Ik beweer dat de tafel waarop ik schrijf bestaat, dat wil zeggen dat ik hem zie en voel, en wanneer ik buiten mijn studeerkamer zou zijn, zou ik zeggen, dat hij bestond, daarmee bedoelend dat ik hem zou kunnen waarnemen als ik in mijn studeerkamer was, of dat een ander geestelijk wezen hem feitelijk waarneemt. Er was een geur, dat wil zeggen: deze werd geroken; er was een geluid, dat wil zeggen: het werd gehoord; een kleur of vorm, en die werd waargenomen door het gezichtsvermogen of de tastzin. Dit is alles wat ik kan verstaan onder deze en soortgelijke uitdrukkingen. Want wat er beweerd wordt over het absolute bestaan van niet-denkende dingen zonder enige relatie tot het waargenomen worden ervan, dat lijkt mij volkomen onbegrijpelijk. Hun esse is percipi (1), en het is ook niet mogelijk dat ze zouden bestaan buiten de geesten of denkende dingen die ze waarnemen. De meeste mensen zijn inderdaad vreemd genoeg van mening dat huizen, bergen, rivieren, kortom alle waarneembare voorwerpen van nature of werkelijk bestaan, onafhankelijk van het door het verstand waargenomen worden ervan.
George Berkeley (1685- 1753)
(1) Zijn is waargenomen worden. Als iets niet waargenomen wordt, dan bestaat het niet. Een wezen met zintuigen en een soort verstand dat alles “construeert” (zie Kant) is nodig,om iets tot “bestaan” te brengen. Met dit in gedachten heeft Doarmer nieuwe kleding besteld, twee setjes, één lokaalkleurig , de ander zwart met een bloemetje.
George Berkeley (1685- 1753)
(1) Zijn is waargenomen worden. Als iets niet waargenomen wordt, dan bestaat het niet. Een wezen met zintuigen en een soort verstand dat alles “construeert” (zie Kant) is nodig,om iets tot “bestaan” te brengen. Met dit in gedachten heeft Doarmer nieuwe kleding besteld, twee setjes, één lokaalkleurig , de ander zwart met een bloemetje.
3 opmerkingen:
Op school stonden ze op het bord geschreven,
het werkwoord hebben en het werkwoord zijn;
hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven,
de ene werkelijkheid, de andere schijn.
Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven.
Is van de wereld en haar goden zijn.
Zijn is, boven de dingen uitgeheven,
vervuld worden van goddelijke pijn.
Hebben is hard. Is lichaam. Is twee borsten.
Is naar de aarde hongeren en dorsten.
Is enkele zinnen, enkel botte plicht.
Zijn is de ziel. Is luisteren. Is wijken.
Is kind worden en naar de sterren kijken,
en daarheen langzaam worden opgelicht.
Ed Hoornik
Dr.Oetker, erg diep! Hebben is niets, het doet Doarmer denken aan het Encheiridion van Epictetus, maar wat zijn is, is soms ook verwarrend. Een fraai gedicht!
Ik zat in een Joods kinderkamp in Amerika. Was er counselor. Net twee weken. Had enorme kiespijn.
voelde me gastarbeider. 's Avonds ging ik naar de heuvel. Lag op de grond. Alleen. Keek naar boven. Naar de sterren. Voelde me intens gelukkig. Want ik besefte Hoornik's woorden: Zijn is de ziel. Is luisteren. Is wijken.
Is kind worden en naar de sterren kijken,
en daarheen langzaam worden opgelicht. (!)
Een reactie posten