En op een zekere keer gaf Zarathoestra zijn jongeren een teken en hij sprak tot hen deze woorden:
“ Hier zijn priesters; en ofschoon zij mijn vijanden zijn, gaat stil aan hen voorbij en met slapend zwaard!
Ook onder hen zijn helden; velen hunner hebben te veel geleden; daarom willen zij anderen doen lijden.
Boze vijanden zijn het: niets is wraakzuchtiger dan hun deemoed. En dra bezoedelt hij zich, die hen aanvalt.
Doch mijn bloed is met het hunne verwant: en ik wil mijn bloed nog in het hunne gehuldigd weten.”
En toen zij waren voorbijgegaan, overviel Zarathoestra de smart; en niet lang had hij met zijn smart geworsteld of hij begon aldus te spreken:
“ Zij verdrieten mij, deze priesters. Zij beledigen ook mijn smaak, maar dat is het minste, sinds ik onder de mensen ben. Doch ik lijd en leed met hen: gevangenen zijn zij mij en getekenden. Hij, die zij verlosser noemen sloeg hen in boeien. In boeien van valse waarden en waanwoorden! Ach dat iemand hen toch van hun verlosser verloste!”
Friedrich Nietzsche
“ Hier zijn priesters; en ofschoon zij mijn vijanden zijn, gaat stil aan hen voorbij en met slapend zwaard!
Ook onder hen zijn helden; velen hunner hebben te veel geleden; daarom willen zij anderen doen lijden.
Boze vijanden zijn het: niets is wraakzuchtiger dan hun deemoed. En dra bezoedelt hij zich, die hen aanvalt.
Doch mijn bloed is met het hunne verwant: en ik wil mijn bloed nog in het hunne gehuldigd weten.”
En toen zij waren voorbijgegaan, overviel Zarathoestra de smart; en niet lang had hij met zijn smart geworsteld of hij begon aldus te spreken:
“ Zij verdrieten mij, deze priesters. Zij beledigen ook mijn smaak, maar dat is het minste, sinds ik onder de mensen ben. Doch ik lijd en leed met hen: gevangenen zijn zij mij en getekenden. Hij, die zij verlosser noemen sloeg hen in boeien. In boeien van valse waarden en waanwoorden! Ach dat iemand hen toch van hun verlosser verloste!”
Friedrich Nietzsche
Geen opmerkingen:
Een reactie posten