Door dit met-elkaar-zijn versmelt het eigen erzijn volledig met de zijnsaard van ‘de anderen’ , en wel zodanig dat die anderen in hun onderscheidenheid en particulariteit nog meer verdwijnen. Op die manier, onopvallend en onzichtbaar, ontplooit het men zijn eigenlijke dictatuur. Wij genieten en amuseren ons zoals men geniet; we lezen, zien en oordelen over literatuur en kunst zoals men ziet en oordeelt; maar we trekken ons ook terug uit de ‘grote massa’ zoals men zich terugtrekt; we vinden ‘aanstootgevend’ wat men aanstootgevend vindt. Het men, dat onbepaald is en waar wij allen toe behoren, zij het niet als optelsom, dicteert de zijnswijze van de alledaagsheid.
Heidegger
Heidegger
Geen opmerkingen:
Een reactie posten