersing naar bezieling
Bij de start van de cursus maken we duidelijk dat organisaties in de toekomst steeds minder beheersbaar zullen zijn. In de context van toenemende onzekerheid wordt bezieling de nieuwe uitdaging. Dit perspectief veronderstelt evenwel een totaal andere benaderingswijze.
2. De effectieve manager is een leader
We gaan ervan uit dat een effectieve manager ook een leader is die op een groeibevorderende manier leert om te gaan met zijn mensen.
3. Kernkwaliteiten en kernkwadranten
Uitgaande van onze ervaringen als leidinggevende, gaan we op zoek naar onze kernkwaliteiten en de concrete valkuilen waar we voortdurend in trappen. We leren beseffen dat ons gedrag ook bij het leidinggeven vaak een reactief gedrag is dat een remmend effect heeft op onze medewerkers. We sleuren elkaar voortdurend in valkuilen terwijl we elkaar zouden kunnen helpen om onze kernkwaliteiten voluit in te zetten in de organisatie. We zullen leren hoe we de houding van onze medewerkers positief kunnen beïnvloeden vanuit de bezieling en kwaliteit van onze eigen kernkwaliteiten.
4. Kiezen maakt energie vrij
Tenslotte leren we hoe vanuit deze grondhouding een belangrijke bijdrage kan geleverd worden tot de dynamiek en de kwaliteit in onze concrete organisatie. Als iedereen zich betrokken voelt en concreet verantwoordelijkheid opneemt, wordt heel wat dynamiek vrijgemaakt in de organisatie.

12 opmerkingen:

Anoniem zei

Dat griezelverhaal herken ik van de studiedag j.l.; sindsdien griezel ik wat af in mijn werkkring.

Anoniem zei

Beste Grie, Doarmer vindt eigenlijk ook, dat zo'n verhaal meer thuishoort in het twiljocht en niet in het boartersplak en misschien hoort het zelfs daar niet thuis ,want dit verhaal gunt ons een kijkje in een wereld, die je het totale Niets zou kunnen noemen.

Anoniem zei

Directies, dat is natuurlijk andere koek. A. vraagt zich regelmatig af : Zijn ze incompetent, of kunnen ze gewoon niet beter?
Zelfs met dingen die iedereen kan, zoals een rooster maken of een vergadering voorzitten, hebben zij moeite. Leerlingen komen van gesprekken met hen na verwijderingen alleen maar onhandelbaarder terug. Ouders die bellen om te vragen waarom A. nog niet is ontslagen worden beleefd te woord gestaan. Wanneer A. prima lessen geeft, hoort hij niets; wanneer A. beroerde lessen geeft, hoort hij niets; wanneer A. zijn leerlingen één minuut te vroeg het lokaal uit laat, wordt hij op het matje geroepen. Wanneer A.'s leerlingen allemaal slagen, hoort hij niets; wanneer vijftig procent zakt, hoort hij niets; wanneer hij tweehonderd kopietjes te veel maakt, moet hij bij de directeur komen.
De trend is : schuif al het werk af naar middenmanagers; de directie is er voor het beleid, op de korte, middellange en lange termijn.
Middenmanagers zijn sukkels, die voor veel te weinig uren veel te veel taken uitvoeren in de hoop later ook beleid te mogen maken. Zieltjes zijn het.
Beleid ontwikkelen, dat is natuurlijk een prachtbaan, als je van vergaderen houdt en graag dikke pakken papier voltikt. De goden bewaren ons voor een directie, die het beleid ook nog eens wil uitvoeren !

Tips om te overleven :
1. Als ze vragen, hoe het met je gaat, zeg je : goed. Of : slecht. Praat verder alleen over het weer met ze.
2. Geef ze altijd gelijk. Als je ze ongelijk geeft, duurt alles alleen maar langer.
3. Wees altijd vriendelijk. Zeg lachend : Daar heb ik gelukkig geen verstand van.
4. Als je leerlingen verwijdert, zeg er dan niet bij, dat ze zich moeten melden bij die-of-die. Dat scheelt een hoop tijd, voor de leerling én voor jou.
5. Doe zaken die je echt belangrijk vindt schriftelijk af. Maak kopieën. Houd vol. Reageer niet op blunders en beledigingen.
6. Solliciteer nooit naar een staffunctie. Word geen middenmanager. Geef les! Als wij dat nu samen afspreken, is het paradijs binnen handbereik.

Anoniem zei

Beste anonymous, u beschrijft inderdaad de wereld van het Niets, Doarmer ziet deze wereld ook, maar hij bekijkt het met de ogen van " een verwonderd kind", hij ziet het "dorre, rituele gedrag" en heel soms krijgt hij zelfs medelijden, maar zolang er maar een “swietrook fen in wûnderblom” over is , dan de wereld nog niet verloren.Poëzie en speelsheid is het antwoord op de afvinklijst.

Anoniem zei

Zeg, anonieme grapjas,
soms was het even griezelen jouw relaas over directies enzoo. Maar voor het merendeel zwom ik er heerlijk in weg.

Anoniem zei

Doarmer, gelukkig kom jij met jouw bevrijdende woorden over het onderwijs. Ik krijg er bijna vleugels van.

Anoniem zei

Lieve Grie, weet je zeker, dat je geen engel bent?

Anoniem zei

Allez,

das straffe kost, zunne. Gewoon waterzooi voorzetten aan die directies. Drinken wij er rustig een stevige pint bij, en doen of we nergens verstand van hebben. Gewoon de geest leegmaken gelijk een .... een ..... een .....
Leeg dus.

Anoniem zei

Beste Peerke, Doamer is zeer verheugd, dat er ook vanuit het Belgenland belangstelling voor deze weblog is. Het zal onze blik op de subtiele materie, die hier altijd besproken wordt, zonder meer verruimen.

Anoniem zei

nog wat tips om het griezelverhaal te omzeilen (evenals de vorige van koxkollum.nl):

1. Lees en bewaar alleen papieren, die over bepaalde klassen en individuele leerlingen gaan. Gooi alles van meer algemene aard weg en LEES HET NIET!!
(Dat scheelt al veel hoofdbrekens)
2. Negeer alle artikelen in kranten en tijdschriften over onderwijs en LEES ZE NIET!! (Ook dit bespaart veel ellende)
3. Als een conrector, coördinator, middenmanager, afdelingshoofd of hoe ze ook mogen heten je vraagt, waarom je dit-en-dat stuk nog niet hebt ingeleverd, antwoord dan:
a. ik heb het drie weken geleden al ingeleverd ...
b. je moet mijn collega Y hebben ...
c. het komt, het komt ... er is toch geen haast bij?
d. goed dat ik je zie, ik ben de papieren kwijt, ik denk dat de hond ze heeft opgegeten ...
e. je kent mijn standpunt, ik wil eerst een fundamentele discussie, daarna zien we wel weer ...
In de meeste gevallen hoor je nooit meer iets. Als het echt belangrijk was, komen ze nog een paar keer bij je zeuren, maar tegen die tijd heb je wel enig idee waar het over gaat.
4. Betoon je in het openbaar, bij vergaderingen e.d., een warm voorstander van onderwijsvernieuwingen, maar VERANDER NIETS AAN JE LESSEN !! (Deze regel is 90 % van de collega's al bekend, maar mag hier omwille van de volledigheid niet worden weggelaten)
5. Zeg in het openbaar, op verjaardagen en zo: de werkdruk is ongelooflijk, het wordt steeds zwaarder, ik weet niet hoe ik het volhoudt... Zeg tegen jezelf, drie maal daags: het gaat lekker vandaag; wat een makkie, eigenlijk; leuke klas, 3a; ha, vandaag vallen de lessen in de brugklas uit, kennismakingsdag; morgen vergadering, mooi, dan kan ik nakijken; prima proefwerk, dit, geef ik al 15 jaar; wat, over een week al weer vakantie? Wat ben ik toch een boffer ... (methode- Coué: positieve zelfbevestiging)
6. Bezoek zo veel mogelijk studiedagen en seminars e.d. in werktijd (uiteraard) en vertrek na de koffie.
7. Concentreer je op je lessen en je leerlingen. Daar gaat het om. Dat is je werk. De rest is ijdelheid.
8. Lever je cijfers op tijd in, zorg dat er geen fouten in zitten, geef niet meer dan vier leerlingen een onvoldoende, geef voor activiteiten in het handelingsdeel altijd iedereen een voldoende, bedenk nooit zelf praktische opdrachten, zeg tegen parallelklassen dat ze verschillende toetsen krijgen en geef ze dezelfde, geef ouders altijd gelijk, maar suggereer tegelijk dat hun kind wel erg op zijn tenen loopt, tracteer royaal wanneer je verjaart, geef rondjes op borrels die de school betaalt, zorg dat je goede maatjes bent met de conciërges, praat met stafleden alleen over het weer, wees snel met je correctie, doe af en toe net alsof je de leerlingen een half punt cadeau doet, trek een vrolijk gezicht en maak grapjes, en je zult fluitend de pensioengerechtigde leeftijd behalen. En misschien wil je dan nog wel doorgaan tot je zeventigste ...

Anoniem zei

ja

Anoniem zei

Lieve mensen, het wordt nu allemaal wel heel griezelig. Kunnen we deze discussie ook in het twiljocht voortzetten? Dat er mensen zijn die in zo`n cijfertjeswereld moeten werken. Doarmer moet er niet aan denken en hij is blij dat hij in zijn boartersplak is.