Wij hebben niet een korte levenstijd, maar wij verspelen er veel van. Het leven is lang genoeg, en het is ons voor het volbrengen van allerbelangrijkste dingen rijkelijk toegemeten, als het maar in zijn geheel goed gebruikt wordt…… tenslotte overvalt het onvermijdelijke einde ons en dan bemerken wij dat voorbij is waarvan wij nooit gemerkt hebben dat het voorbij ging. De zaak ligt zo, wij hebben niet een kort leven gekregen, maar wij maken het kort; wij zijn niet arm , maar verkwistend. Het is ermee als met grote en vorstelijke rijkdommen, die wanneer zij aan een verkeerde eigenaar toevallen in korte tijd verstrooid zijn, terwijl een matig vermogen aan een goede beheerder toevertrouwd, door het goed gebruiken ervan groeit. Zo biedt onze levensduur aan diegene die er goed gebruik van maakt veel ruimte.
Seneca (ca. 50 n.C.)
Doarmer weet het niet zeker, maar hij denkt dat Seneca dit voor bepaalde beroepsgroep heeft geschreven. Eigenlijk gaat het om het oude probleem " Is er wel een leven voor de dood?"
Seneca (ca. 50 n.C.)
Doarmer weet het niet zeker, maar hij denkt dat Seneca dit voor bepaalde beroepsgroep heeft geschreven. Eigenlijk gaat het om het oude probleem " Is er wel een leven voor de dood?"
3 opmerkingen:
Ik was laatst op een open dag. Kwam daar zowaar L.B. tegen, mijn kleuterjuf van toen ik vijf jaar was.
Ze trof me bladerend door de schilderwerken van mijn nicht aan.
Mijn oog viel op een mooie zonnebloem.
"Goh ben jij .......?"
"Ja.Hoe was ik toen?"
"Je was braaf en lief."
"Dat is nu wel anders.Meer ondeugend."
"Dan leef je tenminste." was de laatste opmerkelijke reactie van mijn kleuterjuf.
Lieve Lotje,Doarmer had vroeger ook een kleuterjuf en Doarmer speelde graag met zand , zowel in de grote zandbak buiten als ook in de zandbak binnen. Vooral binnen wilde de juf dat Doarmer ook andere dingen deed, zoals knippen en plakken, maar Doarmer wilde eigenlijk alleen maar het zand. Waarschijnlijk dacht Doarmer toen al dat knippen en plakken komt later wel.Samen met zijn neef A. heeft Doarmer in die tijd ladingen zand verplaatst.
Hwat haw 'k bidijd al dy lange jierren?
In hânfol fersen, dêr is it mei sein;
ik haw, in skoalbern, tige op't snjit en fleurich,
hwat flinterknipt en boarte op libbens plein.
Rixt
Een reactie posten