De grijze taal en de loffelijke instellingen zijn verdwenen. Daagden ‘er eene van den dooden op, die voor eenige honderd jaaren, het pad van alle vleesch is ingegaan, hy zoude ons voor geen Friezen, maar ander landaard erkennen, noch wij zouden zijne noch onze taal begrijpen. Voorwaar, het en waare den Aadel, en Huysmanne-stand, deeze, als hun eygen spraak, te landewaart niet oeffenden, ons was, al voor lange, brieven van voorschrijvinge of een Tolk van nooden geweest, zou wy hen hadden willen verstaan. Dus zijn wy, doorgaans, moedwillens Barbaren in ons eyge Vaaderland.
Gabbema (1628 – 1688)
Een klacht uit ca. 1680. Als de adel en de boeren niet de oude grijze taal bewaard hadden, waren wij al in 1680 barbaren geweest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten