Dank zij het werk van de slaaf kan de barbaarse meester plaats maken voor de beschaafde meester.........De slaaf ontsnapt aan zijn status door meester te worden en niet door de meesters te verdrijven. Hij treedt in hun gemeenschap binnen door deel te hebben in dat wat hun meesterschap uitmaakt, door te delen in hun doodsangst. Hij moet zich “dompelen in de absolute angst”. Hij moet boven de “bijzondere angsten" uitstijgen, boven de angst om het een of ander ding te verliezen, of zelfs zijn leven. Hij moet zijn werk niet als bevrijdend vereren, maar ontdekken dat het “verkruimeld” is en het tot kruimels reduceren...... Het werk is een "uitgestelde dood" (Hegel), voor de gedisciplineerde arbeider die iedere morgen "zijn lot moet doden" om aan het werk te kunnen gaan, en voor de burger die niet opeenhoopt om te leven maar leeft om opeen te hopen.
André Glucksmann: Les maîtres penseurs
Geen opmerkingen:
Een reactie posten