maandag, februari 23, 2015

In sankje Een liedje

Klik op het pompeblêd
https://www.youtube.com/watch?v=1m5ZkFgk-qk

zondag, februari 22, 2015

De wei De weg

Om iets te verwerven behoeft men zich niet daarheen te bewegen. We hebben alles al. Het leven is geen weg, maar een pas op de plaats. De snelle beweging ergens heen is een passeren, negeren van alles wat ligt tussen het uitgangspunt en het doel, tussen twee ficties in, dus van alles wat reëel is. “Alles liegt am Weg”, zegt Heidegger . Wij zijn op weg om wat aan de weg ligt, niet om het te passeren, maar om het in bezit te nemen. Aan het einde van de weg vinden we niets nieuws: dan hebben we alles. Of ook: de weg is alleen maar de omweg naar wat we al hebben, de wijze waarop we daarvan bezit nemen, een manier om de dingen een voor een te kunnen zien, maar niet een manier om ze te bereiken. De weg is het uitstel van de identiteit zelf.
 
C.Verhoeven

woensdag, februari 18, 2015

Werhelje herhalen

Doarmer las op internet een interessant artikel over framing, een methode die o.a. gebruikt wordt om tegenstanders in een kwaad daglicht te stellen. Twee tips wil hij u niet onthouden. Ten eerste als u slachtoffer bent van framing , dan  moet u nooit ontkennen, want dan versterkt u alleen maar het proces van framing, want de bedoeling is juist dat u aan bepaald begrip wordt gekoppeld . Wordt u bijvoorbeeld “geframed” als lui, dan moet u nooit zeggen “nee, ik ben niet lui”, want dan gaat u als het ware in de framing mee. Ten tweede, wilt u framing op een ander toepassen, dan is herhaling erg belangrijk, u koppelt uw tegenstander aan een bepaald begrip. Bijvoorbeeld, u wilt uw tegenstander wegzetten als onbetrouwbaar , dat mensen bij het horen van zijn/haar naam meteen aan onbetrouwbaarheid denken, dan moet u dit te pas en te onpas gebruiken. En het beste wat u kan overkomen, is dat uw tegenstander ook nog gaat ontkennen dat hij/zij onbetrouwbaar is.

zondag, februari 15, 2015

Krêftdiedich Krachtdadig

Doarmer heeft onlangs bij het afscheid van P. nog gerefereerd aan de pater. Hier volgt een gedeelte van de rede:
Beste P. , jeugdige vriend, want je bent per slot van rekening één week jonger dan ik, waarom laat je mij nu in de steek, want wat hebben we toch veel samen meegemaakt. Samen stonden we in Greonterp voor huize Gras, waar de Nederlandse volksschrijver Gerard Reve jarenlang heeft gewoond, we hebben de pet van Slauerhoff aanschouwt, de pet, die nog steeds aan het hek van de pastorie in Jorwert hangt. Jorwert, waar we ook het huisje van Geert Mak hebben bezocht. Ja P., we hebben zelfs voor het Sjûkelân gestaan, het kaatsheiligdom in Franeker. Maar het beeld van jou, dat het meest duidelijk op mijn netvlies is gebrand, is ontstaan tijdens een bezoek aan een boerderij in het verre Gelderland. We kregen daar een rondleiding en de enthousiaste boer vertelde ons van alles over varkenshouderij en ineens dacht ik “waar is P.?” en toen zag ik jou, jij had een big uit het hok gehaald en daar stond je, laarzen aan, het biggetje in je armen, werkelijk P. onvergetelijk. Wat ons echter het meest verbonden heeft en dat zullen weinigen zich gerealiseerd hebben, is het feit dat, hoewel wij op een openbare school werken, wij beide diepreligieus zijn. En de leidsman in deze was altijd onze geliefde pater Pierre de Bree. Hij is (hier) niet meer, maar de ouderen onder ons zullen hem nog wel kennen. De Bree had niet dat halfzachte, wat tegenwoordig zo kenmerkend is voor het christendom, nee de Bree was voortdurend op zoek naar zonden en als hij ze vond bestreed hij ze krachtdadig. U kunt zich voorstellen, dat hij aan het E. zowat een dagtaak had. Dit instituut werd door hem ook steevast aangeduid als “het ketternest aan de kade”. De Bree spaarde ons niet en zorgde ervoor dat wij op het juiste pad bleven.

 

zaterdag, februari 14, 2015

Unkeinens Onkuisheid

 
Gisteren heeft Doarmer afscheid genomen van pater Pierre de Bree s.j, een man met een scherp oog voor zonden, in het bijzonder onkuisheid. Het is een feestdag voor de heksen en een slechte dag voor het onderw.

zaterdag, februari 07, 2015

Argewaasje ha Zich ergeren

En zonder te merken dat wij niets wisten, dat wij op de eenvoudigste vraag geen antwoord wisten, praatten wij allemaal door elkaar zonder naar elkaar te luisteren, of gaven wij elkaar soms schouderklopjes en complimenten, opdat wijzelf ook schouderklopjes en complimenten zouden krijgen, ergerden wij ons aan elkaar en overschreeuwden elkaar, precies zoals in een gekkenhuis.
 

Tolstoj