De filosofische ingestelde mens heeft zelfs het voorgevoel dat achter onze aardse werkelijkheid een tweede, volstrekt andere werkelijkheid schuilgaat, en dat ook zij op schijn berust; en Schopenhauer zegt zelfs dat de gave, waardoor iemand op bepaalde momenten de mensen als louter fantomen of droombeelden beleeft, duidt op filosofisch talent. Zoals de filosoof zich tot de werkelijkheid verhoudt, zo verhoudt de artistiek gevoelige mens zich tot de werkelijkheid van de droom; hij ziet even nauwgezet als graag toe; want met behulp van deze beelden vormt hij zich een voorstelling van het leven, aan de hand van deze voorvallen oefent hij zich in het leven.….. kortom heel de “goddelijke komedie” van het leven trekt aan hem voorbij, niet slechts als schimmenspel – want hij leeft en lijdt in deze scènes wel degelijk mee – en toch niet zonder die vluchtige gewaarwording van de schijn; wellicht zal menigeen zich met mij herinneren hoe hij zich ten overstaan van de gevaren en verschrikkingen van de droom bij tijd en wijle – en met succes – moed insprak met de woorden: “Het is een droom! Ik wil hem verder dromen!”.
Nietzsche: Die Geburt der Tragödie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten