Vrij noemt gij u? Uw heersende gedachte wil ik horen, en niet ‘dat gij een juk zijt ontdoken’. Zijt gij er een, die een juk ontduiken mocht? Menigeen heeft zijn laatste waarde weggeworpen, toen hij zijn dienstbaarheid van zich wierp. Vrij waarvan? Wat bekommert zich Zarathoestra daarom! Klaar echter moeten mij uw ogen kond doen: vrij waartoe!…….. Menigeen moogt gij de hand niet geven, doch slechts de klauw: en ik wil dat uw klauwen ook nagels hebben. Maar de ergste vijand die gij kunt ontmoeten, zult gij altijd zelf zijn; gij wacht u zelf op in holen en donkere wouden…… Ga met uw tranen in eenzaamheid, mijn broeder. Ik heb hem lief, die boven zichzelf uit scheppen wil en zo te gronde gaat.
Nietzsche
Ook hier wijst Nietzsche erop,dat het niet voldoende is het juk af te werpen , zoals de leeuw dat doet met de last, die op de kameel geladen is. Het gaat erom, wat men met die vrijheid doet (vrij waartoe!)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten