De opvatting “credo quia absurdum est” , ik geloof omdat het absurd is, wordt toegeschreven aan Tertullianus (ca. 160 – ca. 230). Friedrich Nietzsche zegt hierover het volgende:
Tot de deemoed, die zegt : credo quia absurdum est, en haar de rede ten offer aanbiedt heeft het wel reeds menigeen gebracht: maar niemand, voor zover ik weet, tot die deemoed, welke toch slechts een stap daarvan verwijderd is en zegt: credo quia absurdum sum (= ik geloof omdat ik absurd ben).
Tot de deemoed, die zegt : credo quia absurdum est, en haar de rede ten offer aanbiedt heeft het wel reeds menigeen gebracht: maar niemand, voor zover ik weet, tot die deemoed, welke toch slechts een stap daarvan verwijderd is en zegt: credo quia absurdum sum (= ik geloof omdat ik absurd ben).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten