Mijn vrouwe draagt de liefde in haar ogen,
en dat waarnaar zij kijkt wordt zacht en goed.
Elk wendt zich naar haar toe, en wie zij groet,
voelt zich geroerd en wordt, het hoofd gebogen,
tot spijt om elke eigen fout bewogen,
terwijl zij achterdocht en overmoed
voor haar volmaakte schoonheid vluchten doet.
Ik eer haar. Steun mij, vrouwen, in mijn pogen.
In ’t hart van allen die haar horen spreken,
wekt zij zo’n deemoed dat men hen nadien
om hun zachtmoedigheid te meer waardeert.
Als zij ons even met een lach vereert,
beseffen wij dat wij een wonder zien
waarvoor ons woorden en begrip ontbreken.
Dante Alighieri (1265-1321)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten