De voornaamste list die de ascetische priester zich permitteerde om allerlei hartverscheurende, extatische melodieën aan de menselijke ziel te ontlokken, bestond hierin – iedereen weet dat - , dat hij zich het schuldgevoel ten nutte maakte. De oorsprong daarvan is in de vorige verhandeling in het kort omschreven – als een stuk dierpsychologie en meer ook niet: het schuldgevoel troffen we daar als het ware in zijn onbewerkte toestand aan. Pas onder de handen van de priester, die onvervalste kunstenaar van de schuldgevoelens, heeft het vorm gekregen - en wat voor vorm! De “zonde” – want zo heet de priesterlijke versie van het dierlijke “slechte geweten” ( de naar binnen gerichte wreedheid)- is tot nu toe de grootste gebeurtenis in de geschiedenis van de zieke ziel geweest: in haar hebben we het gevaarlijkste en rampzaligste meesterstukje van religieuze interpretatiekunst. De mens aan zichzelf lijdend , op welke manier dan ook, maar in elk geval in fysiologisch opzicht, zoals een dier dat in een kooi zit opgesloten, niet begrijpend waarom of waartoe?....... hij krijgt een aanwijzing , hij krijgt van zijn magiër, de ascetische priester, de eerste aanwijzing omtrent de oorzaak van zijn lijden: hij moet haar in zichzelf zoeken, in een schuld, in een stuk verleden, hij moet zijn lijden als een straftoestand zien.
Fr.Nietzsche: Zur Genealogie der Moral
Fr.Nietzsche: Zur Genealogie der Moral
Geen opmerkingen:
Een reactie posten