Stellen wij ons op transcendentaal standpunt, dan zien wij dat er maar één wezen is, dat in alle individuen verschijnt. Alle leed, maar ook alle vreugde, hoe die ook over de individuen verdeeld mogen zijn, treffen steeds dit ene zelfde wezen, dat zichzelf in een vreemd individu niet herkent, maar ook in zijn eigen individuele verschijningswijze niet thuis is en naar eigen toegeven een vreemde is voor zichzelf. Alle gemeenheid komt uit dit ene wezen voort, maar ook alle narigheid kan alleen maar dit ene wezen treffen…… want hetzelfde wezen dat het gemene doet, moet ook de ellende verdragen. De wil om te leven heeft altijd alleen maar met zichzelf te maken: daarop berust de eeuwige gerechtigheid.
Arthur Schopenhauer
Voor deze filosoof is het individu alleen maar een verschijning van “ der blinde Lebenswille” en is ook niet belangrijk. De wil om te leven wil zich gewoon manifesteren in planten, dieren, mensen. Deze wil is “blind” en bijt zich in zijn eigen staart, zoals in het bovenstaande gezegd wordt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten