Gisteren is Doarmer in de grote stad A. geweest , aan de andere kant van de IJssel gelegen, maar je kon er gewoon Nederlands spreken. Het regende heel hard en de mensen waren heel arm, want iemand vroeg Doarmer in het Engels om geld, zodat hij wat eten kon kopen. Doarmer antwoordde in het Fries, dat als hij geen geld had, hij maar moest pinnen, maar dat begreep de bedelaar weer niet en toen een toevallig passerende huisvrouw zei, dat Doarmer Fries sprak, stelde de bedelaar weer dezelfde vraag in het Nederlands. “ Ook al is hij arm “, dacht Doarmer “ hij spreekt zijn talen wel.” Natuurlijk heeft Doarmer hem niets gegeven, zodat de man , weliswaar hongerig, toch zijn waardigheid behouden heeft.
3 opmerkingen:
Treffend......
Doarmer, u hebt deze beproeving, gisteren te A., doorstaan!
Ik kan u nu vertellen dat de bedelaar de zoon van de "toevallig passerende huisvrouw" was.
Ook over de rol van de huisvrouw, die ik haar had aangemeten, kan ik zeer tevreden zijn. De zoon zal het één en het ander nog moeten leren.
Mocht u die huisvrouw nog eens zien, dan mag u mijn lof over haar uitspreken. Ik zal haar niet snel weer treffen, omdat ik haar toevallig in de grote stad A ontmoette, toen ik daar voor het verlenen van geestelijke bijstand aan een thuisloze, die later haar zoon bleek te zijn, moest zijn.
Eerwaarde pastoor, ik ken deze huisvrouw uit A. wel. Ik heb haar eens ontmoet op een katholiekendag bij een lezing over De positie van de katholieke huisvrouw in een snel veranderende samenleving . Zij maakte toen een zeer positieve indruk op mij , evenals haar zoon, die overigens leraar Engels in het zuiden des lands was.
Een reactie posten