Wie oprecht is jegens een trouweloze, vraagt om narigheid
Seneca
Tja, met die oprechtheid is het net als met de
verontwaardiging, het lijkt Doarmer geen goede zaak als men er te vaak last van
heeft. Zoals onder de verontwaardiging moralisme schuilgaat, zo vereist oprechtheid
een zelfkennis, waarvan Doarmer twijfelt of deze wel haalbaar is. Wanneer is
men oprecht, kent ieder werkelijk de motieven van zijn handelen, wordt niet
iets verdrongen? Seneca gaat er blijkbaar vanuit, dat oprechtheid mogelijk is
en komt met een heel praktisch advies, oprechtheid tegenover “gluiperds” is
zeer onverstandig en daarmee is Doarmer het volkomen eens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten