Ik weet bijna zeker dat ik nooit wakker ben geworden. Ik weet niet of ik niet droom wanneer ik zie, en evenmin of ik zie wanneer ik droom, noch of het leven en de droom in mij niet vermengd zijn, door elkaar lopen, en of mijn bewustzijn zich niet heeft gevormd door de wederzijdse doordringing van droom en leven. Als ik mij in het actieve leven heb gestort,dat me, net als alle anderen, een duidelijk beeld van mezelf geeft, word ik soms toch door een vreemd gevoel van twijfel bevangen; ik weet niet meer of ik wel besta, ik ervaar dat ik wel eens de droom van een ander zou kunnen zijn; ik voel bijna fysiek dat ik misschien een personage uit een roman ben die zich als een speelbal beweegt op de trage golven van de stijl in de waarheid die geheel bestaat uit een omvangrijke vertelling.
Fernando Pessao (1888-1935)
Pessao denkt wel eens dat hij de droom van een ander is. Doarmer is optimistischer, hij beschouwt het leven ook als een droom, maar dan als zijn eigen droom. “Ik bin in doarmer troch de dream.”
Fernando Pessao (1888-1935)
Pessao denkt wel eens dat hij de droom van een ander is. Doarmer is optimistischer, hij beschouwt het leven ook als een droom, maar dan als zijn eigen droom. “Ik bin in doarmer troch de dream.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten