Het was vandaag warm in het buitengebied. Doarmer moest vroeg beginnen en hij was dus om kwart over zes al uit de veren. Na een ontbijt met een kopje thee fietste hij met een broodtrommeltje en een flesje water achterop naar zijn werkplek, een kruispunt van zandwegen in de nabijheid van het buurtschap Y. De betrekkelijke koelte van de ochtend maakte al snel plaats voor hitte veroorzaakt door een brandende zon. Nergens waren bomen, op het zand kon men een ei bakken. Het was alsof de natuur wilde vaststellen of Doarmer wel een “echte” verkeersregelaar in het buitengebied was en niet slechts iemand die maar doet alsof en als de omstandigheden ook maar een beetje tegenzitten meteen afhaakt. Doarmer was zich bewust van zijn beproeving en haast uitdagend ging hij midden op het kruispunt staan terwijl hij dacht “laat het maar komen, ik ben er klaar voor”. En daar stond hij uitkijkend op vier naar het leek eindeloze zandwegen. Het was moeilijk en er waren momenten, dat Doarmer dacht “ik red het niet”, maar gelukkig was er de hele dag geen verkeer, zodat hij zich helemaal op het regelen kon concentreren. De uren gingen voorbij, af en toe kreeg Doarmer visioenen, hij zag een kerk, een hartje, hij hoorde klokgelui, maar hij realiseerde zich, dat alles wat hij waarnam uit hemzelf kwam en dat hij zijn eigen wereld schiep, zijn droom. En toen ineens was het voorbij, het was acht uur ’s avonds, zijn werk zat erop. Alles was goed gegaan, ook op deze vergeten plek was vandaag het verkeer geregeld en met een goed gevoel fietste Doarmer naar huis, hoewel daar niemand op hem wachtte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten