Men kan heel precies een eenhoorn beschrijven: een wit paard met een lange hoorn op zijn voorhoofd. Dit is volgens Thomas van Aquino de essentie van de eenhoorn. Dit zegt echter niets over het feit of de eenhoorn al of niet bestaat, dat is de existentie van de eenhoorn. Omdat hij een duidelijk verschil tussen essentie en existentie maakte was Thomas tegen het godsbewijs van Anselmus van Canterbury, die zich het meest perfecte wezen voorstelde en tot conclusie kwam, dat als dat wezen zo perfect was, dan moest hij ook wel bestaan, want anders was hij niet perfect. Thomas zei, dat als God de wereld naar zijn wens geschapen heeft, de essentie van de wereld voorafgegaan moet zijn aan de existentie, bij God zelf is dit niet mogelijk. HIJ is pure existentie.
bron: Het verhaal van de filosofie
bron: Het verhaal van de filosofie
1 opmerking:
Dat maakt het ook zo merkwaardig dat de door doarmer getoonde afbeelding te vinden is op een tapijt uit het klooster Saint Blandine, thans in het Cluny museum in Parijs.
Een reactie posten