De belangrijkste theorieën die in de moderne ethiek opgang doen, kan men in twee soorten verdelen : de resultaatstheorieën en de intentietheorieën. De resultaatstheorieën kijken bij de zedelijke beoordeling van menselijke handelingen vooral naar het resultaat van die handelingen….. De intentietheorieën beoordelen de daad niet naar het resultaat, maar naar de intentie.
G.Koek
Immanuel Kant is een vertegenwoordiger van die laatste theorie, voor hem is “de goede wil” essentieel . Maar, denkt Doarmer, die goede wil, dat is nog niet zo gemakkelijk, goedwillende idealisten kunnen heel wat ellende aanrichten en moet je ze dan toch positief beoordelen, omdat hun bedoelingen “goed” waren en los je daarmee het probleem “wat is goed? “ wel op? Doarmer heeft een grote waardering voor de kentheorie van Kant , maar met diens categorische imperatief “handel zo, dat de stelregel van uw wil steeds tegelijk als beginsel van een algemene wetgeving zou kunnen gelden” kan hij niet uit de voeten. Sommige lieden hebben nu eenmaal merkwaardige plannen met deze aarde en bovendien heeft Doarmer zo zijn bedenkingen over de eerlijkheid , waarmee men zichzelf en die zogenaamde goede wil bekijkt. Ook de resultaatstheorieën hebben iets willekeurigs in zich en misschien is het wel zo, dat wij maar iets doen en of het goed is, hangt af van Zijn genade.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten