Of het nu om musiceren gaat of om filosoferen, om schilderen of om dichten – een werk van een genie is niet iets dat ergens toe dient. Nutteloosheid is de karakteristiek voor de werken van het genie, het is er de adelbrief van. Alle overige werken van mensenhand zijn er voor de instandhouding of vergemakkelijking van onze existentie, alleen die speciale waarvan hier sprake is zijn dat niet. Het zijn de enige producten die er uitsluitend omwille van zichzelf zijn en in die zin zijn ze op te vatten als de bloesem of als de zuivere opbrengst van ons bestaan. Bij het genieten ervan gaat dan ook ons hart open, want dan duiken wij op uit de aardse dampen van onze behoeftigheid. Analoog hieraan zien wij ook elders het schone maar zelden met het nuttige verenigd. ………..De mooiste gebouwen zijn niet nuttig: een tempel is geen huis om in te wonen. Dat een mens met edele en zeldzame talenten noodgedwongen louter nuttige bezigheden moet verrichten waartoe ook de banaalste persoon in staat zou zijn geweest, dat is alsof een schitterende, met het fraaiste schilderwerk versierde vaas als kookpot werd gebruikt. En nuttige lieden vergelijken met lieden van genie, dat is als het vergelijken van bakstenen met diamanten
Arthur Schopenhauer
Na het lezen van deze tekst heeft Doarmer zich voorgenomen, nooit weer iets nuttigs te ondernemen. Ook bij zaken, die hem worden opgedragen zal hij de vraag stellen “Het dient toch nergens toe , hoop ik.” Gelukkig is Doarmer werkzaam in een sector, waar hij zich al jarenlang bezig moet houden met dingen, die nergens toe dienen. Wat dat betreft werken er in deze sector alleen maar geniën .
Arthur Schopenhauer
Na het lezen van deze tekst heeft Doarmer zich voorgenomen, nooit weer iets nuttigs te ondernemen. Ook bij zaken, die hem worden opgedragen zal hij de vraag stellen “Het dient toch nergens toe , hoop ik.” Gelukkig is Doarmer werkzaam in een sector, waar hij zich al jarenlang bezig moet houden met dingen, die nergens toe dienen. Wat dat betreft werken er in deze sector alleen maar geniën .
6 opmerkingen:
Grote Doarmer,
Alles heeft zijn keerzijden en daarom voeg ik het volgende ter lering toe:
Ook de filosofie toonde zich in het verleden vaak ronduit geobsedeerd - op zich al een ongezonde geestesgesteldheid! - door de morbide idylle van 'the genie in the bottle', het ondermijnde, uitgeteerde, door intellectuele roofbouw geërodeerde lichaam en zijn zieke geest; ook de geschiedenis van de (moderne) filosofie wordt in zekere zin gekarakteriseerd door een diepgeworteld wantrouwen jegens elk al te zelfbewust vertoon van (mentale) gezondheid, en door de analoge romantisering, soms zelfs idealisering, van de geestesziek(t)e en/of van het zwakke, zieke gestel als existentiële voorwaarde voor de filosofie als zodanig.
Werk is in de westerse wereld steeds meer een levensvervulling geworden, een manier om je te ontplooien, om uit te drukken wie je bent. Wie op feestjes op de vraag ‘En wat doe jij?’ geen interessant antwoord kan geven, merkt al snel dat zijn gesprekspartner na het obligate ‘Even een biertje halen’ niet meer terugkomt. We zijn wat we doen. En dat is geweldig zolang de baan een beetje status heeft en we leuk vinden wat we doen. Maar wat als dat niet meer het geval is?
Altijd gedacht dat het louter intellectuele inspanning tijdens een gesprek met jou was dat leidde tot zo'n immense dorst van je gesprekspartners??
De koning rust
Waarde Zeno, Schopenhauer idealiseert beslist niet een " ziek gestel" . Hij wil alleen maar zeggen, dat de zogenaamde nuttige dingen, niet de ware opbrengst van ons leven zijn. Veel van deze dingen moeten gewoon gebeuren om iets bestaands in stand te houden, maar voegen in zijn optiek weinig toe.En overigens ook Doarmer houdt van een sterk gestel.
Beste hb, misschien dat zelfs een baan met status wel nuttig is en daarom afkeurenswaardig.
Beste lakei, de koning rust, leve de koning!
Een reactie posten