Om rechtvaardig over de moraal te denken, moeten wij haar door twee zoologische begrippen vervangen: het temmen van het dier en de teelt van een bepaalde soort.
De priesters hebben altijd voorgegeven dat zij willen “verbeteren”. Maar wij lachen als een dierentemmer over zijn “verbeterde” dieren zou willen spreken. Het temmen van het dier wordt in de meeste gevallen door een beschadiging van het dier bereikt: ook de morele mens is geen beter mens, maar slechts een verzwakt mens. Maar hij is minder schadelijk…..
De geprezen toestanden en begeerten: vredig, redelijk, matig, bescheiden, eerbiedig enz. ……. Zij worden alle niet omwille van zichzelf als “goed” ervaren, maar reeds onder het criterium van de “samenleving”, “kudde”, als middel tot de doelen daarvan…..als gevolg tevens van een eigenlijk kudde-instinct in het individu: dus in dienst van een instinct dat fundamenteel van deze deugdtoestanden verschilt. Want de kudde is naar buiten toe vijandig, zelfzuchtig, onbarmhartig, vol heerszucht, wantrouwen enz.
In de “herder” komt het antagonisme voor de dag : hij moet de tegenovergestelde eigenschappen van de kudde hebben.
Nietzsche
De filosoof moet niet veel van de kudde hebben. Hij zei eens “ waanzin is bij het individu een uitzondering, maar bij een massa het gewone “. De vreedzame schaapjes vergeten dan ook hun eigen “regels” als ze een schaap ontdekken, dat z’n eigen gang wil gaan. Dan mogen ze vijandig enz. zijn. Gelukkig zijn er ook wolven en daar zijn ze bang voor.
De priesters hebben altijd voorgegeven dat zij willen “verbeteren”. Maar wij lachen als een dierentemmer over zijn “verbeterde” dieren zou willen spreken. Het temmen van het dier wordt in de meeste gevallen door een beschadiging van het dier bereikt: ook de morele mens is geen beter mens, maar slechts een verzwakt mens. Maar hij is minder schadelijk…..
De geprezen toestanden en begeerten: vredig, redelijk, matig, bescheiden, eerbiedig enz. ……. Zij worden alle niet omwille van zichzelf als “goed” ervaren, maar reeds onder het criterium van de “samenleving”, “kudde”, als middel tot de doelen daarvan…..als gevolg tevens van een eigenlijk kudde-instinct in het individu: dus in dienst van een instinct dat fundamenteel van deze deugdtoestanden verschilt. Want de kudde is naar buiten toe vijandig, zelfzuchtig, onbarmhartig, vol heerszucht, wantrouwen enz.
In de “herder” komt het antagonisme voor de dag : hij moet de tegenovergestelde eigenschappen van de kudde hebben.
Nietzsche
De filosoof moet niet veel van de kudde hebben. Hij zei eens “ waanzin is bij het individu een uitzondering, maar bij een massa het gewone “. De vreedzame schaapjes vergeten dan ook hun eigen “regels” als ze een schaap ontdekken, dat z’n eigen gang wil gaan. Dan mogen ze vijandig enz. zijn. Gelukkig zijn er ook wolven en daar zijn ze bang voor.
2 opmerkingen:
´Het temmen van het dier wordt in de meeste gevallen door een beschadiging van het dier bereikt: ook de morele mens is geen beter mens, maar slechts een verzwakt mens. Maar hij is minder schadelijk`
En daarom ben ik niet te temmen.....´
Yndie, in liuwinne is net nuet te meitsjen. En dat is ook haar charme
Een reactie posten