Buiten is duisternis, het is guur en Doarmer zit binnen in een onderw. instelling. Naast hem zit Dr.Oetker, die probeert wat poëzie over de dorre formulieren te gieten. Doarmer heeft het gevoel, dat vanavond de wereld zal vergaan, hoewel dat op zich merkwaardig is, want volgende week is het Sinterklaas en daarna vliegen de kerstengelen al weer uit. Bovendien vraagt hij zich af, of zo'n onderw.instelling de ondergang van de wereld wel opmerkt. Waarschijnlijk zal hooguit gezegd worden "als de l. maar niet de dupe wordt en de lessen doorgaan ."
3 opmerkingen:
Het lijkt mij eerder de vraag of de wereld de op handen zijnde ondergang der onderw. instellingen wel opmerkt. Overigens lijkt de vrees dat in dat geval de leerlingen de dupe zouden zijn iedere grond te missen. Zij zoeken hun heil toch al bij voorkeur buiten die onwelriekende kotten in een niet door managers "geordende" wereld. Boze tongen beweren, dat de zaligheid zelfs voor lieden zonder levensloopregeling, afvink- formulieren en in teamverband genoten cursussen binnen handbereik ligt. Inderdaad, het einde der tijden lijkt hoe dan ook nabij.
Waarde pater, toch blijft Doarmer het gevoel houden, dat als de "Godenschemer" plaatsvindt, de lessen gewoon doorgaan, waarbij "doorgaan" natuurlijk de betekenis heeft, dat ergens op een afvinkformulier staat, dat het zo is en dat zich in het gunstigste geval wat figuren in een ruimte ophouden, waarvan je dan één docent zou kunnen noemen.
Alhoewel Doarmer zich van een wollig taalgebruik bedient (waar is hij hiermee besmet geraakt?)en de vage uitdrukking "het gevoel houden" bezigt, bedoelt hij ongetwijfeld, dat hij het ware geloof in de doorlopende leerwegen bezit. Inderdaad, wij mogen geloven, dat of de wereld nou vergaat of niet de lessen althans op papier volgens de rooster gegeven worden. Er zal dus de facto niets veranderen.
Dat Doarmer zijn geloof zo weinig expliciet belijdt, is jammer, maar kan hem ook weer niet euvel geduid worden. Immers, als Fries kan hij zich maar moeilijk onttrekken aan de kwade reuk van bloeddorst, waarin deze heidense stam sinds de zomer van 754 staat. Dat hij zich tegenwoordig houdt aan de Lex Frisionum is een bewijs, dat hij de juiste weg bewandelt. Zoekt hij voor steun in zijn geestelijke nood nog een goede koots, dan wete hij gelijk een ieglijk, dat hij deze gevonden heeft in de persoon van u aller herder, pater Pierre de Bree s.j.
Een reactie posten