Waarover men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen.
De grenzen van mijn taal, zijn de grenzen van mijn wereld.
Filosofie is de strijd tegen de beheksing van onze intelligentie door de taal.
Iemand iets vertellen wat hij niet begrijpt is zinloos, zelfs als men erbij zegt dat hij niet in staat zal zijn het te begrijpen.
Ludwig Wittgenstein (1889 – 1951)
Doarmer moest aan Wittgenstein denken, toen hij laatst een discussie op tv zag tussen een aanhanger van de evolutietheorie en een juichchristen. De laatste slingerde maar zinloze begrippen de wereld in en als zijn tegenstander probeerde zijn argumenten, misschien niet perfect, maar wat is dat wel, naar voren te brengen, keek deze juichchristen triomfantelijk om zich heen en verklaarde iets in de trant van “ja dat is ook een mening”, alsof zijn mening in elk geval gelijkwaardig zou zijn aan die van de ander. Zelfs het scheermes van de Middeleeuwer Ockham had hier toegeslagen. Natuurlijk denken mensen na over hoe alles begonnen is, of het altijd al geweest is of ontstaan, maar dit probleem los je niet op door een vaag iets, dat voor zowat iedereen een andere betekenis heeft toe te voegen ( zie Ockham), want dan kun je vragen , hoe is dat er dan gekomen? Nou, zal zo’n juichchristen zeggen, dat is er altijd geweest, dat is eeuwig en bovendien wil het niet dat je gras maait op zondag en vlees eet op vrijdag. Zo kan Doarmer het ook, hij heeft wel eens op deze weblog geschreven dat het heelal afgebakend wordt door een groen hek met de hoogte van 1 meter 95. Er zijn ketters die beweren, dat het hek slechts 1 meter 93 hoog is, maar deze lieden dwalen. En waar blijven nu die geleerden, die denken dat ze alles weten, laten zij maar eens bewijzen, dat dat hek er niet staat. En zolang dat niet gebeurt, eist Doarmer dat men zijn opvatting respecteert.