Het is waar, dat een wiskundige, die door een schipbreuk op een onbewoond eiland beland is en in bezit is gebleven van een potlood en aantekenboekje, zal trachten zijn eenzaamheid dragelijk te maken door een berekening, dus de taal der wiskunde zal gebruiken. Het is eveneens waar, dat soms iemand een dagboek bijhoudt, dat voor geen ander oog dan het zijne is bestemd. En ook in het dagelijkse leven gebruiken de meeste van ons woorden, wanneer zij bij zichzelf denken. Toch blijft het hoofddoel van de taal: mededeling aan anderen, en om deze mogelijk te maken, moet zij een algemeen karakter hebben, en geen particulier taaltje van de spreker alleen zijn. Het gevolg daarvan is, dat juist het allerpersoonlijkste in de menselijke ervaring de neiging heeft te vervluchtigen tijdens dit proces van omzetting van de taal. Sterker nog: het algemene karakter van de taal zelf is een hersenschim. Een bepaalde combinatie van woorden zal gewoonlijk door competente hoorders worden uitgelegd op een wijze, die voor hen allen gemeenschappelijk is, maar desalniettemin zal zij niet voor allen dezelfde betekenis hebben. Verschillen, die geen betrekking hebben op de juistheid of onjuistheid van een mededeling, zijn in de regel van weinig praktische betekenis, en worden derhalve genegeerd Het gevolg daarvan is, dat wij allen overtuigd zijn, dat ons persoonlijke wereldje in veel sterkere mate overeenstemt met de algemene wereld, dan in werkelijkheid het geval is.
Bertrand Russell
Geen opmerkingen:
Een reactie posten