Er zijn giftige padden en giftige slangen. Een pad valt samen met zijn giftigheid. Hij wordt opgegeten of niet. Er is geen afstand tussen hem en zijn gif. Hij dient zijn genoom. Zijn betekenis valt ermee samen.
Bij de gifslang ligt dat anders. Zijn afstand tot zijn omgeving is qua giftigheid groter. Daarom kan hij, op basis van perceptie, zijn venijn al dan niet inzetten, naar eigen keuze. Hij is gedecentreerd, ten opzichte van zijn genoom en ook ten opzichte van zijn omgeving. Hij is excentrischer dan de pad.
Bij de gifslang ligt dat anders. Zijn afstand tot zijn omgeving is qua giftigheid groter. Daarom kan hij, op basis van perceptie, zijn venijn al dan niet inzetten, naar eigen keuze. Hij is gedecentreerd, ten opzichte van zijn genoom en ook ten opzichte van zijn omgeving. Hij is excentrischer dan de pad.
Th.Oudemans
Geen opmerkingen:
Een reactie posten