De jongen was onverhoeds weer ernstig geworden, wat hem ondoorgrondelijk maakte en ook weer dierbaar. “Als wij er niet bij zijn, zorgen zij voor een republiek. Als we willen dat alles blijft zoals het is, moet alles anders worden. Ben ik duidelijk ?”. Enigszins ontroerd omhelsde hij zijn oom. “Tot gauw. Ik kom terug met de driekleur.” De retoriek van zijn vrienden had ook Tancredi’s taal enigszins gekleurd. Maar nee, toch niet: de nasale stem had een intonatie die het pathos logenstrafte. Wat een jongen! Dwaasheden begaan en ze tegelijkertijd afwijzen.
Gesprek tussen de prins van Salina en zijn neef. Uit: De tijgerkat
1 opmerking:
Draagt deze tijgerkat een rok ?
Een reactie posten