In het dorp B. betrapte Doarmer deze geit, die samen met een aantal soortgenoten bezig was pakken stro naar binnen te werken . Aangezien hij niet wist of het hier een typische “eilander” gewoonte betrof, aarzelde hij om in te grijpen. Doarmer had per slot van rekening ook gezien, dat men met behulp van paarden een boot de zee introk. Op zo’n eiland hebben beesten duidelijk een andere functie. Ook de taal op het eiland was interessant. Naast Duits werd er ook Nederlands gesproken en dit Nederlands had een licht “zangerige”klank, zodat Doarmer af en toe de neiging had om Fries te spreken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten