De vraag of materie bestaat brengt twee verschillende problemen met zich mee, en het is van belang deze goed uit elkaar te houden. Gewoonlijk wordt onder “materie” iets verstaan dat tegengesteld is aan “geest”, iets dat ruimte inneemt, en dat volstrekt niet in staat is tot enig denken en bewustzijn. Het is vooral in deze zin dat Berkeley de materie ontkent; dat wil zeggen, hij ontkent niet dat de sense-data (1)die we gewoonlijk als tekenen van bestaan van de tafel beschouwen inderdaad tekenen zijn van iets dat onafhankelijk van ons bestaat; maar de gedachte dat dat “iets” niet van geestelijke aard zou zijn, dus geest noch ideeën van een geest, wijst hij af. Hij erkent dat er iets moet zijn dat blijft voortbestaan, wanneer wij de kamer verlaten of onze ogen sluiten, en dat wat we noemen het zien van de tafel ons inderdaad aanleiding geeft te geloven dat er iets is dat blijft, ook als we het niet zien. Maar in zijn opvatting kan dit iets niet naar aard en wezen verschillen van wat we zien, kan het niet onafhankelijk zijn van enig zien, ook al moet het wel onafhankelijk zijn van ons zien. Zo komt hij er toe de werkelijke tafel te beschouwen als een idee in het denken van God.
Bertrand Russell
(1) zintuiglijke gewaarwordingen als kleuren, geluiden,geuren, hardheid enz.
“Zijn is waargenomen worden”. Als wij de tafel zien, is hij er . Als wij de tafel niet zien, ziet misschien een ander met soortgelijke zintuigen, bijvoorbeeld een ander mens, de tafel en dan is hij er ook. Wat is er echter als er niemand zou zijn, die kan zien (As nimmen sjocht). Op basis van gegevens aangeleverd door onze zintuigen schept onze geest een bepaald beeld van de “werkelijkheid “. Kant zal zich hier later nog mee bezighouden. Wat is de werkelijkheid “an sich”? Voor de bisschop Berkeley is het antwoord duidelijk, er is één iemand, die altijd alles ziet en dat is God en daardoor “ is “ ook alles. Indien men echter de oplossing van Berkeley afwijst, dan blijft het probleem bestaan. Op een wereld zonder wezens met oren, maakt de branding van de zee geen geluid, het geluid “ontstaat” pas bij de ontvanger.
Bertrand Russell
(1) zintuiglijke gewaarwordingen als kleuren, geluiden,geuren, hardheid enz.
“Zijn is waargenomen worden”. Als wij de tafel zien, is hij er . Als wij de tafel niet zien, ziet misschien een ander met soortgelijke zintuigen, bijvoorbeeld een ander mens, de tafel en dan is hij er ook. Wat is er echter als er niemand zou zijn, die kan zien (As nimmen sjocht). Op basis van gegevens aangeleverd door onze zintuigen schept onze geest een bepaald beeld van de “werkelijkheid “. Kant zal zich hier later nog mee bezighouden. Wat is de werkelijkheid “an sich”? Voor de bisschop Berkeley is het antwoord duidelijk, er is één iemand, die altijd alles ziet en dat is God en daardoor “ is “ ook alles. Indien men echter de oplossing van Berkeley afwijst, dan blijft het probleem bestaan. Op een wereld zonder wezens met oren, maakt de branding van de zee geen geluid, het geluid “ontstaat” pas bij de ontvanger.
2 opmerkingen:
Maar Allez zeg,
das straf zunne:
Jullie zien Peerke niet
Jullie horen Peerke niet
Jullie ruiken en voelen Peerke niet.....
Bestaat Peerke dan niet meer.....?
Weet ge wat, als de eerste Bussumsche Brief verschijnt is het mischien goed een glas te heffen, het liefst met een goe pinteke.
Dan weet ge, Hij bestaat, en Peerke ook.
Maar Peerke, u bestaat voor ons meer dan heel wat "figuren', die wij elke werkdag om ons heen zien.
Een reactie posten