Fier wei, mar dochs sjoch ik it sinneljocht derten spegeljen yn de triennen op dyn antlit, lytse fertrietsdripkes, ik priuw it sâlt. Moai bist en by dy fleant hoedzjend de tútfûgel, syn wite wjukken treaste en heine eltse sinnetrien.
1 opmerking:
Anoniem
zei
Oersetting: Ver weg, maar toch zie ik het zonlicht dartel spiegelen in de tranen op je gelaat, kleine druppels van verdriet, ik proef het zout. Mooi ben je en bij je vliegt behoedend de kusvogel, zijn witte vleugels troosten en vangen elke zonnetraan op.
1 opmerking:
Oersetting:
Ver weg, maar toch zie ik
het zonlicht dartel spiegelen
in de tranen op je gelaat,
kleine druppels van verdriet, ik proef het zout.
Mooi ben je en bij je vliegt behoedend
de kusvogel, zijn witte vleugels troosten
en vangen elke zonnetraan op.
Een reactie posten