De dag waarop de zon uit mededogen
met Hem die haar geschapen had ontkleurde.
werd ik, o liefste, ofschoon ik niets bespeurde,
gevangen door de schoonheid van jouw ogen.
Omdat jouw blikken in mijn richting vlogen
juist op een dag dat heel de wereld treurde
en rouwde om wat eens Gods zoon gebeurde,
werd ik verrast en weerloos meegezogen.
En hete tranen moet ik nu vergieten
door 't schrijnen van de wonden die de schichten
diep in mijn broze binnenste achterlieten.
En ach, hoe kon zich Liefde ertoe verplichten
op mij arglistig pijlen af te schieten
zonder op jou zelfs maar de boog te richten?
Petrarca
2 opmerkingen:
Aardigheidje voor doarmer en anonymous: koop de nieuwe vpro-gids en doe de literaire boekenquiz. Eén en al citaten!
Ik ben lid.
Een reactie posten