Wittgenstein beschrijft in de Tractatus de hele wereld in duidelijke zinnen, maar beseft ook dat dit wereldbeeld grenzen heeft: over moraal of de zin van het leven kan niet gesproken worden in de logische taal. Dat komt omdat zinnen waarin een waarde uitgedrukt wordt, of het doel van het bestaan, niet refereren naar iets zichtbaars. De zin “ de kat zit op de stoel” verwijst immers niet op dezelfde manier naar de wereld als “ de kat mag niet op de stoel zitten.” Het doel van de wereld, of de morele goedheid of slechtheid van een situatie kan volgens Wittgenstein alleen getoond worden aan een persoon, maar je kunt er niet over praten. De laatste zin van de Tractatus luidt dan ook “ Van dat waarover niet kan worden gesproken, moet men zwijgen(1).”
Wittgenstein was ervan overtuigd dat hij alle filosofische problemen met dit eerste boek had opgelost en vond dat hij op de universiteit verder weinig te zoeken had. Hij verliet het prestigieuze Cambridge, waar hij werkte en vertrok naar een klein Oostenrijks dorpje om onderwijzer te worden.
S. van der Burg
(1) Wittgenstein gebruikt het werkwoord “ müssen” en niet “sollen”, waarmee hij aangeeft, dat men geen andere keus heeft. Ook al zegt men bijvoorbeeld iets over goed en kwaad, in feite zwijgt men, want je kunt er niets zinnigs over zeggen.Later is Wittgenstein teruggekomen op zijn opvattingen uit de Tractatus. Hij schrijft dan nog de Philosophische Untersuchungen, waarin hij met het begrip “taalspel” werkt.
Wittgenstein was ervan overtuigd dat hij alle filosofische problemen met dit eerste boek had opgelost en vond dat hij op de universiteit verder weinig te zoeken had. Hij verliet het prestigieuze Cambridge, waar hij werkte en vertrok naar een klein Oostenrijks dorpje om onderwijzer te worden.
S. van der Burg
(1) Wittgenstein gebruikt het werkwoord “ müssen” en niet “sollen”, waarmee hij aangeeft, dat men geen andere keus heeft. Ook al zegt men bijvoorbeeld iets over goed en kwaad, in feite zwijgt men, want je kunt er niets zinnigs over zeggen.Later is Wittgenstein teruggekomen op zijn opvattingen uit de Tractatus. Hij schrijft dan nog de Philosophische Untersuchungen, waarin hij met het begrip “taalspel” werkt.
3 opmerkingen:
En ik maar denken dat Tractatus iets van doen had met de verjaardag van Sint Nicolaas.
Dodenrit Redux
(Op de wijs van Dodenrit van Drs. P.)
Toen de Mammoetwet er kwam, was ik nog groen als gras.
Inmiddels sta ik - pak ‘m beet - dertig jaar voor de klas.
Aan burn-out lijd ik zeker niet, al ben ik veteraan.
Het leraarschap vind ik nog steeds de ideale baan.
In de vakantie stort ik mij met liefde op mijn vak.
Zo eind Augustus kriebelt het, dan wil ik aan de bak.
De eerste les doe ik literatuur, da’s al jaren vaste prik.
Ik heb zo’n klas dan in de ban, dat geeft me echt een kick.
Alleen dit jaar - ‘k zit middenin een gedicht van Mallarmé -
Klinkt daar ineens een schelle stem: "Is dit Frans één, of twee?"
Eerst denk ik gepikeerd: jou neem ik snel te grazen,
Totdat ik ruw ontwaak: (shit!) Dit is de Tweede Fase!
Ze werken nu zelfstandig, ja, ze werken zonder mij.
Ik gaf ze een studiewijzer en de gezichten stonden blij.
Zo’n poster-presentatietje, dat vinden ze best gaaf.
Ze knippen en ze fröbelen, en zijn aandoenlijk braaf.
Behalve natuurlijk Ivan, die eist brutaal een vink.
Als ik standvastig weiger, wordt dat kreng behoorlijk link.
Hij wappert met zijn poster, een vrijwel leeg paars vel -
En hij verlangt inzage ... in mijn correctiemodel.
Dat heb ik niet, die flauwekul, en daarin sta ik zwak.
‘t Staat voorgeschreven in de wet, dat weet die etterbak!
Hij tergt mij tot het uiterste, tot ik zijn blad verscheur.
Daar komt geheid gelazer van, ‘k moet naar de Inspecteur:
"Het spijt me dat ik het zeggen moet, uw aanpak is feodaal.
Ga eens op opfris-cursus, kijk in andermans lokaal.
De collega’s uit uw sectie die pakken het prima op,
En u loopt hier als enige met zo’n verbeten kop."
Na die kwalijke affaire schrijft hij een scherp rapport.
Een anachronisme zou ik zijn, met voor mijn kop een bord.
In de les lees ik de Paris Match, ik zwijg voortaan als het graf.
Wanneer ik mijn paraafjes zet, kan er geen lachje af.
Na vijf minuten 'leren leren' houdt de jeugd het voor gezien.
Dan pakken ze hun mobieltje, of de grafische rekenmachine.
Ook bloeit er in mijn lessen een prille jeugdromance.
Laissez faire! Laissez aller! Ze kunnen nog herkansen.
Na de eerste repetitie zit dat stel in zak en as.
Hoewel die zwakke drie punt vier toch loon naar werken was.
Hun krokodillentranen, wanhoopskreten, luid gezucht,
Onderstrepen mijn gelijk: geen prestaties zonder tucht!
In die logische conclusie sta ik geïsoleerd.
Het ligt niet aan ’t systeem - de invulling is verkeerd!
Het LAKS (what’s in a name?) roept op tot massaal protest.
Ik lees mijn Paris Match en vind het allemaal wel best.
De eieren vliegen door de lucht, zie ik op het journaal -
Kamerleden spreken laf van "een duidelijk signaal".
Ik dacht die Karin Adelmund verlangt eerst een excuus
En verzwaart dan het programma met minstens duizend slu’s.
Helaas, toen ik vanochtend het studiehuis binnenkwam
Lag daar collega Wijkstram, hij was een gebroken man.
"ANW wordt afgeschaft, mijn vak gaat naar de knoppen.
Wanneer dit zo verder gaat, kan ik maar beter stoppen!"
Versnipperd op de grond liggen zijn fraaie PTA’s,
En ook de leraar Duits kan zijn emoties niet de baas.
Dat vak is vrijwel kaltgestellt, voor de havist althans,
Ook pleegde men euthanasie op mijn geliefde Frans.
Het is dankzij die maatregel dat ik weer toekomst zie.
In het kader van de nazorg geef ik bezigheidstherapie.
In de vrijgekomen uren van onze vierde klassen
Verzamel ik de collega’s om fijn te klaverjassen.
Soms missen wij bij het kaartspel wel eens een vierde man.
Dan is daar zonder mankeren mijn grote vriend .... Ivan!
Hij verzorgt de puntentelling en dat is een puik idee.
Dat telt als praktische opdracht voor wiskunde A en B!
Het Nederlandse onderwijs zat even in een dip.
Gelukkig maakte Adelmund één, twee, drie schoon schip.
Feitenkennis behoort voorgoed tot een grijs verleden.
Wij kunnen prima zonder, LEVE DE VAARDIGHEDEN!
Zo zit ik in de mediatheek uur in uur uit te chatten.
Ik volg de AEX, of speel internetroulette.
Ik leg het steeds weer uit aan geschokte buitenlanders:
Dit is ons nieuwe image: LERAAR, ELKE DAG ANDERS!
De knop moest even om, bij mijzelf nog wel het meest.
Die Tweede Fase is echt relaxed, ik word een party-beest!
De inspecteur is dol op mij en hij prijst mijn souplesse:
"Geef het toe, dit is meer FUN dan die frontale lessen!"
Voor CKV doen ze vandaag examen in vingerverven.
Ik heb surveillance, maar ... niets kan mijn dag bederven!
Voor ik hem vrolijk uitzwaai, bedank ik die man beleefd
Dat hij mij toen ik dwaalde op tijd teruggefloten heeft.
Dr.Oetker, Doarmer kent deze P. nog van de universiteit van Harderwijk.
Een reactie posten