Tenslotte kunnen wij ons vóór de schepping geen tijd of duur voorstellen: deze zijn met de dingen begonnen. Tijd is immers de maat van duur, of liever: is niets anders dan een vorm van denken. Daarom vooronderstelt de tijd niet slechts ieder willekeurig geschapen ding, maar vooral denkende mensen. Duur houdt echter op wanneer de geschapen dingen ophouden te zijn, en begint wanneer de geschapen dingen beginnen te bestaan. Geschapen dingen zeg ik, want dat God geen duur toekomt doch slechts eeuwigheid, hebben wij boven reeds voldoende overtuigend aangetoond. Daarom vooronderstelt duur geschapen dingen, of impliceert ze op z’n minst. Zij die zich echter duur en tijd voorstellen vóór de geschapen dingen, lijden aan hetzelfde vooroordeel als degenen die buiten de materie een ruimte verzinnen, zoals op zichzelf al duidelijk is. Tot zover de definitie van de schepping.
Spinoza (1633- 1677)
De opvatting van Spinoza over de tijd lijkt veel op die van de kerkvader Augustinus (354- 430) , namelijk dat de tijd gelijk met de schepping geschapen is en dat dus de vraag ”wat was er voor de schepping?“ onzinnig is. De opmerking, dat tijd niets anders is dan een vorm van denken vindt men later ook bij Immanuel Kant (1724 -1804).
Spinoza (1633- 1677)
De opvatting van Spinoza over de tijd lijkt veel op die van de kerkvader Augustinus (354- 430) , namelijk dat de tijd gelijk met de schepping geschapen is en dat dus de vraag ”wat was er voor de schepping?“ onzinnig is. De opmerking, dat tijd niets anders is dan een vorm van denken vindt men later ook bij Immanuel Kant (1724 -1804).
1 opmerking:
Spinoza schrijft altijd over Deus sive Natura (= God of de natuur), voor Spinoza is dat hetzelfde
Een reactie posten