Friesland is een provincie aan het laagste eind van Germanië, gelegen op de oever of kust van de grote zee en met een lang strand. Het begint bij de monding van de Rijn en eindigt in de Deense zee. Het volk dat er woont, wordt door diegenen die in Germanië wonen” Friezen” genoemd. Ze verschillen in kleding en zeden van de Nederduitsers, want alle mannen zijn in de nek gelijk geschoren en ze dragen ronde kransen. Hoe voornamer ze zijn, des te hoger wordt het haar opgeschoren . Het is een volk , sterk van leden en kracht, mooi van lichaam, wreed van gemoed en druk bezig in de velden met lansen en ijzeren geschut……. Het is een vrij volk dat door geen heer is bedwongen. Ze wagen hun lijf zodat ze vrij zullen blijven en ze sterven liever dan dat ze zouden worden bedwongen.
De monnik Bartolomaeus Anglicus in het jaar 1230
De monnik Bartolomaeus Anglicus in het jaar 1230
4 opmerkingen:
Net als de Scandinaviërs en de andere Germaanse stammen doen de Friezen niet veel aan lichaamstaal. Het gezich vertoont weinig expressie. Maar als zij enthousiast worden, dus als ze beginnen te overdrijven, dan keert hun blik voortdurend naar binnen en weer naar buiten, alsof ze een schuur in en uit lopen en zakken met koren de wereld in gooien. Hun intonatie, nooit helemaal vlak, verkrijgt een zangerigheid die Zweeds of Iers aandoet. Ze gebaren met de armen om de onwaarschijnlijke dingen die ze zeggen kracht bij te zetten. Ze lachen veel en verkrijgen een naïeve charme.
Het andere uiterste is dat ze zwaarmoedig, zeurderig en depressief zijn. Ze bewegen niet. De woorden komen alsof ze aan het hozen zijn, en inderdaad bevinden ze zich in zwaar weer. De afwisseling tussen zwaarmoedigheid en enthousiasme lijkt bij de Friezen sterker te zijn dan bij de omringende naties.
Hoe komen de Friezen aan dit artistieke temperament? Opgedaan in koude winters? Als er buiten niets te doen was en alle vreugde en verdriet uit hun binnenste moest komen? Is het een weerspiegeling van het weer, van de vrolijke lente en de zwaarmoedige herfst? Voorlopig moeten we op deze vragen het antwoord schuldig blijven.
aldus: E.Hoekstra in 'Dat zijn nou typisch Friezen'
Beste anonymous, ik denk dat E. Hoekstra,toch niet die man van de slechte Zarathustra vertaling!, niet begrepen heeft dat er twee soorten Friezen zijn, de zwaarmoedige Kleifriezen (zware kleigrond) en de "lichtere" Woudfriezen. Wat de zangerigheid betreft, daar kan ik mij wel in vinden, dat lukt wel met een Friese "l".
Je bent een Fries of je bent het niet. Ik geloof niet (in 'Lichte' en 'Zware' Friezen).
Beste niet-gelovige, u gelooft in de woorden van Goethe "Zwei Seelen wohnen in meiner Brust"
Een reactie posten