De haat jegens de wereld, de vervloeking van de affecten, de angst voor schoonheid en zinnelijkheid, de uitvinding van het hiernamaals om het aardse leven des te beter te kunnen belasteren, hetgeen in de grond genomen een verlangen is naar het niets , naar het einde…….. dit alles leek mij, net als de onvoorwaardelijke wil van het christendom om louter en alleen morele waarden te laten gelden, de gevaarlijkste en onheilspellendste verschijningsvorm van de wil tot ondergang, en in het gunstigste geval een teken van zeer ernstige ziekte, vermoeidheid, lusteloosheid, uitputting, levensarmoede, want tegen de moraal moet het leven het onveranderlijk en onontkoombaar afleggen, aangezien het leven per definitie iets amoreels is, - moet het leven ten slotte wel onder het gewicht van de verachting en van het eeuwige nee bezwijken en als begerensonwaardig, als op zichzelf waardeloos ervaren worden…… Het was deze moraal waartegen mijn instinct, als pleitbezorger voor het leven, zich toentertijd met dit bedenkelijke boek keerde.
Friedrich Nietzsche: Die Geburt der Tragödie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten