Derrida wijst onder andere op de openheid, de oncontroleerbare subjectivistische lading van woorden, die iedereen weer anders en vanuit een andere context kan verstaan; kortom het interpretatievraagstuk dat ook voor de geschiedwetenschap van zo’n kardinale betekenis is. En daar ligt een andere beperking. Het logische probleem van de taalanalyse en taalfilosofie blijft immers dat voor elke analyse van de taal het instrument taal zelf onmisbaar is en dat de ontmaskeraar van de veronderstelling uit moet gaan dat zijn eigen woorden in ieder geval niet voor verschillende uitleg vatbaar zijn……. En nog algemener gesteld: wie de mogelijkheid ontkent dat wij ware uitspraken kunnen doen, kan deze uitspraak moeilijk anders dan als een ware uitspraak lanceren en daarmee raakt hij in de draaikolk van het kretenzerprobleem.
H. von der Dunk
Kretenzerprobleem: De Kretenzer, die zei dat alle Kretenzers liegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten