Toen eindelijk de volheid van de tijd was gekomen, is ook Hij gekomen die ons zou bevrijden van de tijd. Want eenmaal bevrijd van de tijd, zijn wij bestemd om te geraken tot de eeuwigheid, waar geen sprake is van tijd. Daar wordt ook niet gezegd: “Als het uur zal komen”, want het is er een eeuwige dag, die niet voorafgegaan wordt door een gisteren en niet wordt verdrongen door een morgen. In deze wereld echter wentelen de dagen, de ene gaan, de andere komen; geen enkele blijft, zelfs de ogenblikken dat wij spreken verdringen elkaar: de eerste lettergreep maakt plaats opdat de volgende kan klinken.….. zozeer is niets bestendig, niets duurzaam in de tijd. Daarom moeten wij Degene door wie de tijden zijn gemaakt, liefhebben, opdat wij bevrijd worden van de tijd en bestendigd worden in eeuwigheid.
Kerkvader Augustinus (354-430)
Kerkvader Augustinus (354-430)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten