Als de klacht We hebben helemaal geen inzicht in het innerlijke der dingen zoveel
moet betekenen dat we door middel van het zuivere verstand niet begrijpen wat
de dingen die aan ons verschijnen op zich kunnen zijn, dan is die klacht zeer
onterecht en onredelijk, want ze herbergt de wens dat we zonder zintuigen
dingen kunnen kennen, dus aanschouwen, en derhalve dat we een van het
menselijke niet alleen qua graad, maar zelfs qua aanschouwing en type
verschillend kenvermogen hebben, de wens dus om geen mensen te zijn, maar
wezens waarvan we niet eens kunnen aangeven of ze mogelijk zijn, laat staan hoe
ze in elkaar zitten.
Kant
Ja, we zullen altijd als mensen, met menselijke
zintuigen, naar “de dingen” kijken. Hoe deze dingen “an sich” zijn, dus los van
onze waarneming, zullen we nooit kunnen beredeneren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten