woensdag, maart 31, 2010

dinsdag, maart 30, 2010

zondag, maart 28, 2010

De woartel reitsje De spijker op de kop

“Nooit zou ik kunnen begrijpen, als ik niet eerst geloofde”, zei Anselmus van Canterbury (1033- 1109) en volgens Doarmer sloeg hij daarmee de spijker op de kop. Doarmer werkt namelijk in een sector, waar veel zaken gebeuren, die hij totaal niet begrijpt en dat komt omdat hij er niet in gelooft. De tiisdeitemiddei is maar één van de voorbeelden. Vaak worden zaken ingevoerd, omdat er zogenaamd door iemand “rationeel” over nagedacht is, maar Doarmer denkt, dat het gewoon een kwestie van geloof is, en wat dat betreft verkeert de sector nog steeds in de middeleeuwen, waarbij Doarmer dit laatste woord zonder waardeoordeel gebruikt.

zaterdag, maart 27, 2010

Ljurk en geal Leeuwerik en nachtegaal

As de maaitiid komt,oer de fjilden rûst,
as it twirke oer mar en puollen strûst,
as yn it wâld de geal en yn’t fjild de ljurk
sangen opstjoert nei it hege blauwe swurk.
O, dan bringt sa bliid
elts syn boat yn’t wiid.

P.J Troelstra (in lietsje)

woensdag, maart 24, 2010

Bolbjirken Uitgelaten

Vandaag was het echt “maaitiid”,voorjaar, en Doarmer had dit nodig om te herstellen van een tiisdeitemiddei en rennend door het buitengebied moest hij aan de woorden van de dichter Tamminga denken:

Fan winen dreaun en droegen,
riist ek út slom en winterdea
ta dy myn langst en leafde, lea,
en brûst oer alle boegen.
Want d’ierde is in prûze breid,
de loft is fol bolbjirkenheid.

Voor de dichter is het voorjaar echter niet genoeg, hij verlangt ook naar zijn “lea”, zijn geliefde, en hij eindigt met de woorden:

Kaam no myn lea de mieden del,
de blommen om’e sliepen,
dan naam ik alles wat hja bea,
dan stoar myn langst in sêfte dea
yn earmen noegjend iepen.

zondag, maart 21, 2010

Sweeslaan Pochen

Beschouw de kudde die je grazend voorbijgaat: zij weet niet wat gisteren, wat vandaag is, springt rond, vreet, rust, verteert, springt weer, en zo van de morgen tot de nacht en van dag tot dag, met haar lust en onlust kort aangebonden, namelijk aan de pin van het moment, en daarom noch zwaarmoedig, noch verveeld. Dit te zien is de mens niet aangenaam, omdat hij tegenover het dier op zijn mens-zijn pocht en toch afgunstig zijn geluk gadeslaat – want dat is het enige wat hij wil, net als het dier noch verveeld, noch onder smarten leven, en toch wil hij het tevergeefs, omdat hij niet op dezelfde manier wil als het dier. De mens vraagt het dier wel eens: waarom vertel je me niet over je geluk en kijk je me alleen maar aan? Het dier wil ook antwoorden en zeggen: dat komt doordat ik altijd meteen vergeet wat ik wilde zeggen – maar toen vergat het ook dit antwoord alweer en zweeg: zodat de mens zich erover verwonderde.

Friedrich Nietzsche

zaterdag, maart 20, 2010

Yn it ear lústerje In het oor fluisteren

De haast is algemeen, omdat iedereen voor zichzelf op de vlucht is; algemeen is ook het schuwe verbergen van deze haast, omdat men tevreden wil lijken en de intelligentere toeschouwer omtrent zijn ongeluk wil misleiden; algemeen is de behoefte aan nieuwe, welluidende woord-bellen, die het ermee behangen leven iets luidruchtigs-feestelijks moeten geven….. Wij zijn bang, wanneer wij alleen zijn en zwijgen, dat ons iets in het oor zal worden gefluisterd, en daarom haten wij de stilte en verdoven onszelf met gezellig verkeer.

Friedrich Nietzsche

donderdag, maart 18, 2010

Healwiis Dwaas

Het aldus verworven geduld leert men later op mensen toepassen, door zich de gedachte eigen te maken dat ook zij, als zij ons hinderen, dit op grond van een net zo strenge, uit hun aard voortvloeiende noodwendigheid moeten doen als waarmee de levenloze dingen reageren. Vandaar dat het even dwaas is om zich over hun doen en laten op te winden als over een steen die ons in de weg ligt. Bij veel mensen is het nog het aller-verstandigste om te denken: ’veranderen kan ik hem niet, daarom zal ik hem maar gebruiken’.

Arthur Schopenhauer

woensdag, maart 17, 2010

Ferjitte Vergeten

Stelt u het extreme voorbeeld voor, een mens die de kracht tot vergeten volkomen mist,die ertoe veroordeeld is overal een wording te zien: zo iemand gelooft niet meer in zijn eigen zijn, gelooft niet meer in zichzelf…. hij zal tenslotte , net als de ware leerling van Heraclitus zijn vinger nauwelijks meer durven op te steken. Voor ieder handelen is vergeten nodig……. Dus: het is mogelijk om bijna zonder herinnering te leven, en zelfs gelukkig te leven, zoals het dier bewijst; maar het is volstrekt onmogelijk om zonder enige vergetelheid te leven.

Friedrich Nietzsche

dinsdag, maart 16, 2010

Fûn Gevonden

de ljip sjocht in bytsje feralterearre /de kievit kijkt een beetje beduusd

zondag, maart 14, 2010

Flaaikje Vleien

Bitterswiet, bitterswiet
priuwt dit lytse leafdeliet
sil dyn ear ’t wol ienris heine
as de fine drippen ‘t reine
reine litte oan dyn blinen
silst it hearre as de winen
flaaikjend om dy hinne strune
harkest?

T. Mulder

Soortgelijk, maar nu in het “Saterfries” uit Deutschland

Bitterswäit, bitterswäit
smoaket düt litje Ljoofteläid
wol dien Oor dat moal fernieme
wo do fiene Druppen ’t riene
riene läite an dien bliende
ruuten, wol’t du’t heere, wo die Wiend
strookjend uum die tou liend.
heerst du’t?

vrijdag, maart 12, 2010

Folslein, oerdiedich of breklik Volmaakt, overvloedig of gebrekkig

Naast priemgetallen en tweeling priemgetallen kent de wiskunde ook “volmaakte “getallen bijvoorbeeld 6. Dit getal is deelbaar door 1, 2 en 3 en opgeteld zijn deze drie samen 6. Ook 28 is zo’n getal , het is deelbaar door 1,2,4,7 en 14. Nu kunnen de wiskundigen bewijzen dat alle even “volmaakte” getallen op 6 of 28 eindigen. Het volgende volmaakte getal is 496. Onduidelijk is of er ooit oneven volmaakte getallen gevonden zullen worden. Naast volmaakte getallen bestaan er ook “overvloedige”( de som van de delers is groter dan het getal zelf) en gebrekkige getallen ( de som van de delers is kleiner dan het getal zelf). Priemgetallen zijn dus ontzettend gebrekkig, want de som van de delers is altijd 1. Als Doarmer met zulke zaken geconfronteerd wordt, dan denkt hij, het is gewoon poëzie.

woensdag, maart 10, 2010

It bart het gebeurt

De zin van de wereld moet buiten haar liggen. In de wereld is alles als het is en gebeurt alles zoals het gebeurt; er is in de wereld geen waarde – en als deze er was zou zij geen waarde hebben. Als er een waarde is die waarde heeft, moet zij buiten alles wat gebeurt en buiten alle zo-zijn liggen. Want alle gebeuren en zo-zijn is toevallig. Wat het niet-toevallig maakt, kan niet in de wereld liggen, want anders zou dat weer toevallig zijn. Het moet buiten de wereld liggen.

Ludwig Wittgenstein

dinsdag, maart 09, 2010

In tútsje Een kus

In tútsje

Oerdwealsk of wif Roekeloos of wispelturig

Iedere soort kent in een bepaalde situatie een optimale vluchtafstand, die het midden houdt tussen al te riskant, of al te roekeloos enerzijds, en al te wispelturig, al te risicomijdend anderzijds. Individuen die te lang wachten met vluchten, wanneer er gevaar is, lopen een grotere kans door dat gevaar te sterven. Minder voor de hand liggend is het ook mogelijk om er te vroeg vandoor te gaan. Al te wispelturige individuen krijgen nooit de kans hun buik vol te eten, omdat ze er bij het eerste teken van gevaar aan de horizon vandoor gaan. Wij zien de risico’s van het al te sterk vermijden van risico makkelijk over het hoofd.

R. Dawkins

maandag, maart 08, 2010

De hiemdogge De erfhond

Over hardlopen en zo.

Bovenstaande foto is genomen vanaf de zogenaamde “zomerroute”. Deze wordt gelopen vanaf het begin van de zomertijd tot eind september. Momenteel loopt Doarmer nog steeds de winterroute samen met J. en andere J. , de rest is geblesseerd. Deze route is helemaal verhard en uiteraard ook verlicht, omdat er in het donker gelopen wordt . Naast deze groepsroutes, heeft Doarmer nog twee andere routes, die hij alleen of met z’n tweeën loopt. Onder het uur wordt nauwelijks gelopen, dat is zonde van de tijd, je moet je toch douchen. De eisen, die aan een route gesteld worden zijn streng. Belangrijk is bijvoorbeeld dat de grote vijand van de loper, te weten de hond, zich niet vrij beweegt op de route. Een erfhond is natuurlijk geen probleem, zolang deze maar op het erf blijft. Op één van Doarmer’s routes passeert hij er wel vijf en het blijft gewoon bij ritueel blaffen, die beesten kunnen ook niet anders. Maar andere J. schrikt toch altijd als ze deze honden ziet en Doarmer moet altijd tussen haar en het erf rennen, hetgeen hij vanzelfsprekend doet, want zo is hij nu eenmaal opgevoed.

zondag, maart 07, 2010

Ferdivedaasje Verstrooiing

Tegen iemand zeggen dat hij rustig moet leven, betekent: hem zeggen dat hij gelukkig moet leven, hem raden in een volkomen gelukkige staat te verkeren, waarover hij op zijn gemak kan peinzen, zonder er reden tot droefheid in te vinden. Maar dat betekent dus dat men de natuur niet begrijpt. De mensen die van nature hun toestand aanvoelen, trachten dan ook niets zozeer te ontlopen als de rust: zij doen al wat zij kunnen om onrust te zoeken…… Daarom doet men er verkeerd aan, hun gedrag te laken. Hun fout is niet dat zij de drukte zoeken, tenminste als zij ze alleen maar zochten bij wijze van verstrooiing, maar hun fout is dat zij ze zoeken alsof het bezit van de dingen die zij nastreven, hen werkelijk gelukkig zouden kunnen maken.

Blaise Pascal

zaterdag, maart 06, 2010

Mei klam Nadrukkelijk

Maar zult u zeggen, niets is toch eenvoudiger voor mij dan me bijvoorbeeld bomen in een park of boeken in een kast voor te stellen, terwijl er niemand is die ze waarneemt? Hierop antwoord ik: dat kan, dat is niet moeilijk. Maar, vraag ik u nadrukkelijk, wat is dit meer dan dat u in uw geest bepaalde ideeën vormt die u boeken en bomen noemt, waarbij u tegelijkertijd nalaat de idee te vormen van iemand die ze waarneemt? Maar al die tijd neemt u ze toch zelf waar of denkt u er toch aan? Dit zegt ons dus niets. Het bewijst alleen maar dat u verbeeldingskracht heeft……. Maar het bewijst niet dat u het voor mogelijk houdt dat de objecten van uw denken buiten de geest kunnen bestaan. Om dat aan te tonen, is het nodig dat u ze zich voorstelt als dingen die niemand zich voorstelt of waaraan niemand denkt, terwijl ze wel bestaan – hetgeen een duidelijke contradictie is.

Berkeley

vrijdag, maart 05, 2010

Skiep Schapen

De maartse zon is moeizaam bezig zich door de wolken heen te werken en Doarmer zit op de zolder van een onderw.instelling en kijkt naar de afbeelding van een wit en een zwart schaap. Kortom het is de tijd en de gelegenheid om besluiten te nemen, “kedize” zoals men in een bepaald land pleegt te zeggen. Welnu, Doarmer besluit en hij verwondert zich erover, dat men de neiging heeft lang na te denken over futiliteiten, terwijl men de “grote” beslissingen zo tussendoor neemt, natuurlijk niet rationeel, maar intuïtief, want zo hoort het, anders krijg je een gekkenboel.

donderdag, maart 04, 2010

Einstân Eindstand

PvdA 19,8% 2414 4 (2010)
31,8% 4240 7 (2006)

CDA 25,5% 3113 6 (2010)
29,0% 3855 6 (2006)

Fryske Nasjonale Partij 33,9% 4141 7 (2010)
22,9% 3049 5 ( 2006)

VVD 13,0% 1586 3 (2010)
11,1% 1476 2 (2006)

ChristenUnie 5,9% 716 1 (2010)
5,2% 689 1 (2006)

SP 1,9% 238 0 (2010)


De uitslag van Doarmer's geboortegemeente. U ziet, er is niets aan de hand.

woensdag, maart 03, 2010

Terskje Dorsen

„Wozu leben? Alles ist eitel! Leben - das ist Stroh dreschen; Leben – das ist sich verbrennen und doch nicht warm werden.“
Solch altertümliches Geschwätz gilt noch immer als „Weisheit“; dass es aber alt ist und dumpfig riecht, darum wird es besser geehrt. Auch der Moder adelt.
Kinder durften so reden: die scheuen das Feuer, weil es brannte! Es ist viel Kinderei in den alten Büchern der Weisheit.
Und wer immer „Stroh drischt“, wie sollte er auf das Dreschen lästern dürfen! Solchem Narren müsste man doch das Maul verbinden!
Solche setzen sich zu Tisch und bringen nichts mit, selbst den guten Hunger nicht: - und nun lästern sie „alles ist eitel!“.
Aber gut essen und trinken, o meine Brüder, ist wahrlich keine eitle Kunst! Zerbrecht, zerbrecht mir die Tafeln der Nimmer- Frohen!

Friedrich Nietzsche

maandag, maart 01, 2010

Stedsk Stads

Doarmer rûn syn moandeitejûn
mei J. en oare J.
en it lûd fan nike fearjend op it asfalt,
mjokse him mei it sêfte hymjen
fan J. en oare J.
en it ûngenedige stedske keunstljocht
wjerkeatse him boartlik
op J. en oare J.
harren jaskes.