Je stem overgiet het duin van mijn borst
in de zachte cabine van hout.
Ten zuiden van mijn voeten was het lente
en ten noorden van mijn voorhoofd bloem van varens.
Pijnboom van licht in de besloten ruimte
die zong zonder dageraad en zaailanden,
en mijn tranen konden voor de eerste keer
kransen van hoop hangen aan het plafond.
Zachte en verre stem voor mij vergoten.
Zachte en verre stem door mij geliefd.
Verre en zachte gedempte stem.
Veraf als een donkere gewonde ree.
Zacht als een snikken in de sneeuwval.
Veraf en zacht in het dichte merg!
Frederico Garcia Lorca (De dichter telefoneert met de geliefde)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten