In de 19de eeuw zette Nietzsche de zaak op scherp door de rede een soort linguïstische illusie te noemen, en aan te voeren dat begrippen als goed en kwaad al even illusoir waren en te beweren dat er uiteindelijk geen andere werkelijkheid was dan onze wil en het vermogen om die te realiseren. Anders gezegd: er zou geen wezenlijk verschil zijn tussen de zinnen ‘ik wil dit nu doen’ en ‘ik heb het recht dit te doen’. Die tweede zin was niets dan zelfbedrog. Een poging om niet te hoeven zien dat onze tomeloze wil de dienst uitmaakt.
N.Postman
N.Postman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten