Om dit te leren biedt de steen ons een aanschouwelijk voorbeeld: de uiterlijke activiteit daarvan is dat hij naar beneden valt en op de grond ligt. Deze activiteit kan belemmerd worden en hij valt niet altijd, en ook niet onophoudelijk. Een andere activiteit is de steen nog meer eigen: dat is de neerwaartse neiging, en die heeft hij ook van nature. Die kan noch God, noch schepsel, noch wie dan ook hem afnemen. Die activiteit verricht de steen onophoudelijk, dag en nacht. En al zou hij duizend jaar daarboven liggen, hij zou niet meer of minder neerwaarts neigen dan op de eerste dag.
Meester Eckhart, middeleeuws mysticus (1260 -1327/28)
Volgens Eckhart wil de steen maar één ding, vallen, soms wordt hij tegengehouden, bijvoorbeeld door de grond, maar zou je dat weghalen, dan valt hij rustig verder. De mysticus vergelijkt dat met de deugd, die altijd neigt tot het goede. Deze middeleeuwse beschrijving van de zwaartekracht is wel “nijsgjirrich”.
Meester Eckhart, middeleeuws mysticus (1260 -1327/28)
Volgens Eckhart wil de steen maar één ding, vallen, soms wordt hij tegengehouden, bijvoorbeeld door de grond, maar zou je dat weghalen, dan valt hij rustig verder. De mysticus vergelijkt dat met de deugd, die altijd neigt tot het goede. Deze middeleeuwse beschrijving van de zwaartekracht is wel “nijsgjirrich”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten