Wanneer twee namen worden samengevoegd tot een gevolgtrekking of bewering, zoals Een mens is een levend wezen, of Als hij een mens is, dan is hij een levend wezen, dan is deze bewering waar als de tweede naam, levend wezen, alles inhoudt wat met de eerste naam , mens, wordt aangeduid; en anders is zij onwaar. Want waarheid en onwaarheid zijn eigenschappen van de taal, niet van de dingen. Waar geen taal is, bestaat geen waarheid of onwaarheid.
Thomas Hobbes ( 1588 -1679)
2 opmerkingen:
Is dit gelijk aan gebruik van een 'aristotelisch syllogisme' om tot waarheid te komen in een redenering?
Syllogisme van A.
a.alle mensen zijn sterfelijk
b Socrates is een mens
c Socrates is sterfelijk
Doarmer denkt echter dat het bij de uitspraak van Hobbes vooral om de twee laatste zinnen gaat, dingen zijn niet "waar of onwaar". Veel "problemen" zijn taalproblemen.
Een reactie posten