zaterdag, september 30, 2006

Stemmingswisseling


Muurduwen Muorretriuwe


Een nieuw beroep: muurduwer.

Steeds meer huizen worden gebouwd met constructiefouten en het is vaak niet meer mogelijk om bij de noodgedwongen ontruimingen de bewoners elders onderdak te bieden. Veel gemeentes hebben nu de oplossing in een andere richting gezocht, de muurduwers. Deze duwers duwen in ploegendiensten van acht uur met hun voeten tegen de muren om zo instorting te voorkomen. Op de foto hierboven ziet u zo'n duwster aan het werk. De verwachting is dat in de komende jaren duizenden van zulke duwers nodig zullen zijn. Verschillende HBO-instellingen zijn hier al op ingesprongen en zijn gestart met de opleiding "muurduwen "

Wurk om 'e nocht

Of het nu om musiceren gaat of om filosoferen, om schilderen of om dichten – een werk van een genie is niet iets dat ergens toe dient. Nutteloosheid is de karakteristiek voor de werken van het genie, het is er de adelbrief van. Alle overige werken van mensenhand zijn er voor de instandhouding of vergemakkelijking van onze existentie, alleen die speciale waarvan hier sprake is zijn dat niet. Het zijn de enige producten die er uitsluitend omwille van zichzelf zijn en in die zin zijn ze op te vatten als de bloesem of als de zuivere opbrengst van ons bestaan. Bij het genieten ervan gaat dan ook ons hart open, want dan duiken wij op uit de aardse dampen van onze behoeftigheid. Analoog hieraan zien wij ook elders het schone maar zelden met het nuttige verenigd. ………..De mooiste gebouwen zijn niet nuttig: een tempel is geen huis om in te wonen. Dat een mens met edele en zeldzame talenten noodgedwongen louter nuttige bezigheden moet verrichten waartoe ook de banaalste persoon in staat zou zijn geweest, dat is alsof een schitterende, met het fraaiste schilderwerk versierde vaas als kookpot werd gebruikt. En nuttige lieden vergelijken met lieden van genie, dat is als het vergelijken van bakstenen met diamanten

Arthur Schopenhauer

Na het lezen van deze tekst heeft Doarmer zich voorgenomen, nooit weer iets nuttigs te ondernemen. Ook bij zaken, die hem worden opgedragen zal hij de vraag stellen “Het dient toch nergens toe , hoop ik.” Gelukkig is Doarmer werkzaam in een sector, waar hij zich al jarenlang bezig moet houden met dingen, die nergens toe dienen. Wat dat betreft werken er in deze sector alleen maar geniën .

vrijdag, september 29, 2006

As nimmen heart, is d'er gjin lûd

Im Kosmos und in der Geschichte erweitern wir ständig die Grenzen unseres Wissens. Es ist, als ob wir uns in der unabschlieβbaren Unendlichkeit des kosmisch und des geschichtlich Realen verlieren. Vor beiden wird die verschwindende Geringfügigkeit unseres Daseins bewuβt.
Aber der Kosmos? Er schweigt. Weiβ er von sich? In seiner Stummheit finden wir nicht das geringste Zeichen, daβ er ein Wissen von sich selbst hat. Wir aber wissen von ihm. Wir sind die auβerordentlichen Wesen, die von dem Gröβten, dem Kosmos, wissen und ihn erforschen können. Das Bewuβtsein der Nichtigkeit unseres Menschseins schlägt um in das Gegenteil.
Wenn wir nichts vom Kosmos wüβten, ist es dann nicht so, als ob er gar nicht wäre? Das klingt absurd.Aber wir fragen: Was wäre das für ein Sein, das nichts von sich weiβ und das von niemandem gewuβt wird? Wäre es die bloβe Möglichkeit des Gewuβtwerdens? Etwas, das gleichsam wartet, daβ es zur Erscheinung komme für ein Wesen, dem es erscheint? Sind wir, dieses Nichts im Kosmos, nicht das eigentliche Sein, nämlich das Auge, dem die Welt erscheint?

Ist der Gegenstand (=voorwerp) an sich da? Wir meinen ihn als solchen, der ist und zu dem wir kommen. Wir nennen ihn ein Etwas, ein Ding, ein Sachverhalt, ein Objekt. Doch er ist so, wie er sich zeigt, für uns. Weil wir sind, ist er so, wie er ist.

Karl Jaspers

donderdag, september 28, 2006

Betekenis Betsjutting

Wie aan alles wilde twijfelen, die zou ook niet aan de twijfel toekomen. Het spel van het twijfelen zelf veronderstelt al zekerheid.

"Ik weet het" betekent vaak: ik heb goede redenen voor mijn uitspraak. Dus wanneer een ander het taalspel kent, dan zal hij toegeven dat ik het weet. Een ander moet zich, als hij het taalspel kent, kunnen voorstellen hoe je zoiets kan weten.

Ludwig Wittgenstein


De filosoof Wittgenstein heeft zich veel met de betekenis van woorden beziggehouden. Een van de dingen, die hij benadrukt is, dat deze betekenis eigenlijk helemaal afhangt van “de omgeving”, hij noemt dit “een taalspel”. De betekenis bijvoorbeeld van “bewijs” is voor een rechtbank iets heel anders dan voor een natuurkundige en weer iets heel anders voor een historicus. De laatste zal bijvoorbeeld “van horen zeggen “ soms als bewijs moeten accepteren, voor een natuurkundige bestaat zo’n bewijs niet. Wittgenstein betrekt dit op alle betekenissen. Terwijl hij zo de betekenis van woorden “relativeert”, houdt hij ook een opruiming onder allerlei bestaande filosofische problemen, in de kern zijn het “taalproblemen” . Met de Tractatus probeerde Wittgenstein de filosofie in kaart te brengen en toen was het voor hem in grote lijnen opgelost. Voor de rest was er de uitspraak “Waarover we niet kunnen spreken , daarover moeten we zwijgen”.Een tijd lang heeft hij zich ook niet met filosofie beziggehouden, hij zette sowieso weinig op papier, sommige dingen weten we dan ook alleen via studenten, die zijn college’s volgden. Hij “improviseerde” dan veel.
Doarmer houdt van deze filosoof, omdat Doarmer in een omgeving werkt, waar ook een taalspel is, maar de spelregels zijn nogal onduidelijk.Eindeloze bijeenkomsten , omdat er woorden worden gebruikt, die voor de deelnemers verschillende betekenissen hebben. Soms vindt Doarmer dit leuk, want je kunt gewoon meepraten, als je maar die woorden gebruikt en wat je ermee bedoelt, dat weet je zelf niet eens, laat staan de anderen, maar het geeft een goed gevoel, vergelijk het met een preek, ook daar zit men om bepaalde dingen te beluisteren, die bij dat taalspel horen. De inhoud is in wezen niet belangrijk.
Wittenstein gaat nog verder : is het mogelijk de ander in een gesprek echt te “bereiken” , want wat zegt die ander ? Hij vraagt zich ook af wat wij eigenlijk willen als wij ons tot de ander richten en dat vraagt Doarmer zich soms ook af op zo’n bijeenkomst.

woensdag, september 27, 2006

Het is druk in het bos

Joachim Wtewael (1615)

Deze keer is de sater met zijn kruik spa bosvruchten light er ook bij. De lichaamstaal van de dame links zegt " Zij heeft het weer mooi versierd". Opvallend is ook het jongetje met het oorlogsspeelgoed, waarschijnlijk probeert hij een geit te raken.

dinsdag, september 26, 2006

Blûn Blond

Joan de Joanes (1579)

En weer wint de blonde en ditmaal zonder schoenen!

maandag, september 25, 2006

Het voordeel van het dragen van schoenen

Nog één keer de schilder B.

Met dit werk wil de schilder laten zien, dat mannen al op jeugdige leeftijd de voorkeur geven aan blondines, vooral als deze ook nog schoenen dragen. Let vooral op de gelaatsuitdrukking van het meisje rechts. Dodelijk. Dit in tegenstelling tot het meisje links, deze heeft haar plaats al geaccepteerd.

Als de avond komt As de jûntiid komt

‘k Scil for dy sjonge, as de jountiid komt,
wrâld, libben, minsken swije,
stiltme in wûnd’re wijing jowt
wirden en melodije.

‘k Scil for dy sjonge, as’t lúst’rjend hert
siele stimme forstiet,
trillet tomjitte de hertslach fen ’t swiet-
lûdich songene liet.

‘k Scil for dy sjonge! – de jountiid komt,
twiljocht oer alles leit….
yn ús klanken, yn ús muzyk,
om ús de ûneinichheid.

Rixt

Nieuwe oren Nije earen

Dies Buch gehört den Wenigsten. Vielleicht lebt selbst noch keiner von ihnen. Es mögen die sein, welche meinen Zarathustra verstehn; wie dürfte ich mich mit denen verwechseln, für welche schon heute Ohren wachsen? Erst übermorgen gehört mir. Einige werden posthum geboren.
Die Bedingungen, unter denen man mich versteht und dann mit Notwendigkeit versteht, ich kenne sie nur zu genau. Man muβ rechtschaffen sein in geistigen Dingen bis zur Härte, um auch nur meine Ernst, meine Leidenshaft auszuhalten. Man muβ geübt sein , auf Bergen zu leben, das erbärmliche Geschwätz von Politik und Völker-Selbstsucht unter sich zu sehn. Man muβ gleichgültig geworden sein, man muβ nie fragen ob die Wahrheit nützt, ob sie Einem Verhängnis wird..... Eine Vorliebe der Stärke für Fragen, zu denen niemand heute den Mut hat; der Mut zum Verbotenen; die Vorherbestimmung zum Labyrinth.

Friedrich Nietzsche: uit voorwoord der Antichrist

zondag, september 24, 2006

De waterlelies in het geel

Gisteren 23 september was het de dag van de” betinking”. Op het “Reaklif” werd de slag bij Warns herdacht. Op deze weblog heeft al eens een beschrijving hiervan gestaan. De invasievloot, die komend over de toenmalige Zuiderzee op de kust van het “heitelân” landde en een leger aan land zette, dat vervolgens compleet in de pan gehakt werd. Elk jaar wordt deze overwinning herdacht en zo hoort het ook, overwinningen herdenk je en je laat het aan je tegenstander over om je nederlagen te vieren. Tijdens de betinking werd een nieuwe Friese vlag gepresenteerd, een gemeenschappelijke vlag voor alle Frieslanden. In deze vlag zitten vier pompeblêden, de vlag is van het Scandinavische type, dit om de banden van Friesland met dat gebied te onderstrepen. Het is de bedoeling dat deze vlag ca. 3,8 miljoen mensen aanspreekt op hun Friese identiteit. Op het twiljocht kunt u de vlag zien.

zaterdag, september 23, 2006

Oer leafde, emoasjes en hertstocht.

De manie van de moralisten eist niet de controle over de passies maar de uitroeiing ervan. Zij komen steeds tot dezelfde conclusie: enkel de ontkrachte mens is de goede mens.

Nietzsche, Der Antichrist

De vergeestelijking van de zinnelijkheid heet liefde; zij betekent een grote triomf over het christendom.

Nietzsche, Afgodenschemer (Götzendämmerung)

In de filosofie worden “rede” en “passie” vaak tegenover elkaar gezet. De “passie” wordt dan als negatief gezien, iets wat hoe dan ook vermeden moet worden. Afstandelijkheid , apatheia, is het ideaal. Zo niet voor de filosoof Nietzsche, voor hem is de tegenstelling er niet en misschien dat hij zelfs “de passie” boven de “rede” stelt. Nietzsche vond ook het lichaam belangrijk en hij spreekt spottend over de christelijke “ Leibsverächter”. Voor hem bestaat het leven niet uit ontzegging (waarom zou je dat doen?) en nederig zijn, dit zijn oude slavengewoontes, maar uit passie en uitbundigheid. Niet voor niets heet één van zijn werken “ Die fröhliche Wissenschaft”, waarin hij een gepassioneerd leven verdedigt, waarin men niet schenkt uit medelijden, maar uit overvloed, waarin men niet bang is voor emoties, maar ze juist als kracht ervaart.


Als je op je zwaard vertrouwt, hoef je geen schild mee te dragen.

Uitspraak van Doarmer op een congres van visboeren

Kinderspeelgoed Berneboartersguod

Origineel

Bewerking

Nog een schilderij van B. voorstellende een vrouw, die wordt aangevallen door jongetjes met pijlen. Dit werk werd geschilderd in opdracht van “ De Vereniging van Vrouwen tegen Oorlogsspeelgoed”. Later is dit origineel bewerkt , men heeft o.a. de helmpjes verwijderd, omdat het toch door velen als schokkend werd ervaren. De Vereniging was vooral in de jaren zeventig van de vorige eeuw actief en heeft onder meer bereikt, dat het waterpistool, het cowboy/indianenpak en de plastic ridderuitrusting uit de schappen zijn verdwenen.

vrijdag, september 22, 2006

De vorm van een tafel

De ruimte kan niet van ervaringen afgeleid zijn, doordat ze aan iedere ervaring reeds ten grondslag ligt. Wat ik als werkelijkheid waarneem, neem ik in de ruimte waar. Zij is voorwaarde, opdat er anders geen voorwerp voor mij kan zijn. Men kan zich nooit een voorstelling ervan maken, dat er geen ruimte zou zijn, wel kan men echter alle voorwerpen eruit wegdenken.

Wanneer dingen als zodanig ons in de ruimte verschijnen, doen zij dit volstrekt niet noodzakelijkerwijs voor alle mogelijke subjecten. “Want wij kunnen van de aanschouwingen van andere denkende wezens in het geheel niet beoordelen of ze aan dezelfde voorwaarden gebonden zijn die onze aanschouwingen beperken”. Alleen van het “ standpunt van een mens” kan van ruimte gesproken worden. Voor de tijd worden overwegingen en bewijzen door Kant op overeenstemmende wijze aangevoerd.

Karl Jaspers over het kenvermogen bij de filosoof Kant

Als ik een tafel zie, nemen mijn zintuigen bijvoorbeeld “kleur” en “vorm” waar. Als ik alle zintuiglijke waarnemingen weglaat , houd ik toch de ruimte over (volgens Kant is deze a priori) net als de “tijd”. Mensen “plaatsen” alles in tijd-ruimte. Maar is dit de werkelijkheid als zodanig (Kant: das Ding an sich), dus de werkelijkheid los van onze waarneming? En betekent dit, dat Kant van mening is, dat onze wereld onwerkelijk is? Kant zegt: De wereld is een verschijning, maar geen schijn. Dit laatste doet Doarmer denken aan de discussie over het bestaan van God, daarover zijn de meningen verdeeld, maar de gelovigen zijn voor ons een realiteit.

Nectar

Als sie mich umschlang mit zärtlichem Pressen,
Da ist meine Seele gen Himmel geflogen!
Ich lieβ sie fliegen und hab' unterdessen
Den Nektar von ihren Lippen gesogen.

Heinrich Heine

donderdag, september 21, 2006

woensdag, september 20, 2006

Afdrukken Ôfprintsje

Het plaatje bij de tekst “In ûndogens boaike” moet op bevel van het Orgaan Weblogtoezicht zo snel mogelijk verwijderd worden. Er is namelijk bij het orgaan een klacht binnengekomen van een zekere Bengel Said en ook de u welbekende pastoor te H. heeft zich namens de kerk in de zaak gemengd. Doarmer heeft nog als alternatief gekregen om het plaatje zo te manipuleren, dat het ventje er gekleed op zou staan in een eigentijds speelpakje en ook de moeder moest meer bekleed worden. Doarmer heeft natuurlijk geweigerd. Kunst sluit geen compromissen, maar het gevolg van deze moedige beslissing is dus de verwijdering. Webloglezers, die het toch wel een leuk plaatje vonden, moeten het nu uitprinten.

Twee lachende rozen

De dei hat in godlike jefte my jown
Op myn wei ha’k twa laitsjende roazen foun.

Heech sloech myn hert, doe’t myn hân har omsleat:
De iene wie wyt en de oare wie read.

Wyt dy, as de snie fan it winterske lân;
Read dizze, as in herte fan hertstocht yn brân.

‘k Brocht stâlle nêst stâlle to drinken yn’t wiet;
‘t Wie moai as in dream dy’t yn wierheit bestiet.

Mar hja doarsten net stean yn it seingjende ljocht;
De bûgjende tsjelken, de groun ha se socht.

En stâllen en blêdden ha’k yneltsoar woun;
Sniewyt en bloedread yn in hillich forboun.

Fan myn wite roas siigde swijend in blêd –
Ik seach, it wie toar; ik skeinde ‘m net.

Nou sill’ hja foriene to bloeijen stean
Oant it libben har wijt ta in bloeijend forgean.

Myn roazen, jim strielende ienheit yn ‘t ljocht,
Hoe’n wûnder foar ’t hert, dat har twiveljend socht.....

Fedde Schurer

In ûndogens boaike Een ondeugend ventje

Nog een schilderij van B., voorstellende een jonge moeder, net uit bad, die haar zoontje vermanend toespreekt , omdat hij met een pijl speelt. Het ventje zou zich kunnen bezeren en bovendien houdt zij niet van “oorlogsspeelgoed”. Vroeger werd dit schilderij door kunsthistorici anders geïnterpreteerd : Jong meisje zou liefde (Amor met pijlen) uiteraard tevergeefs afweren. Men kwam op dit idee, omdat het ventje met vleugels is afgebeeld en men niet doorhad, dat het hier om gewoon "badspeelgoed"gaat, verkrijgbaar in elke betere speelgoedzaak.

dinsdag, september 19, 2006

In ûndogense sater Een ondeugende sater

Bouguereau(1825-1905)

Verre reizen

Een aantal trouwe weblogbezoekers bevindt zich momenteel in het buitenland. Zo is Dr.Oetker in het verre Italië en verblijft de eenvoudige, maar toch zo vrome zuiderbuur Peerke aan de overkant van de zee in Engeland . Wij achterblijvers kijken met spanning uit naar de avontuurlijke verhalen, die zij ongetwijfeld mee terug zullen nemen. En natuurlijk zullen we ook voor ze bidden, opdat zij heelhuids en gezond weer terug komen, want ieder van ons weet dat zowel een tocht over de woeste Noordzee als ook het overtrekken van het Alpenmassief beslist niet zonder gevaar is. Ik herinner mij nog het laatste gesprek, dat ik in mijn functie als zielenherder met Peerke had. Wij stonden samen aan de tap van een etablissement te H. en dronken, zoals Peerke dat altijd treffend zegt ,een pint. “ Meneer pastoor,” zei hij met dat charmante zuidelijke accent, “hoe moet dat straks, ik heb gehoord, dat de Engelse pintekes lauw zijn, dat kan toch nie….” “Heb geloof, Peerke “ zei ik “ Hij zal ervoor zorgen, dat ook daar jouw pinteke helder en koel zal zijn, want zo drinkt Hij ze zelf ook graag. Dat lauwe Engelse bier moet wel het werk van de duivel zijn”. Ik heb hem die avond nog een afbeelding van de H.Vader meegegeven en zo is Peerke vol vertrouwen aan zijn reis begonnen. Wat de H.Vader betreft,van Dr.Oetker verwacht ik de laatste berichten over Zijn welbevinden. Sinds de huisvrouw dit voorjaar persoonlijk met de H.Vader gesproken heeft, hebben we niet weer iemand zo dichtbij gehad.

Pastoor te H.

zondag, september 17, 2006

Vergeving Ferjouwing

Zij was zoo tenger dat het wijd gewaad
Haar eerder hulpeloos dan grooter maakte,
Zoo kinderlijk alsof het smal gelaat
Onder de zware wrong zoopas ontwaakte.

Maar toen de fluiten gilden, trommen trilden
En gong bonsde, wierp zij zich in den strijd;
’t was of zij even aarzelde, even rilde,
En toen – een ruk, een zwaai, zij was bevrijd.

Als een samurai met een smalle degen
Snel schermend honderd vijanden weerstaat,
Hield zij een heir van booze geesten tegen,
Was Foedsji-puur haar dans, machtloos het kwaad.

Maar toen woest-plotsling de muziek verstomde,
Alleen de fluiten nog geklaag aanhielden,
En zich de nacht over de tempel kromde,
De luide bijval loutre stilt’ vernielde,

Werd zij weer needrig, tenger, slank en vloog
Nog eenmaal op en stond dan, bijna brekend,
Alleen de armen hield zij nog omhoog,
En boog het hoofd, als om vergeving smeekend.

Slauerhoff: Japansche Danseres

Nieuwe onthullingen

Wie is deze vrouw en wat is haar relatie met Henk?

zaterdag, september 16, 2006

In swide mannichte


Vandaag is Doarmer in Fryslân, in het dorp B. Hij heeft weer eens een gathering of a clan en deze clan is wel erg groot.

vrijdag, september 15, 2006

Geheime opnames

Uit de krant:

Er zijn geheime opnames opgedoken van de zogenaamde wandelclub "MBZET". De verdenking is opgekomen, dat achter deze ogenschijnlijk onschuldige wandelclub een zeer gevaarlijke paramilitaire organisatie schuilgaat. Als leider wordt een zekere "Henk" genoemd, maar of dit slechts een schuilnaam is, is nog onduidelijk. Een onderzoek is gaande en men verwacht binnenkort de eerste arrestaties.

Het nieuwe speelterrein

Doarmer is vanmiddag op een cursus geweest en dat vindt hij altijd geweldig. Doarmer weet namelijk heel weinig, zodat hij ook heel veel kan leren. Vanmiddag heeft hij slimme dingen geleerd, die hij met een computer kan doen. Hij vroeg zich zelfs af, waarom leren de mensen Doarmer dit, want hij zou er ook veel ellende mee kunnen aanrichten. Niet, dat Doarmer zo is, maar toch. Het was wel warm en na een paar uur werd Doarmer moe en begon hij te gapen en kon hij niet meer zo goed opletten, maar gelukkig kreeg hij ook een geplastificeerd boekje, waar alles instaat wat hij moet weten. Voorlopig kan Doarmer weer vooruit. Hij heeft er a.h.w. een nieuw speelterrein bij gekregen.

In dreamke

Rûndoarmjend siket er de beam,
de beam fan it hjir en no,
yn it grien sjongt in geal
it liet fan lok en langstme,
en in twirre boartet sêftkes
mei it koar fan núnderjende blêden.
De rouwe tiid eanget
en ivich is dêr yn it skaad
fan dy beam in longerjende leafde.

dinsdag, september 12, 2006

Kant noch wal

Volgens de opvatting van de filosoof Kant (1724-1804) komt onze kennis als volgt tot stand: wij nemen dingen waar in de wereld en ons verstand geeft vorm aan de waarneming, zonder dat laatste is alles vormloos en ook geldt het omgekeerde: zonder waarneming zijn de vormen leeg zijn.
Wij zien bijvoorbeeld tijd en ruimte, omdat ons verstand zo ”vormt”. “Zaken” zoals tijd en ruimte gaan vooraf aan de waarneming , wij kunnen eigenlijk niet anders denken, zij zijn a priori, zegt Kant. De waarnemingen echter zijn veranderlijk.
Ook spreekt Kant over de “oorzakelijkheid”. Het feit, dat wij de zwaartekracht als oorzaak van het vallen zien, komt omdat wij nu eenmaal denken in de trant van oorzaak en gevolg.

In koarte meidieling

Eigenlijk had er gisteren een Romeo en Julia verhaal uit de 21 ste eeuw op deze weblog moeten staan. Maar het Orgaan Weblogtoezicht heeft Doarmer op de vingers getikt en het stuk verwijderd. Het zou te kwetsend geweest zijn.

zondag, september 10, 2006

Een oud probleem en een boom

Hylas: Niet zo snel , Philonous. U zegt dat u zich niet kunt voorstellen dat waarneembare dingen buiten de geest bestaan, nietwaar?
Philonous: Zeker.
Hylas: Stel dat u vernietigd zou worden, kunt u zich dan niet voorstellen dat het mogelijk is dat de zintuiglijk waarneembare dingen toch blijven bestaan?
Philonous: Jawel, maar dan in een andere geest. Wanneer ik ontken dat waarneembare dingen onafhankelijk van de geest bestaan, dan bedoel ik niet speciaal mijn geest, maar alle geesten.

Berkeley: Three Dialogues between Hylas en Philonous.

Doarmer ziet een boom, d.w.z. zijn zintuigen nemen de boom waar. Die boom bestaat net als de lucht erboven en de grond eromheen uit deeltjes (bijv. moleculen). De zintuigen van Doarmer zien dat niet, in feite deelt Doarmer zijn wereld in en zegt “dat is een boom en dat is de lucht”, terwijl een ander “wezen” met andere zintuigen misschien zou zeggen, ik zie alleen maar koolstof, waterstof en nog wat elementen .Het wezen ziet geen scheiding tussen boom en lucht. Als Doarmer er niet meer is, dan zien andere aardbewoners , Philonous zou zeggen “geesten”, de boom nog wel, dus de boom bestaat, hij wordt waargenomen. Maar als er niemand meer is (As nimmen sjocht) met zintuigen zoals wij, bestaat de boom dan nog wel of is er dan alleen nog maar koolstof, zuurstof en nog wat andere elementen.

De vlinder De flinter

Wie de hoogste bergen beklimt, lacht over alle treuer-spel en treur-ernst. Onbekommerd, spotziek, gewelddadig – zo wil de wijsheid ons: zij is een vrouw en bemint enkel een krijgsman. ………Wat hebben wij gemeen met de rozenknop, welke siddert , omdat haar een droppel dauw op het lijf ligt? Het is waar: wij houden van het leven, niet omdat wij aan het leven, maar omdat wij aan het liefhebben gewend zijn. Er is altijd iets van waanzin in de liefde .Er is echter ook altijd wat verstand in de waanzin. En ook mij, die het leven welgezind is, dunken vlinders en zeepbellen en wat onder mensen op hen gelijkt, het meeste van geluk te weten. Deze lichte, verdwaasde, sierlijke, beweeglijke zieltjes te zien fladderen – dat vervoert Zarathustra tot tranen en liederen. Ik zou alleen aan een God geloven, die te dansen verstond……….Niet door toorn, doch door lachen doodt men. Op, laat ons de geest der zwaarte doden! Ik heb lopen geleerd: sindsdien laat ik mij draven. Ik heb vliegen geleerd: sindsdien wil ik niet meer geduwd worden om van mijn plaats te komen.
Friedrich Nietzsche: Also sprach Zarathustra

zaterdag, september 09, 2006

De tinkende minske

Denken wij rationeel?In 1970 vond aan de universiteit van Pennsylvania een interessant experiment plaats. Een dollarbiljet werd veertig keer bij opbod verkocht. Soms werd tot 20 dollar geboden! Hoe kwam dit.Wel, het was veiling met een extra regel, namelijk: De op één na hoogste bieder moest ook betalen, maar kreeg daarvoor niets terug. De proefpersonen waren groepen studenten. Sommigen hadden meteen door, dat dit een valkuil was, waar je gewoon niet aan moest beginnen, maar er bleven er altijd wel twee over, die dachten winst te behalen. Maar stel dat de hoogste 90 cent geboden heeft en dus nog steeds 10 cent winst heeft en de tweede heeft 80 cent geboden. Deze tweede moet dus wel een dollar bieden, want anders moet hij 80 cent betalen. Weg winst. En dan, de tweede op dat moment moet wel een verlies van 10 cent accepteren, want anders moet hij een dollar betalen en zo gaat het maar door. Na afloop verontschuldigden sommige studenten zich voor hun irrationele gedrag, men had zich mee laten slepen. Ook was er een duidelijke verschuiving in motivatie tijdens het bieden. Eerst wilde men winst halen, later wilde men alleen nog maar winnen. Deze “dollar-veiling” werd georganiseerd om te laten zien hoe conflicten, bijvoorbeeld oorlogen, escaleren, niemand wint er iets bij, men probeert uit de problemen te komen, maar raakt er steeds dieper in verwikkeld.

Venten Sutelje

De sutelaksje is wer begûn en it sil Doarmer nij dwaan of’t der ek in kroade by him oan ‘e doar komt. Benammen it nije boek “Ophysje en delbêdzje” liket him wol nijsgjirrich om’t dêryn û.o. oer it weblogjen skreaun wurdt.

In pjut

U bezoekt regelmatig het boartersplak, maar misschien wilt ook wel eens een pjutteboartersplak bezoeken. Klik dan hier.

vrijdag, september 08, 2006

Een vraag

Vandaag stelde een webloglezer, van wie ik lange tijd niets gehoord had, mij op het twiljocht de volgende vraag: Wie is Henk? En in deze drie simpele woorden “Wie is Henk?” ligt een wereld besloten. Ik had mij ervan af kunnen maken door te zeggen”Henk is”, maar ik voelde dat ik hiermee de lezer tekort zou doen en dat is het laatste wat ik wil. De vraag maakte mij weer eens bewust van het feit, dat wij misschien wel eens te gemakkelijk over Henk spreken en door deze vraag werd ik weer met beide benen op de grond gezet. Ik heb het volgende antwoord gegeven en dat kunt u ook op het twiljocht lezen.

Beste fan, wie Henk is, dat is moeilijk te zeggen. Hij is er wel, maar kennen wij de Henk an sich?Ik denk, dat dat in feite onmogelijk is, gezien zijn vele aspecten. Misschien dat bacio deze vraag nog het best kan beantwoorden. Zij heeft die band met Henk, dat directe contact waardoor hij zich toch op een speciale manier aan haar openbaart.Voor ons blijft het toch vaak een tasten, een zoeken, waarbij momenten van inzicht afgewisseld worden door momenten, waarop wij ons realiseren hoe beperkt onze kennis van Henk eigenlijk is.

Pastoor te H.

Engelengeduld

Ik wilde een gedicht op een waaier schrijven,
zodat je de woorden je kunt toewuiven
en de strophen, wanneer je wilt blijven
mijmren, weer achteloos dicht kunt schuiven.

Maar liever wilde ik dat ze binnen
in je gewaad geschreven stonden,
zodat tegelijk met batist en linnen
mijn gedachten je strelen konden.

Ik zou deze dwaze wens niet uiten,
als mij een krankzinnige was vervuld:
je eenmaal zelf in mijn armen te sluiten….
Maar ik heb engelengeduld.

J.Slauerhoff

donderdag, september 07, 2006

Een stad

Binnenkort bezoekt Doarmer deze stad in gezelschap van een aantal mensen uit het onderw. Het feit, dat de stad aan het water ligt, spreekt Doarmer als vishandelaar enorm aan. De onderw. mensen komen uit heel Europa en Doarmer vraagt zich wel af, of hij als visboer in zo'n groep past. Hij heeft al een aantal zinnetjes geoefend, zodat hij in elk geval wat kan meepraten. Dit zijn de zinnetjes:
De leerling staat altijd centraal.
Het blijft boeiend, want je werkt met mensen.
Het gaat om leren leren.
Ik maak mij zorgen over de toekomst van het onderw.
Het kind mag niet de dupe worden.
Voor mij is het geld niet het belangrijkste.
Vooral met die laatste zin heeft Doarmer als visboer wel wat moeite, maar hij heeft gehoord, dat onderw. mensen dit graag horen, omdat ze net als middeleeuwse monniken de gelofte van armoede afgelegd hebben. Jullie horen er meer van.

Probleem

“Het betere boek” heeft een nieuw aanbod gekregen. “Het nieuwe lezen”, een leesclub te H. met een eigentijdse kijk op het boek heeft eveneens tot een fusie opgeroepen. Het is duidelijk, dat het concept van “het betere boek”veel mensen aanspreekt, maar het maakt het nemen van een besluit wel heel moeilijk.

woensdag, september 06, 2006

Die andere club

Het was een dag vol verrassingen. Na de zinderende culturele avond had Doarmer een beetje moeite om weer in het werkritme te komen en toen hij even van een kopje koffie genoot, werd hij aangesproken door een aantal leden van “die andere leesclub” en wel met de vraag of “ het betere boek” zich bij hen wilde aansluiten. I. en Doarmer beraden zich nu, of een dergelijke fusie wel de juiste weg is. De beide clubs hebben toch een totaal andere achtergrond. Terwijl bij hen het gros van de leden uit het onderw. stamt, vindt “het betere boek” zijn oorsprong voornamelijk in de viswereld en wij zijn daar ook erg trots op. Bovendien ligt de nadruk bij “het betere boek” meer op zaken zoals waar wordt gegeten en welke kleding wordt daarbij gedragen. Bij die anderen staat het boek meer centraal. I. en Doarmer zijn dan ook voorzichtig, wij zijn niet ongenegen , maar we houden een slag om de arm, Doarmer wil echter niet uitsluiten, dat een combinatie van onderw. en viswereld misschien wel tot vruchtbare resultaten leidt.

In nij begjin

dinsdag, september 05, 2006

Rondhangen Omhingje

Tegenwoordig schaamt men zich al voor zijn rust; lange overpeinzingen bezorgen iemand bijna gewetenswroeging. Men denkt met het horloge in de hand…… men leeft zoals iemand, die voortdurend “ergens te laat kan komen”. “Liever iets willekeurigs doen dan helemaal niets” – ook deze grondstelling is een snoer om alle beschaving en hogere smaak de das om te doen. En evenals zichtbaar alle vormen te gronde gaan aan de haast der arbeidzamen , zo gaat ook het vormbesef zelf, het oor en oog voor de melodie der bewegingen te gronde….. …Want het leven op jacht naar gewin dwingt er voortdurend toe, zijn geest volkomen uit te putten, door zich voortdurend anders voor te doen dan men is, voortdurend iemand te slim af te zijn of voor te zijn: de eigenlijke deugd is thans, iets in minder tijd te doen dan iemand anders……. Bestaat er nog een genoegen aan gezelschap en aan de kunsten, dan is dat een genoegen, zoals moegewerkte slaven zich bereiden……..De arbeid krijgt steeds meer het goede geweten aan zijn kant: de drang tot vreugde noemt zich nu al “behoefte aan ontspanning” en begint zich voor zich zelf te schamen. “Men is het aan zijn gezondheid verplicht “ – zo praat men, wanneer men op een uitstapje betrapt wordt….. Voorheen was het omgekeerd: arbeid ging gepaard met een slecht geweten. Een mens van goede afkomst verborg zijn arbeid , als de nood hem dwong te arbeiden. De slaaf arbeidde onder de druk van het gevoel, dat hij iets verachtelijks deed – het “doen” zelf was al iets verachtelijks. Voornaamheid en eer zijn alleen te vinden in otium en bellum.( = ledigheid en oorlog).
Fr.Nietzsche : De vrolijke wetenschap

De lamp

maandag, september 04, 2006

Een waargebeurd verhaal uit 2006

LEEUWARDEN - Drie mbo-instellingen in Friesland moeten nieuwe diploma's drukken omdat geslaagde studenten met de papiertjes officieel niet tot de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden worden toegelaten. Op de diploma's staan onder meer Friestalige gemeentenamen, maar die namen moeten Nederlandstalig zijn. ‘We schrijven ze wel in, maar ze moeten een diploma met de goede gegevens halen’, aldus een zegsvrouw van de hogeschool maandag.

Op de diploma's staat onder meer dat de cursisten geboren zijn in de gemeente Tytsjerksteradiel. Dat klopt echter niet. In 1989 is de naam van die gemeente namelijk gewijzigd van het Nederlandse ‘Tietjerkstradeel’ in het Friese ‘Tytsjerksteradiel’. De betreffende cursisten zijn geboren voor de naamswijziging en hebben dus als geboortegemeente Tietjerkstradeel.

Uit de Volkskrant

Handig

Als je hier klikt kun je iets handigs gratis downloaden.

Sa'n dei

Hjoed wie sa’n dei,
sa’n dei fan wurge wurden,
sa’n dei fan sinleas jachtsjen,
sa’n dei fan fernuvering,
sa’n dei djoeiend mei it neat.
Ockham, fan dyn skearmês is ferlet,
faaks moat it swurd wol lutsen wurde.

Het betere boek

Morgenavond is het weer zover, de leesclub "Het betere boek" organiseert een zinderende culturele avond. Thema is deze keer het werk "De weduwnaar" van de schrijver Kluun. Natuurlijk wordt de avond opgesierd met een copieus diner in een restaurant in het stadje O. Ook de kleding is voor de leden van de leesclub altijd een punt van aandacht. I. zal deze keer minimalistisch in het lichtgroen verschijnen. Doarmer houdt het bij een rustgevend zwart.

zondag, september 03, 2006

Opgave Opjefte

In welke stad staat deze kerk?
Wie ligt hier begraven?

Prijs voor de eerste juiste inzending: 10 minuten lang gratis lichttherapie

Eine Reise nach D.

Doarmer was gisteren in het land D., daar heeft hij veel taart gegeten en met personen uit een bepaalde sector gesproken. Doarmer heeft gezegd “ het blijft boeiend, omdat je met mensen werkt”. Wat dat precies betekende, wist hij zelf niet, maar het klonk goed. Samen met Bu. was Doarmer weer erg gehoorzaam, alles wat verplicht was, meteen gedaan en ook dat komt altijd goed over, want iedereen heeft zo langzamerhand wel genoeg van tegenstribbelen, bovendien is het zinloos. Ba. en A. hebben de nieuwe haardracht van Doarmer goedgekeurd. A. heeft zelfs nog geprobeerd het model iets te veranderen. Na afloop heeft Doarmer zelfs een stuk taart meegekregen, waarvoor hij natuurlijk heel dankbaar was, want de zomer, de tijd van overvloed, is voorbij en dan is bijvoeren nooit verkeerd en het duurt nog even voordat het kerstpakket komt.

zaterdag, september 02, 2006

De meteorologyske hjerst begjint

Voor lichttherapie en geestelijke ondersteuning melden bij de pastoor te H. Wacht niet te lang nu de donkere dagen naderen.

vrijdag, september 01, 2006

Geheimschrift uit 1708

Mon Tres Cher Amy.

Les ennemis ne gardent plus aucuns mesures a l’egard de nos postes; ils les arretent et bien de fois ouvrent nos lettres; c’est la cause, que je me sers du chifre, qui vous est counu pour vous dire, que, de steait fen oûs slieught nog is, ‘t bread lits en dioer, net volle krud, het jild lits en dioer, en oûs oantastien fen de pleaets giet naet hurd oon, mar dat my meast in de holle spylt is oerkomen nei oûs hiem ; de waeters kant sil beswier oer to komen wesse. As y dit wol oertink, sa lieaewe y wol, dat de sliep naet graet is. So’t moegelyck wier, so moost er jitte krygers oon nomme weerde, al wier’t mar for fiouwer oof fiif moanne, sycker ist, dat soo wy’t uithadde oon’t forjier, det de find wol wetter in de wyn dwaen sil, het wyf oer sea wol twaa tredde en tweintigh of moor jaen, spreck hir fen oon de Frieunen en sis het oon joon confraters, so’t hir stiet. Je n’ay plus rien a vous dire, si ce n’est que je suis a jamias. Mon Cher Ulbe.

Ton Amy et Serviteur
Sicco van Goslinga

Deze brief, half in het Frans en half in het Fries geschreven, stamt uit 1708. Het is oorlog met de Fransen en de stad Lille wordt belegerd. Het leger had het moeilijk, te weinig eten en kanonnen , geen verbinding met het vaderland en bovendien wordt de post geopend door de vijand. Sicco van Goslinga gebruikt het Fries als geheimtaal om de problemen aan zijn neef Ulbe Aylva van Burmania te melden. Later als Sicco na de vrede met de Fransen in Parijs als afgezant ontvangen wordt, vertelt de Franse minister van buitenlandse zaken, dat het hun niet gelukt was dit geheimschrift te ontcijferen. Waar het Fries wel niet goed voor is!!!!

Bron: Dr.G.A. Wumkes: Paden fen Fryslân